Herijking gemeentefonds
Het Rijk werkt samen met de VNG aan een herijking van de verdeling van het gemeentefonds. Deze herijking moet leiden tot een toekomstbestendige verdeling met als uitgangspunten stabiliteit, vereenvoudiging, en uitlegbaarheid. Deze herijking was in eerste instantie opgedeeld in de volgende twee onderdelen:
- Sociaal domein
- Het klassieke deel
Als onderdeel van de herijking van het klassieke deel is ook de inkomstenverevening benoemd. Gaandeweg bleek dat deze inkomstenverevening dermate belangrijk kan zijn in de totale herijking dat vanaf medio 2019 feitelijk wordt gesproken over drie onderdelen.
In totaliteit heeft deze herijking betrekking op een totaalbedrag van € 30 miljard. Invoering van de nieuwe verdeling is verschoven van het jaar 2021 naar 2022. Reden voor deze verschuiving was gelegen in de forse herverdeel effecten die de eerste uitkomsten lieten zien. Er was vooral een verschuiving van kleine (plattelands)gemeenten naar grote gemeenten met een centrumfunctie en van gemeenten in het oosten van het land naar het westen va het land waarneembaar. Aan de hand van deze te verwachten negatieve herverdeeleffecten hebben wij in meerjarig perspectief rekening gehouden met een nadeel per inwoner.
In 2021 zijn meerdere voorlopige berekeningen en reacties naar buiten gekomen. De meest recente voorlopige berekening dateert van 12 augustus 2021 en deze is door de minister naar voor advies naar de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) gestuurd. In september vinden de zogenaamde bestuurlijke consultaties plaats en eind september / begin oktober wordt het advies van de ROB verwacht.
Voor de gemeente Dinkelland komt de meest recente voorlopige uitkomst van 12 augustus uit een nadeel per inwoner van € 10 met ingang van het jaar 2023. In de perspectiefnota 2022 zijn we voorzichtigheidshalve en in afwachting van de definitieve besluitvorming voorlopig uitgegaan van een nadelig herverdeeleffect met ingang van het jaar 2023 van € 15 per inwoner. Bij het opstellen van de begroting 2022 hopen we de definitieve cijfers te kunnen opnemen.
Extra middelen via algemene uitkering voor jeugd
Op 2 juni jl. hebben de VNG en het rijk in een bestuurlijk overleg gesproken over de uitspraak van de Commissie van Wijzen inzake het jeugddossier. Op basis van de afspraken in dit overleg stelt het rijk voor 2022 € 1,314 miljard extra ter beschikking aan gemeenten ter compensatie voor de tekorten op het gebied van jeugdhulp. Hiermee volgt het kabinet de uitspraak van de Commissie. In het overleg is ook vastgesteld dat het nieuwe kabinet een besluit dient te nemen over de structurele financiële bekostiging van gemeenten vanaf 2023 op dit dossier en dat rijk en VNG zich committeren aan een Hervormingsagenda Jeugd. Deze agenda dient voor 1 januari 2022 te worden opgesteld.
Daarnaast hebben het Rijk, de VNG en het IPO gezamenlijk afgesproken dat alle gemeenten in de jaarschijven 2023 tot en met 2025 van de meerjarenraming 75% van de bedragen onder de Hervormingsagenda van de Commissie van Wijzen als stelpost te mogen opnemen in de begroting. Dit alles nemen we mee bij het opstellen van de begroting 2022.
Dividend Cogas
In het 1e programmajournaal hebben we u gemeld dat tijdens de aandeelhoudervergadering (AvA) van 16 december 2020 de aandeelhouders van Cogas hebben ingestemd met de verkoop van het 50% belang in Cogas Kabel Infra B.V. Tevens is besloten dat een dividendafbouwfonds ter grootte van € 25 miljoen wordt ingesteld: 5 jaar lang wordt jaarlijks € 5 miljoen uitgekeerd aan de aandeelhouders zodat de dividenduitkering van Cogas aan de aandeelhoudende gemeenten met het wegvallen van het CKI-dividend voor een periode van vijf jaar op peil gehouden kan worden. Dit betekende concreet dat het dividend dat we al jaren gewend zijn te ontvangen van Cogas nog 5 jaar op niveau blijft en daarna terugvalt naar de helft.
Inmiddels hebben de aandeelhouders tijdens de AvA van 25 juni 2021 besloten tot een aanvullende uitkering van € 30 miljoen uit de opbrengst van de verkoop van het 50% belang in Cogas Kabel Infra B.V. Dit betekent voor Dinkelland een extra dividendopbrengst in 2021 van € 2.729.400.
Huisvesting Noaberkracht - locatie Denekamp
In het najaar van 2020 heeft het bestuur van Noaberkracht besloten om het door SOM= opgestelde huisvestingsconcept vast te stellen als uitgangspunt voor alle toekomstige ingrepen in huisvesting. Het huisvestingconcept van Noaberkracht heeft als doel te komen tot een flexibele, efficiënte en meer eenduidige huisvesting die de werkprocessen van de organisatie goed ondersteunt. Bij Noaberkracht wordt flexibel gewerkt, gericht op samenwerking en ontmoeting. In de samenleving, thuis of op kantoor, waar en wanneer dat verwacht wordt. De inrichting van het gemeentehuis sluit hier nog niet volledig bij aan. De basis voor het huisvestingsconcept van Noaberkracht is activiteit gerelateerd werken. Activiteit gerelateerd werken onderschrijft dat verschillende mensen, verschillende activiteiten verrichten tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Naast geconcentreerd werken meer mogelijkheden om in projecten te werken en te ontmoeten. Het afgelopen jaar hebben we door het vele thuiswerken ervaring opgedaan in het samenwerken op afstand. Deze ervaring leert dat er zowel behoefte is aan thuiswerken als aan de ontmoeting op kantoor.
