Programma Leefomgeving van de toekomst

Inleiding Leefomgeving van de toekomst

Terug naar navigatie - Inleiding Leefomgeving van de toekomst

Wij willen een leefomgeving die ook voor onze komende generaties duurzaam, veilig en gezond is.  De bodem, het water en de lucht, de natuur, gebouwen en wegen en paden zijn allemaal onderdeel van onze leefomgeving. Door klimaatverandering komt onze leefomgeving onder druk te staan. We zullen ons moeten aanpassen aan veranderende weersomstandigheden zoals hitte, droogte en het vaker voorkomen van hevige neerslag. We moeten anders omgaan met energie en grondstoffen en ons maximaal inzetten om een energietransitie tot stand te brengen gericht op het terugdringen van het verbruik van grondstoffen en het stimuleren van het hergebruik. We doen dit proactief en we doen het samen; de gemeente met haar inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties . We bundelen als Noordoost-Twentse gemeenten de krachten in de Energie van Noordoost-Twente. 

Wij haken aan bij de landelijke doelstelling dat er in 2030 55% minder CO2 uitstoot moet zijn en 50% van de energie duurzaam moet zijn opgewekt. In lijn met die doelstellingen stellen wij voor gemeente Dinkelland ons de doelstelling om 40% van het energiegebruik duurzaam op te wekken in 2026. Dat is ambitieus en hiervoor moeten de komende jaren de nodige inspanningen geleverd worden. 

Trias Energetica: eerst besparen, dan opwekken

Doelstellingen realiseren we via een soort “oploopmodel” en het principe van de Trias Energetica:

  1. Beperken van het energieverbruik door verspilling tegen te gaan.

Energie die niet verbruikt wordt, hoeft ook niet opgewekt te worden. We zetten maximaal in op energie besparen. Door onze eigen gebouwen te verduurzamen en door inwoners en bedrijven daartoe te stimuleren en te faciliteren en door initiatieven op dit terrein te ondersteunen. 

  1. Maximaal gebruik maken van energie uit duurzame bronnen (zoals zon, wind, water, bodem).

We richten ons op de opgave die noodzakelijk is vanuit de RES, met een maximale inzet op zon op dak, aangevuld met de noodzakelijke mix van wind en/of zon op land. We stimuleren en faciliteren gebouweigenaren om warmte duurzaam op te wekken, bijvoorbeeld aan de hand van (hybride) warmtepompen. Voor de productie van warmte willen we ook gebruik maken van het potentieel aan biogas en/of groengas in Dinkelland. We benutten kansen die zich via nieuwe ontwikkelingen en technieken (bv waterstof of geothermie) voordoen. 

  1. Zo efficiënt mogelijk gebruik van (fossiele) energiebronnen om in de resterende energiebehoefte te voorzien;

Sommige woningen zijn lastiger te verduurzamen dan anderen. Ook zullen er bedrijven blijven die behoefte hebben aan gas voor hun productieprocessen. Biogas en/of groengas kunnen oplossingen bieden voor deze gebouwen. Echter moeten we er rekening mee houden dat we nog lange tijd fossiele energiebronnen nodig hebben; deze zullen dan zo efficiënt mogelijk worden ingezet. 

 

Samen aan de slag

De energietransitie is een forse opgave waar we gezamenlijk – inwoners, ondernemers én overheid - voor aan de lat staan. We nemen hierbij een pro-actieve houding in en nemen inwoners en ondernemers mee in de opgave die er ligt. We faciliteren en ondersteunen initiatieven die een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de gemeente. Hierbij bewaken we de integraliteit en houden we ook de samenhang met andere beleidsterreinen (landelijk gebied, sociaal domein, volkshuisvesting) in beeld en benutten kansen die zich voordoen. 

