In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verschillende mutaties op basis van bestaand beleid. Dit kunnen autonome ontwikkelingen zijn of zaken waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Mutaties bestaand beleid |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Meicirculaire 2023 |
|
|
|
|
- hogere algemeen uitkering |
3.382 |
3.508 |
2.227 |
3.460 |
- totaal te ramen (stel)posten |
-2.682 |
-2.706 |
-2.497 |
-2.813 |
- totaal te ramen taakmutaties |
-3 |
-3 |
264 |
267 |
Hervormingsagenda jeugd |
|
|
|
|
Sociaal Domein |
-485 |
-430 |
-430 |
-430 |
OZB |
198 |
202 |
206 |
210 |
Reisdocumenten (10 jaarstermijn) |
95 |
- |
- |
- |
Areaalaanpassing |
50 |
50 |
50 |
50 |
Uitvoeringskosten duurzaamheid t.l.v. rijksvergoeding |
132 |
132 |
132 |
132 |
Aanpassen prijsgevoelige budgetten |
-956 |
-939 |
-939 |
-939 |
Inzet stelpost prijscompensatie |
956 |
939 |
939 |
939 |
Aanpassen loongevoelige budgetten |
-22 |
-22 |
-22 |
-22 |
Inzet stelpost looncompensatie |
22 |
22 |
22 |
22 |
Overige kleine(re) verschillen |
7 |
38 |
16 |
12 |
Totaal mutaties bestaand beleid |
694 |
791 |
-32 |
888 |
Toelichtingen op mutaties bestaand beleid
Meicirculaire 2023
Meestal verschijnen jaarlijks drie circulaires. In mei, september en december. Mei geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september van de vertaling van de Miljoenennota, december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af. De meicirculaire bevat informatie over de actualisatie van het accres op basis van de Voorjaarsnota van de Rijksoverheid en een eenmalige rijksbijdrage in 2027.
De hoogte en omvang van de algemene uitkering uit de meicirculaire 2023 laat het volgende meerjarige verloop zien:
Mei circulaire 2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Hogere algemeen uitkering |
3.382 |
3.508 |
2.227 |
3.460 |
Totaal te ramen (stel)posten |
-2.682 |
-2.706 |
-2.497 |
-2.813 |
Totaal te ramen taakmutaties |
-3 |
-3 |
264 |
267 |
Totaal |
697 |
799 |
-6 |
914 |
Uit de meicirculaire blijkt een hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze hogere algemene uitkering wordt naast een aantal positieve bijstellingen van de (hoeveelheids)maatstaven ook veroorzaakt door een geactualiseerd accres op basis van de Voorjaarsnota 2023. Voor het jaar 2023 is er sprake van een opwaartse bijstelling van het accres (de jaarlijkse toe- danwel afname van het gemeentefonds). Vanuit dit hogere accres moeten gemeenten ook de gevolgen van de loon- en prijsontwikkeling opvangen. Vandaar ook dat de bestaande stelposten voor loon- en prijscompensatie naar boven worden bijgesteld. In totaliteit moeten de stelposten voor loon- en prijscompensatie worden opgehoogd met een bedrag van € 1,7 miljoen in 2024 oplopend naar een bedrag van € 2,7 miljoen in 2027. In het vervolg van deze begroting 2024 komen we terug op de inzet van deze stelposten.
Voor de jaren 2024 en 2025 spelen ook de middelen uit de hervormingsagenda jeugd een belangrijke rol. Met het uitblijven van daadwerkelijke besluitvorming over deze hervormingsagenda vindt compensatie plaats via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dat wil zeggen dat als bepaalde maatregelen uit de hervormingsagenda niet door het rijk worden omgezet in daadwerkelijke besluiten en er dus geen besparingen optreden, gemeenten worden gecompenseerd via de algemene uitkering. Daar waar wij als gemeente Dinkelland meerjarig uitgingen van een compensatie via de algemene uitkering van € 850.000/€ 900.000 (75%) ontvangen we in 2024 € 1,495 miljoen en in 2025 € 1,471 miljoen via de algemene uitkering.
Ook een belangrijke verklaring voor de hogere algemene uitkering zit in een eenmalige extra rijksbijdrage in 2027 en in een tweetal specifieke mutaties die zijn verwerkt in de vorm van stelposten.