Voor de locatie Denekamp is op basis van dit concept gekozen voor realisatie van scenario 1. Scenario 2 en 3 zijn een doorontwikkeling van scenario 1. Waarbij scenario 3 het meest vergaand is en veel meer investeringen vraagt. De kosten van deze keuze bedragen in totaliteit € 495.000. Daarvan heeft € 222.000 betrekking op bouwkundige investeringen, die voor rekening komen van de eigenaar (de gemeente Dinkelland). En een bedrag van € 273.000 heeft betrekking heeft op investeringen in inrichting en meubilair. De kosten van dit deel komen voor rekening van de gebruiker (Noaberkracht).
Voor de dekking van de kosten die voor rekening komen van de gemeente Dinkelland zal de gemeenteraad van Dinkelland op advies van het college van Dinkelland een besluit moeten nemen. Ons college stelt via dit tweede programmajournaal voor om een krediet beschikbaar te stellen voor het realiseren van scenario 1 voor wat betreft de eigenaarslasten ten bedrage van € 222.000 en dit ten laste te brengen van de reserve onderhoud gebouwen. Met het overgrote deel van de kosten (wanden, plafonds, schilderwerk, installaties, enz) is in het meerjarig onderhoudsplan en dus ook in de reserve onderhoud gebouwen rekening gehouden
Transitie Regio Twente
Op 1 juli 2020 hebben de 14 Twentse gemeenten een transitieplan voor de Regio Twente vastgesteld. Uitvoering van dit plan heeft geleid tot een nieuwe samenwerkingsstructuur die op 8 juli 2021 is ingegaan. Het taakveld sociaaleconomische structuurversterking van Twente is ondergebracht bij de Stichting Twente Board. In de stichting werken vertegenwoordigers van de Twentse ondernemers, het Twents onderwijs en de Twentse overheden nauw met elkaar samen.
De Regeling Regio Twente is omgevormd tot de Gemeenschappelijke Regeling Gezondheid. Deze organisatie is belast met de uitvoering van de taken van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT) , Veilig Thuis Twente (VTT), Samen 14 (de vrijwillige samenwerking van de 14 Twentse gemeenten gericht op de onderlinge afstemming van het zorg- en jeugdhulpbeleid) en Kennispunt Twente (gezamenlijk kennis- en informatieplatform). Tot 1 januari 2022 voert de GR Gezondheid ook het beheer en onderhoud van de recreatieve routes en de recreatieparken Het Rutbeek in Enschede, Het Lageveld in Wierden en Het Hulsbeek in Oldenzaal uit. Daarna worden deze taken ondergebracht bij het Recreatieschap Twente.
De vrijwillige samenwerkingen tussen de gemeenten (coalition of the willing-taken) die de afgelopen jaren door de Regio Twente zijn gefaciliteerd, zijn ondergebracht bij gemeenten. Over de enkele taken, waaronder de ondersteuning van de Twenteraad, moeten nog definitieve afspraken gemaakt worden.
De transitie heeft voor de Twentse gemeenten een structurele besparing opgeleverd van ruim € 260.000. De frictiekosten van ongeveer € 2 miljoen worden volledig gedekt uit bestaande reserves en het jaarrekeningresultaat 2020.
BTW op inzameling verpakkingsmateriaal (vervolg)
Zoals in de jaarrekening 2020 is medegedeeld ontvangt de gemeente voor het gescheiden inzamelen van (verpakkings)afval een bijdrage van Stichting Afvalfonds Verpakkingen/Nedvang. De gemeente heeft over deze bijdrage (jaren 2015 t/m 2019) geen btw berekend, zoals in lijn met de werkwijze van veel andere gemeenten. Hierover is een landelijke discussie ontstaan tussen belanghebbende en heeft de staatssecretaris van Financiën uiteindelijk beslist dat de bijdrage wel belast moet worden omdat de wettelijke plicht tot het gescheiden inzamelen van afval bij de verpakkingsindustrie ligt en niet bij de gemeente. De gemeente heeft in 2020 aan zijn verplichtingen voldaan om de verschuldigde btw met terugwerkende kracht af te dragen aan de fiscus. De btw heeft de gemeente verhaald bij Stichting Afvalfonds Verpakkingen/Nedvang. Doordat de Belastingdienst belastingrente heeft toegepast op de met terugwerkende kracht afgedragen btw heeft de gemeente in 2020 een nadeel opgelopen van €27.000. De gemeente is het niet eens met de systematiek die de Belastingdienst heeft toegepast en heeft met meerdere gemeenten bezwaar aangetekend tegen de Belastingdienst. De uitspraak op het bezwaar heeft medio september jl. plaatsgevonden en is afgewezen conform de landelijke lijn die de Belastingdienst hanteert. De volgende stap in onderhavige discussie is een gerechtelijke procedure. De gemeente is op dit moment in beraad of het overgaat tot deze stap.
Stand van zaken bezwaarschriften btw 2019 en 2020
De gemeente heeft in het eerste half jaar van 2021 bezwaar gemaakt tegen de afrekening over het jaar 2019 en wacht momenteel op een oordeel van de Belastingdienst. Het bezwaar tegen de afrekening 2020 zal naar verwachting eind 2021 plaatsvinden.