Energie van Noordoost Twente

We staan als Noordoost-Twentse gemeenten allemaal voor dezelfde (forse) opgave in de energietransitie. Door krachtenbundeling, kennisdeling en coördinatie in de opgaven waar we gezamenlijk voor staan, bereiken we meer dan iedere gemeente voor zich zou doen. Een aantal jaren geleden is hiervoor het samenwerkingsverband Energie van Noordoost Twente opgestart. Deze samenwerking bouwen we de komende periode verder uit. 

Klimaatvisie

De leefomgeving van de toekomst gaat verder dan alleen de energietransitie. Met de ondertekening van het klimaatakkoord hebben we ons gecommitteerd aan de bredere opgave om uiteindelijk in 2050 klimaatneutraal te zijn. Naast elektriciteit en warmte gaat het om thema's als klimaatadaptatie, circulaire economie, infrastructuur en mobiliteit, natuur en landschap en de landbouw. Daartoe gaan we de heldere keuzes maken: wat zijn we verplicht om te doen, waar ligt onze extra ambitie, wat is onze rol? Daarbij kijken we vanuit een integrale visie en  context en leggen waar mogelijk verbindingen met thema’s en vraagstukken in de andere programma’s. 

Actielijnen

Het programma Leefomgeving van de Toekomst kent een dynamische agenda. Jaarlijks leiden nieuwe inzichten tot aanvullingen en wijzigingen. De uitkomsten uit de visie en uitvoeringsagenda kunnen leiden tot aanpassing  en aanvulling van de actielijnen. Binnen het programma worden drie actielijnen geformuleerd. 

  • Actielijn 1 Verduurzamen - Op weg naar energieneutraal en aardgasvrij wonen & werken
  • Actielijn 2 Opwek - Duurzame energievoorziening
  • Actielijn 3 Duurzame mobiliteit

De drie actielijnen vormen samen een specificatie van paragraaf 3.1 Klimaat en duurzaamheid: er tegenaan! uit het college- en raadsakkoord. Paragraaf 3.2 Groen en Bloemen uit het collegeakkoord vindt zijn uitwerking via het Kwaliteitsplan Openbaar Groen (basisbegroting). 

In dit programma maken we ook de afweging hoe om te gaan met de unaniem aangenomen verzamelmotie met betrekking tot de onderwerpen:

  • Versnel verduurzamen van (sociale huur)woningen, bijvoorbeeld door een revolverend fonds voor particulieren
  • Plan van aanpak en financiële onderbouwing voor de verduurzaming van schoolgebouwen
  • Haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van energieopslag
  • Mogelijkheden van subsidies voor klimaatadaptieve maatregelen voor particulieren verkennen, ism waterschap
  • Gebruik maken van subsidie ten behoeve van de waterstofhub

Actuele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Actuele ontwikkelingen

Klimaatvisie

De huidige ambities ten aanzien van duurzaamheid en klimaat zijn vertaald naar een programma Leefomgeving van de Toekomst in de begroting 2023  inclusief financiële consequenties. Daarmee is reeds een belangrijk inhoudelijk en financieel kader geboden voor de komende periode. In de begroting 2023 is ook opgenomen dat we werken aan een klimaatvisie, waarin heldere worden gemaakt ten aanzien van de opgaven en ambities die we hebben ten aanzien van de uitvoering van het Klimaatakkoord. Vanuit het Klimaatakkoord liggen de opgaven in de volgende sectoren:

  • Gebouwde Omgeving
  • Elektriciteit
  • Industrie
  • Landbouw en Landgebruik
  • Mobiliteit

Per sector wordt in beeld gebracht: wat zijn we verplicht om te doen, waar ligt onze extra ambitie, wat is onze rol, wat is de rol van stakeholders? Daarbij kijken we vanuit een integrale visie en  context en leggen waar mogelijk verbindingen met thema’s en vraagstukken in de andere programma’s.