Eenmalige rijksbijdrage
Het grootste positieve financiële effect uit de meirculaire wordt veroorzaakt door een eenmalige rijksbijdrage van het rijk voor het jaar 2027. Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringssytematiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe heeft het kabinet voor 2026 reeds eenmalig € 1 miljard extra beschikbaar gesteld. Dat gebeurt nu ook op incidentele basis voor het jaar 2027. Via de algemene uitkering komt € 924 miljoen beschikbaar. Voor de gemeente Dinkelland betreft dit een bedrag van ongeveer € 1,1 miljoen. Een bedrag van € 76 miljoen wordt toegevoegd aan het landelijke BTW-compensatiefonds. Inmiddels is bekend geworden dat dit bedrag van € 1 miljard vanaf het jaar 2028 structureel wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en de gemeente Dinkelland dus ook voor het jaar 2028 kan blijven uitgaan van het genoemde bedrag van ongeveer € 1,1 miljoen.
Participatie
De omvang van de integratie-uitkering Participatie wijzigt als gevolg van de toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 114,97 miljoen in 2023, aflopend naar € 95,96 miljoen in 2028). De verdeling van de bedragen per gemeente wijzigt door actualisatie van de verdeling van de Wsw-middelen. Daarnaast is sprake van wijzigingen in de verdeling van de bedragen per gemeente door aanpassing van de drempelbedragen in de verdeling van de middelen beschut werk. Met de Voorjaarsnota heeft het kabinet besloten om gemeenten te compenseren voor de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon voor medewerkers in de Wsw. Voor Dinkelland betekent dit een verhoging van IU participatie in 2023 van € 212.000. Deze mutatie wordt functioneel toegevoegd aan de bestaande raming op het product Sociale werkvoorziening.
Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches
Op 8 februari 2023 is de Regeling specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en sociale basis 2023-2026 (SPUK-SGCS, ook wel ‘brede SPUK”) gepubliceerd. Voor de bestaande Brede Regeling Combinatiefuncties betekent dit een wijziging van het type uitkering van een decentralisatie uitkering naar een specifieke uitkering. De inkomensoverdracht vindt niet meer plaats via het gemeentefonds, maar zal dus via de specifieke uitkering plaatsvinden. Voor Dinkelland betekent dit een structurele verlaging van de algemene uitkering van € 126.000. Hier tegenover wordt met ingang van het jaar 2023 een lagere raming van de kosten van de buurtsportcoaches op het product beleid en uitvoering sportbeleid opgenomen van eenzelfde bedrag. Binnen het programma Iedereen gezond onder de noemer actuele ontwikkelingen is de "brede SPUK" van waaruit de buurtsportcoaches gefinancierd kunnen worden opgenomen.
Taakmutaties
Het saldo van de hogere algemene uitkering is geen pure “winst”. We dienen rekening te houden met de taakmutaties die benoemd zijn door het rijk. Taakmutaties zijn middelen die met een bepaald oogmerk aan het gemeentefonds zijn toegevoegd of onttrokken, maar waar geen bestedingsverplichting aan ten grondslag ligt. Wanneer ze nieuw zijn worden ze eenmalig afzonderlijk benoemd om inzicht te creëren waaraan het rijk meer of minder geld gaat besteden. Maar het uitgangspunt van de gehele algemene uitkering is en blijft dat de middelen vrij aanwendbaar zijn. Binnen de gemeente Dinkelland kennen we de lijn dat voor deze taakmutaties een stelpost wordt opgenomen in afwachting van te ontwikkelen beleid. Zodra door college en raad wordt ingestemd met het ontwikkelde beleid kan een beroep worden gedaan op deze stelpost(en). Indien ervoor wordt gekozen geen beleid te ontwikkelen dan kan de stelpost vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Voor 2023 zijn er een aantal kleine taakmutaties maar ook een aantal wat grotere die hierna worden benoemd en toegelicht:
Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslag
Op 1 januari 2023 is de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen in werking getreden. Vanaf dit uitkeringsjaar is er structureel jaarlijks € 3,3 miljoen beschikbaar voor de financiële gevolgen die de uitvoering van deze wet met zich meebrengt voor gemeenten. Voor Dinkelland een bedrag van structureel € 6.000. Dit houdt in dat er geen koppeling is met het daadwerkelijk plaatsvinden van verkiezingen in een gegeven jaar. Dit bedrag is toegevoegd aan het product verkiezingen.