De klimaatvisie is naar verwachting in eind 2023 gereed. Op basis van de gestelde ambities en de te maken keuzes zijn de financiële en personele consequenties beter in beeld. Inmiddels zijn ook vanuit het Rijk middelen beschikbaar gesteld voor uitvoering van het Klimaatakkoord (Regeling CDOKE, zie onderstaand). Vooralsnog is de inschatting dat uitvoering van de klimaatvisie binnen deze middelen alsmede de reeds beschikbare middelen voor het programma Leefomgeving van de Toekomst kan plaatsvinden. De klimaatvisie wordt via een apart raadsbesluit voorgelegd aan de gemeenteraad. 

Middelen Regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE)

Er zijn eind april 2023 voor de periode 2023-2025 extra financiële middelen van het Rijk beschikbaar voor de uitvoering van het klimaatakkoord. Deze specifieke uitkering (Brede doeluitkering BDU) is bedoeld voor het binnenhalen van nieuwe collega’s of externe deskundigen met kennis van klimaat en energie de sectoren vanuit het Klimaatakkoord zoals bovenstaand beschreven, met uitzondering van Landbouw en Landgebruik. Voor Dinkelland is het beschikbare budget budget: € 474.699 (2023),  € 479.005 (2024) en  € 483.311 (2025)

Samenwerking Energie van Noordoost Twente

Voor een deel van de opgaven in de energietransitie, in de sectoren elektriciteit en gebouwde omgeving, werken we sinds een aantal jaren samen met de gemeenten Tubbergen, Losser en Oldenzaal in de Energie van Noordoost Twente. Er is een conceptvoorstel gereed voor de voortzetting van de samenwerking in de periode 2024-2026. Het definitief besluit over de samenwerking wordt naar verwachting eind 2023 genomen. Financiering vindt plaats binnen de reeds beschikbare middelen voor het programma Leefomgeving van de Toekomst in combinatie met de middelen van het Rijk (CDOKE). 

Circulaire economie

Het onderwerp Circulaire Economie vormt één van de pijlers van de vrijwillige Twentse milieusamenwerking en is als zodanig vastgelegd in het samenwerkingsprogramma Milieu, Duurzaamheid en Afval (MDA) 2023 en in de gezamenlijke bestuursopdracht MDA 2020-2025. Op 13 April 2023 is door het PHO-MDA besloten dat de sinds 2019 bestaande werkgroep Circulaire Economie doorgroeit naar een Ambtelijk Overleg en dat de ‘Startnotitie Circulaire Economie Twentse gemeenten’ wordt vastgesteld. De Startnotitie vorm het beginpunt van het vervolgtraject met als beoogd resultaat een Koersdocument en Uitvoeringsplan. In het Koersdocument zal richting worden gegeven, doelen worden gesteld en meer focus worden gebracht. 

Op 18 juli 2023 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen op een plan van aanpak op te stellen om de circulaire economie in de gemeente Dinkelland te bevorderen. Het koersdocument vormt de basis voor invulling en concretisering van dit plan van aanpak. Het plan van aanpak inclusief financiële consequenties wordt aan de raad voorgelegd. 

Warmtetransitie: Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie en Warmteprogramma (Actielijn 1)

Op 30 juni 2023 is het wetvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze geeft gemeenten de bevoegdheden om de regie over de lokale warmtetransitie te pakken. Met de Wgiw wordt een verplichting aan B&W opgelegd om een warmteprogramma voor de hele gemeente vast te stellen gericht op verduurzaming van bestaande gebouwen. Het warmteprogramma is de juridische vertaling van de warmtevisie. In het warmteprogramma brengt de gemeente per gebied de potentieel beschikbare duurzame warmtealternatieven in beeld en beschrijft per gebied het tijdspad van verduurzaming. Daarop volgt in de regel het opstellen en vaststellen van een uitvoeringsplan. In een uitvoeringsplan concretiseert de gemeente het warmteprogramma voor een afgebakend gebied. Met het wetsvoorstel krijgen gemeenten tevens een aanwijsbevoegdheid: de mogelijkheid gebieden aan te wijzen die voor een bepaalde datum overgaan op een duurzaam alternatief ter vervanging van aardgas (afkoppeling van het aardgas). 