Verdeling structurele middelen Wet goed Verhuurderschap
In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om malafide verhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt gerichter aan te pakken. Deze afspraken worden uitgevoerd in de vorm van het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Het wetsvoorstel introduceert een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap, in de vorm van algemene regels, waaraan verhuurders en verhuurbemiddelaars zich dienen te houden. Het Rijk stelt middelen ter beschikking om gemeenten financieel te ondersteunen bij de implementatie en uitvoering van het wetsvoorstel. De incidentele bijdrage (voor Dinkelland € 12.000) is opgenomen in 2023 . Daarnaast bestaat de financiering uit een structurele bijdrage die voor Dinkelland uitkomt op een bedrag van € 16.000, bedoeld voor de structurele kosten als gevolg van de handhaving van de landelijke algemene regels en het meldpunt. Voor beide bedragen is een stelpost geraamd in afwachting van te ontwikkelen beleid.
Eigen bijdrage huishoudelijke hulp WMO
Het abonnementstarief in de Wmo 2015 wordt afgeschaft (geraamde opbrengst € 95 miljoen vanaf 2025 en in plaats daarvan wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015 heringevoerd (geraamde opbrengst € 225 miljoen vanaf 2026. Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en het beroep dat wordt gedaan op de Wmo. Deze korting op de algemeen uitkering bedraagt voor de gemeente Dinkelland met ingang van het jaar 2026 structureel € 267.000. Hier tegenover wordt met ingang van het jaar 2026 een hogere raming eigen bijdrage WMO opgenomen van eenzelfde bedrag.
Voorschoolse educatie
Voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid ontvangen gemeenten geld via een specifieke uitkering. De voor- en vroegschoolse educatie (vve) maakt hier deel van uit. Daarnaast ontvangen gemeenten via de algemene uitkering een aanvullende bijdrage vanwege het (eerstelijns) toezicht dat de GGD’en houden. Gemeenten hebben vanaf 2020 in stappen extra middelen ontvangen voor het (eerstelijns) toezicht vanwege het extra toezicht en handhaving. In deze circulaire is € 1,9 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Dit betreft de middelen voor het jaar 2022 (€ 1 miljoen) en 2023 (€ 0,9 miljoen). Het bedrag vanaf 2023 is structureel aangezien alle nieuwe maatregelen zijn ingevoerd. Voor Dinkelland een structureel bedrag van € 1.000. Dit bedrag is toegevoegd aan het product Kinderopvang / Sociaal Medische Indicatie (SMI).
Armoedebestrijding kinderen
In de decembercirculaire 2016 zijn gemeenten geïnformeerd over de € 85 miljoen die vanaf 2017 structureel beschikbaar is gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de verdeling voor het jaar t+1 en verder. Dit betekent voor de gemeente Dinkelland een verhoging van het budget met structureel € 8.000. Dit bedrag is toegevoegd aan het product minimabeleid.
Sociaal Domein
De hogere lasten binnen het Sociaal Domein kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Sociaal Domein |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Vervoer |
-490 |
-490 |
-490 |
-490 |
Inzet inkoop wmo |
-28 |
- |
- |
- |
Bemoeizorg |
-12 |
-12 |
-12 |
-12 |
KIT |
-28 |
- |
- |
- |
Huishoudelijke Ondersteuning (HO) |
-403 |
-403 |
-403 |
-403 |
Jeugd |
475 |
475 |
475 |
475 |
Totaal |
-485 |
-430 |
-430 |
-430 |
Vervoer
Het totale nadeel op vervoer ten bedrage van € 490.000 kan als volgt worden gespecificeerd:
Vervoer – dagbesteding WMO (€160.000)
Vervoer – leerlingenvervoer (€215.000 )
Vervoer – regiotaxi €121.600 (€115.000)
De aanbesteding van het doelgroepenvervoer (van en naar dagbesteding, jeugdhulplocaties, leerlingenvervoer en incidenteel vervoer (regiotaxi)) is inmiddels afgerond. Ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben in deze aanbesteding geleid tot hogere tarieven voor alle vormen van vervoer. Ontwikkelingen die van invloed zijn, zijn o.a. de oorlog in Oekraïne, dat aanbieders moeten voldoen aan de gestelde duurzaamheidseisen (aansluiting bij het landelijk convenant voor zero-emissie vervoer) en er een toenemende druk is op de vervoerders door enerzijds een tekort aan chauffeurs en anderzijds een toenemende vraag voor vervoer. Daarnaast zijn de ramingen met € 33.000 verhoogd aan de hand van de geldende NEA (de Nederlandse Emissieautoriteit) index (specifieke index voor vervoer waar loonkosten, brandstof, filedruk e.d. worden gewogen). Deze meerkosten zijn ten laste gebracht van de stelpost prijscompensatie.
Inzet inkoop WMO
De voorbereidingen voor de nieuwe inkoop van Wmo begeleiding, dagbesteding en verblijf per 2025 zijn van start gegaan. In een projectgroep werken twaalf Twentse gemeenten samen aan een strategisch inkoopdocument voor de gezamenlijke inkoop. Om het inkoopproces goed in te richten huren we gezamenlijk van een externe projectleider in en laten we een kostprijsonderzoek uitvoeren door een extern onafhankelijk bureau voor reële tarieven voor de maatwerkvoorzieningen begeleiding, dagbesteding en verblijf. Daarnaast nemen we deel aan de projectgroep Inkoop Wmo 2025 via een financiële bijdrage voor tijdelijke inhuur ambtelijke capaciteit. De bijdrage vanuit de gemeente Dinkelland bedraagt €27.699.
Bemoeizorg
Er is een stijging in de personen met multiproblematiek waar echt bemoeizorg voor ingezet moet worden. Het houdt op dit moment in dat we voor 2024 naar verwachting tien trajecten inzetten à €1.900 per traject. De extra kosten bedragen €12.000 per jaar.
Kwaliteit en Integriteitsinstrument Twente (KIT)
Met het Kwaliteit en Integriteitsinstrument Twente (KIT) wordt de kwaliteit en integriteit van de zorgaanbieders tijdens de inkoop Jeugd en Wmo 2025 beoordeeld voorafgaand op de gunning. De beoordeling vindt plaats op basis van de door de zorgaanbieders aangeleverde informatie, de uitvoering van de Bibob toets en de risicoscan. KIT vervangt het barrière model dat tot nu toe door Twentse gemeenten werd gebruikt. Met KIT toetsen de gemeenten de aanbieders vooraf op kwaliteitseisen waarmee een juiste besteding van de zorggelden wordt bereikt. Tevens wordt KIT op alle segmenten van de inkoop Jeugd en Wmo (onderdelen begeleiding, dagbesteding en verblijf) integraal ingezet. Hiermee wordt voorkomen dat malafide aanbieders naar een ander segment, met een mindere controle, kunnen overstappen. Op alle segmenten van de inkoop Jeugd en Wmo (begeleiding, dagbesteding en verblijf) zijn naar verwachting in totaal 25 Fte beoordelaars nodig vanuit alle Twentse gemeenten. De benodigde inzet van mensen en middelen zijn verdeeld volgens de gebruikelijke verdeelsleutel van aantal inwoners per gemeente. De totale benodigde extra inzet van ambtelijke capaciteit KIT is voor Noaberkracht 1,84 Fte. Voor gemeente Dinkelland gaat het om inzet van 1,02 Fte voor een periode van 6 tot 8 weken, oftewel een bedrag van € 27.706,-. Deze aanbesteding loopt tot de zomer 2024.
Huishoudelijke ondersteuning
De stijging voor Huishoudelijke Ondersteuning is te verklaren door de nieuwe tarieven per 2024 vanwege een nieuwe inkoop. Daarnaast houden we op basis van historische aantallen rekening van een stijging van het aantal cliënten in 2024. Dit levert structureel hogere kosten op van € 403.000. Daarnaast nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 140.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
De te verwachten kosten binnen de WMO verwachten we op te kunnen vangen binnen de bestaande ramingen. Wel nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 125.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal
Jeugd
Aan de hand van de cijfers over het jaar 2022 (bijstelling in het programmajournaal 2022) en het jaar 2023 (bijstelling in het programmajournaal 2023) kan ook de (meerjaren) naar beneden worden bijgesteld. De reden hiervoor is hetzelfde als in 2022 en 2023: een nadere analyse leert dat, door de inwerkingtreding van het woonplaatsbeginsel per 2022, er een neveneffect lijkt te ontstaan door een daling van de toewijzing van dakjes en ondersteuningsbehoeften. Tot 2022 werd een groot aantal kinderen, die onder toezicht of voogdij werden gesteld door de kinderrechter, ook voorzien van dakjes (vergoeding voor een overnachting) en aanvullende ondersteuningsbehoeften (ambulante ondersteuning). Het woonplaatsbeginsel laat een lagere instroom van zowel de opgelegde maatregelen door de kinderrechter zien als daarmee ook een verlaagde behoefte aan overnachtingsvergoedingen en ambulante ondersteuning. Hierdoor kunnen de verschillende ramingen voor jeugd met een structureel bedrag van € 475.000 naar beneden worden bijgesteld. Wel nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 240.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal
Onroerende Zaak Belasting (OZB)
Deze hogere opbrengst betreft vooral de hoge OZB-opbrengsten 2023 voor niet-woningen. De hogere opbrengsten niet-woningen kunnen vooral worden verklaard doordat de hoeveelheid leegstand te hoog was ingeschat. Dit is vooral gevolg van de overgang naar een ander pakket en een fout in de koppelingen die moeilijk op te lossen was. Hierdoor is de hoeveelheid leegstand voor 2023 te hoog geraamd.