Oorspronkelijk zou de wet op 1 juli 2024 in werking treden; de val van het kabinet levert naar verwachting vertraging op in de wetgevingsprocedure. De komende tijd houden we de voortgang in de gaten, gaan we ons oriënteren op hoe we met de nieuwe wetgeving omgaan en betrekken we de gemeenteraden bij de totstandkoming van de aanpak. Tot aan vaststelling van een Warmteprogramma houden we de ingezette lijn van vergroten van bewustwording, vergroten van het draagvlak en enthousiasmeren van de inwoners vast. Daarbij zetten we samen met inwoners en ondernemers het proces in de WUP-wijken voort om woningen/gebouwen van het aardgas af te halen.

Boerengas B.V. (Actielijn 2)

De NOT gemeenten zijn voornemens om met een voorinvestering van 1 miljoen deel te nemen in Boerengas B.V. Deze voorinvestering zal zich via de een winstpercentage van 8% verdeeld over de drie deelname partners (Energiefonds Overijssel en de verenigde boeren in Boerengas b.v.) terug moeten verdienen. Daarnaast zal er structureel (zolang er deelgenomen wordt in Boerengas b.v.) een bedrag gereserveerd worden van € 60.000/ jaar voor de bestuurlijke ondersteuning. Afhankelijk van het aantal deelnemende NOT gemeenten zal dat voor de begroting neerkomen op:

  • 1 Miljoen evenredig verdeeld over het aantal deelnemende NOT gemeenten (bij vier deelnemers ¼ Miljoen/gemeente of meer bij minder deelnemende gemeenten)
  • € 60.000 evenredig verdeeld over het aantal deelnemende NOT gemeenten (bij vier deelnemers €15.000/gemeente of meer bij minder deelnemende gemeenten)

Ontwikkelingen nieuwe technieken   (Actielijn 2)

Geothermie: De kansen voor diepe geothermie bevinden zich in de Tubbergen formatie (zandlaag uit het Carboon tijdperk). Deze aardlaag is in het noorden van Twente aangetroffen en is dus ook aanwezig in noordoost Twente. Geothermie is een van de mogelijke alternatieve oplossingen voor de levering van duurzame energie, naast andere duurzame energiebronnen. Deze techniek gaat echter gepaard met significante investeringen, risico’s en technische uitdagingen, maar vooral ook onbekendheid. Daarom worden alle aspecten in kaart te brengen, zodat weloverwogen keuzes gemaakt kunnen worden. Onderzoek en een proefboring zijn nodig om de mogelijkheden van geothermie in deze aardlaag te verkennen. Er lopen gesprekken met de UT en de gemeente Enschede om hier verder invulling aan te geven.

Waterstof:  Waterstof is een energiedrager, die voor de verdere toekomst wellicht kansen biedt voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Via de RES Twente sluiten we aan bij de H2Hub Twente We volgen de ontwikkelingen en zullen in spelen op kansen die zich voordoen. 

Kernenergie: Op verzoek van de provincie is op basis van de kennissessie, een notitie over de toepassing van kernenergie in Nederland en de perspectieven voor SMRs geschreven. Deze kleine kerncentrales bevinden zich nu in de ontwikkelfase en moeten de zogenaamde ‘demonstratiefase’ nog doorlopen. Hoewel realisatie nog niet direct op korte termijn te verwachten is, volgen we de ontwikkelingen rondom de SMRs . Zodra een volgend concreet stadium bereikt wordt, wordt dit thema weer actief besproken in de Provinciale Staten.

Actielijn 1 Verduurzamen - Op weg naar energieneutraal en aardgasvrij wonen en werken

Actielijn 1

Terug naar navigatie - Actielijn 1

In 2030 zijn twee miljoen Nederlandse woningen van het aardgas af. In 2050 verwarmt, kookt of doucht geen enkel huishouden meer met aardgas. We stappen over op duurzame warmte. Dit is afgesproken in het Nederlandse Klimaatakkoord. Ook bedrijven maken deze ommezwaai, met als doel dat Nederland in 2050 klimaatneutraal is. Gemeenten in Nederland, zo ook gemeente Dinkelland, hebben een grote rol in de overstap naar duurzame warmte. Om de opgave te laten slagen, werken we samen met inwoners aan haalbare en betaalbare oplossingen. We zetten daarbij ook maximaal in op het nemen van energiebesparende maatregelen. 

Ons doel

Terug naar navigatie - Ons doel

In 2050 wonen en werken we energieneutraal en aardgasvrij. Wij ondersteunen inwoners en bedrijven pro-actief in het proces om woningen en gebouwen meer te verduurzamen.  

Hoe leveren we een bijdrage aan Verduurzamen – Op weg naar energieneutraal en aardgasvrij wonen en werken

Terug naar navigatie - Hoe leveren we een bijdrage aan Verduurzamen – Op weg naar energieneutraal en aardgasvrij wonen en werken

We nemen inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij projecten en inspanningen in deze actielijn stapsgewijs mee; waarbij de eerste inzet is op bewustwording en informatievoorziening, daarna op advies en afweging om vervolgens tot uitvoering over te gaan.

  1. Bewustwording en informatievoorziening Creëren van verdergaand bewustzijn, urgentiebesef en draagvlak onder onze inwoners en ondernemers voor de warmtetransitie door gerichte communicatie voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen. Het energieloket is de basis van onze informatievoorziening. Daarnaast werken we actief samen met lokale groepen (zoals energiecoöperaties) om de kennis actiever en vooral persoonlijker bij de inwoners en ondernemers onder de aandacht te brengen. 
  2. Advies en afweging. Er komt veel op onze inwoners, ondernemers en instellingen af. De stap om daadwerkelijk te verduurzamen is voor velen ingewikkeld: welke keuzes kun/moet je maken, wat kost het en wat levert het op? We willen inwoners en ondernemers adviseren en ontzorgen in het proces naar haalbare en betaalbare oplossingen in het verduurzamen van hun woning. We leveren daarvoor een ondersteuningsstructuur (gereedschapskist met verschillende instrumenten en werkwijze), passend bij de eigen specifieke woning en situatie. De instrumenten kunnen op wijkniveau worden ingezet en gemeentebreed. Speciale aandacht is er voor het terugdringen van energiearmoede en het nemen van maatregelen voor de doelgroep die dit het meeste treft. 
  3. Uitvoering – wijkuitvoeringsplannen. We zetten samen met inwoners en ondernemers het proces in de wijken voort om bestaande woningen/gebouwen van het aardgas af te halen en waar nodig intensiveren we dit. Daarbij kijken we hoe we slim een wijk- of kerngerichte aanpak kunnen combineren met individueel gerichte maatregelen voor alle woningeigenaren in de gemeente. 
  4. Herijken ambitie en -rolbepaling. Op basis van de opgedane ervaringen in de afgelopen jaren in de wijkuitvoeringsplannen herijken we de warmtevisie en aanpak om bestaande woningen/gebouwen van het aardgas af te halen. 

Actielijn 2 Opwek - Duurzame energievoorziening

Actielijn 2

Terug naar navigatie - Actielijn 2

In 2030 moet 50% van de energievoorziening duurzaam zijn opgewekt (en in 2050 volledig). In lijn met die doelstellingen stellen wij voor gemeente Dinkelland ons de doelstelling om 40% van het energiegebruik duurzaam op te wekken in 2026.  Hier willen we samen met inwoners, organisaties en andere gemeenten invulling aan geven. We bundelen de krachten in het samenwerkingsverband Energie van Noordoost Twente. 

Ons doel

Terug naar navigatie - Ons doel

We moeten meer energie duurzaam opwekken. In 2030 moet 50% van de energievoorziening duurzaam zijn opgewekt (en in 2050 volledig). In lijn hiermee is voor de gemeente Dinkelland de doelstelling om 40% van het energiegebruik duurzaam op te wekken in 2026. 

Hoe leveren we een bijdrage aan Opwek - Duurzame energievoorziening

Terug naar navigatie - Hoe leveren we een bijdrage aan Opwek - Duurzame energievoorziening
  1. Maatschappelijke acceptatie. Creëren van verdergaand bewustzijn onder onze inwoners over de opgave in de energietransitie. Dit doen we door inwoners meer eigenaar te laten zijn van zowel het probleem als de oplossing. Eigenaarschap van inwoners bereik je niet vanzelf. Goede voorlichting (vergroten van kennis, delen van kennis, voorbeelden en ervaringen), betrekken van inwoners bij processen en projecten en het creëren van handvatten om gedrag te veranderen en inwoners te ontzorgen, zijn noodzakelijk. 
  2. Vaststellen beleid (en evt. regelingen). Vaststellen van benodigd beleid tbv (grootschalige) duurzame opwek, waaronder het wind- en zonneveldenbeleid. Daarnaast verkennen we de mogelijkheden en behoefte voor het ondersteunen van initiatieven voor duurzame opwek aan de hand van (stimulerings)regelingen.   
  3. Lokale initiatieven in the lead. Het thema duurzaamheid staat steeds meer op de agenda in de verschillende kernen en het bedrijfsleven. Werkgroepen zijn in opkomst en coöperaties die in kansen denken. De coördinator duurzaamheid heeft een belangrijke functie in de dialoog met inwoners, dorpsraden, werkgroepen en initiatiefnemers. We faciliteren en ondersteunen kansrijke lokale duurzame initiatieven ten behoeve van opwek. Het Regionaal Energiebedrijf is (in samenwerking met lokale coöperaties) de motor van ontwikkeling van lokale projecten en initiatieven. Lasten lokaal, dan ook lusten lokaal is een belangrijk uitgangspunt, we streven naar een maximale participatiegraad van inwoners/omgeving binnen eventuele toekomstige projecten (minimaal 50%, bij voorkeur 100%). We benutten de kennis en mogelijkheden van partners in het veld (zoals Twence) om realisatie van projecten tot stand te brengen. 
  4. Regionale en grensoverschrijdende samenwerking.  We staan als (NOT-)gemeenten allemaal voor dezelfde forse opgave. Vanuit de krachtenbundeling, kennisdeling en coördinatie in de opgaven waar we gezamenlijk voor staan, bereiken we meer dan iedere gemeente voor zich zou doen. Vanuit het samenwerkingsverband bundelen we de krachten richting de opgaven vanuit de Regio Twente. We geven invulling aan de Regionale Energie Strategie 2.0, inclusief de vaststelling van de noodzakelijke en gewenste energiemix van wind en zon. 
  5. Opwek van warmte.  Aanjagen, opstarten en faciliteren van biogas in coöperatieve vorm. Door  mede aandeelhouder te zijn van de op te richten beheersentiteit ontstaan mogelijk revenuen die ook ingezet kunnen worden voor een andere (duurzame) inspanningen. We onderzoeken de mogelijkheden van geothermie en waterstof en benutten waar mogelijk de kansen.  We volgen nieuwe ontwikkelingen en technieken op de voet en stellen onze acties bij als zich reële kansen voordoen.
  6. Opslag. In de verduurzaming van onze energiebehoefte zijn de huidige technieken afhankelijk van niet continue aanwezige hernieuwbare energiebronnen. Energieopslag kan een middel zijn om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. De gemeente wil initiatieven voor energieopslag met een maatschappelijk nut stimuleren.

Actielijn 3 Duurzame Mobiliteit

Hoe leveren we een bijdrage aan Duurzame mobiliteit & (Maatschappelijk verantwoord) Inkopen

Terug naar navigatie - Hoe leveren we een bijdrage aan Duurzame mobiliteit & (Maatschappelijk verantwoord) Inkopen
  1. Voorbeeldfunctie. Als gemeente horen we het goede voorbeeld te geven door onze eigen voorzieningen en faciliteiten te verduurzamen. Onder meer stellen we een duurzaam mobiliteitsplan met een route voor het verduurzamen van ons eigen vervoer.
  2. Laadinfrastructuur. In lijn met de visie op de laadinfrastructuur wordt uitbreiding van het aantal laadpalen gestimuleerd op de plekken waar dat gewenst is of waar rijders van elektrische auto’s wonen of werken. Voorbeeld daarvan is het overdekken van parkeerplaatsen en deze voorzien van zonnepanelen. 

Financiën Leefomgeving van de toekomst

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

Project ontplooiing grensregio’s

In de begroting 2023 is een bedrag van €50.000 beschikbaar gesteld en gestort in de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

We stellen voor in de jaarschijf 2024 €12.500 te putten uit de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

De coalitieperiode is in 2022 gestart. De uitgaven 2022 zijn op de begroting 2023 in mindering gebracht.

Een bedrag van €60.000 is afgesplitst als “NOT Energieloket 3.0”. Voor de jaarschijven 2023 en 2024 jaarlijks €30.000.

Een bedrag van €60.000 is afgesplitst als “Stimuleringsregeling energietransitie”. Voor de jaarschijven 2023 en 2024 jaarlijks €30.000.

We verwachten uitgaven voor maatwerkaanpak energiearmoede”, kosten samenwerking EV NOT, de motie isolatiesubsidie en NOT Energieloket jaarschijven 2025 en 2026.

Tijdens het opstellen van deze begroting werken we, samen met gemeenten uit Noord Oost Twente, aan een voorstel om te komen tot de oprichting van de “Coöperatie Duurzame Energieprojecten Noordoost Twente (CDE-NOT)” en deelname in “Boerengas BV. Afhankelijk van de deelname van 4 of 3 gemeenten gaat het bij besluitvorming om een bedrag tussen de €250.000 en €350.000. Deze zullen als “Deelneming” worden geactiveerd op de balans. Het is dus géén te verwachten uitgave uit de “Projectgelden Leefomgeving van de toekomst“. We moeten er rekening mee houden dat hier structurele uitgaven uit voortkomen.

We stellen voor in de jaarschijf 2024 €350.000 te putten uit de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”. Waarvan €290.000 voor de “Projectgelden Leefomgeving van de toekomst”, €30.000 voor het “NOT Energieloket 3.0” en €30.000 voor de “Stimuleringsregeling energietransitie”.

In 2024 krijgen we van het Rijk de beschikking over middelen voor isolatiesubsidie.

 

Werkbudget Leefomgeving van de toekomst

In de begroting 2023 is een bedrag van €200.000 beschikbaar gesteld en gestort in de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

We verwachten nog uitgaven voor onder andere de wijkaanpak in Weerselo en Tilligte.

We stellen voor in de jaarschijf 2024 €50.000 te putten uit de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

 

Uitvoeringskosten

In de begroting 2023 is een bedrag van €800.000 beschikbaar gesteld en gestort in de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

We stellen voor in de jaarschijf 2024 €200.000 te putten uit de “Reserve College akkoord 2022 – 2026”.

Ondertussen kunnen we een deel van de capaciteit financieren uit een Specifieke uitkering van het Rijk. De Tijdelijke regeling “capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE)” is bedoeld voor het binnenhalen van nieuwe collega’s of externe deskundigen met kennis van klimaat en energie.

Momenteel bestuderen we hoe we deze middelen optimaal kunnen inzetten. In de loop van 2023 zal duidelijk worden wat de invloed zal zijn op de beschikbaar gestelde middelen van €800.000. De uitvoeringskosten die zijn "voorgefinancierd" via de algemene middelen van €132.000 zullen als eerste ten laste van deze rijksvergoeding moeten worden gebracht.

Vooruitlopend op de uitkomst stellen we voor het structurele voordeel van €132.000 als voordeel in deze begroting op te nemen.