Reisdocumenten
Vanaf 9 maart 2014 zijn paspoorten en de identiteitskaart (ID kaart) voor personen vanaf 18 jaar 10 jaar geldig. Dit heeft in 2014 (10 jaar geleden) geleid tot een ware piek in het aantal verstrekkingen van paspoorten en ID-kaarten. Dit betekent dat al deze verstrekte documenten in 2024 moeten worden vervangen. Naar verwachting gaat het om ruim 4.000 documenten. Rekening houdend met de af te dragen leges aan het rijk levert dit in 2024 een extra inkomst op van ongeveer € 118.000. Om de piek in werkzaamheden te kunnen opvangen is voor beide gemeenten ongeveer een halve FTE aan extra capaciteit benodigd. Het aandeel van de gemeente Dinkelland hierin is € 23.000.
Areaalaanpassing / volumeontwikkeling
In onze (meerjaren)begroting houden we rekening met een jaarlijkse structurele stelpost voor areaalaanpassing (volumeontwikkelingen) van € 60.000. Voor het jaar 2022 bedragen de kosten als gevolg van de groei van het areaal op het gebied van vooral groen en grijs (wegen) bijna € 10.000. Dit betekent dat een bedrag van € 50.000 kan terugvloeien naar de algemene middelen.
Rijksvergoeding uitvoeringskosten duurzaamheid
Deze mutatie heeft betrekking op een nieuwe rijksregeling voor uitvoeringskosten klimaat. Deze regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid’ (CDOKE) betreft een vergoeding aan gemeenten voor uitvoeringskosten in het kader van klimaat en energiebeleid. De gemeente Dinkelland ontvangt voor de eerste drie jaren een bedrag van ongeveer € 480.000 per jaar om te besteden aan uitvoeringskosten. Het college is van mening dat uitvoeringskosten die zijn "voorgefinancierd" via de algemene middelen als eerste ten laste van deze rijksvergoeding moeten worden gebracht. Dit betekent dat de structurele inzet aan uitvoeringskosten duurzaamheid via de algemene middelen waartoe bij vorige P&C documenten is besloten kan worden teruggedraaid. Dat levert een (structureel) voordeel op voor de algemene middelen van € 132.000. Dat het woord structureel tussen aanhalingstekens staat is bewust en het college wil daarmee feitelijk twee dingen zeggen. Ten eerste het eerste deel van de rijksregeling beslaat een periode van 3 jaar (2023, 2024 en 2025) met de opmerking dat het rijk heeft toegezegd dat een latere regeling over de jaren 2026 tot en met 2030 later wordt vastgesteld. De middelen over de gehele periode tot en met 2030 zijn gereserveerd op de rijksbegroting. Ten tweede wil het college aangeven dat wordt gewerkt aan een klimaatvisie. Deze zal naar verwachting in de loop van het jaar 2023 gereed zijn voor behandelingen en bespreking. Naar aanleiding hiervan zullen ook de ambities op dit vlak en dus ook de benodigde uitvoeringskosten bekend zijn.
Aanpassen prijsgevoelige budgetten / inzet stelpost prijscompensatie
De gevolgen van de hoge prijzen (inflatie) zijn ook binnen de begroting van de gemeente Dinkelland voelbaar. In totaliteit gaat het voor het jaar 2024 om een bedrag van bijna € 956.000 en brengen we ten laste van de gereserveerde stelpost. Naast het indexeren van bijdragen, subsidies, contributies en het aanpassen van ramingen voor onderhoud en exploitatielasten bestaat het overgrote deel van deze kosten bestaat uit het aanpassen van de ramingen binnen het Sociaal Domein (WMO, huishoudelijke ondersteuning, jeugd). Hierna resteert voor het jaar 2024 nog een stelpost prijscompensatie van € 200.000 die we vooralsnog intact laten om zodoende mogelijke verdere gevolgen van prijsstijgingen te kunnen opvangen. In de loop van het jaar 2024 moet blijken of dit voldoende is en of er via bijvoorbeeld de gemeentefondscirculaires nog aanvullende ruimte gereserveerd moet worden.
Aanpassen loongevoelige budgetten / inzet stelpost looncompensatie
Het grootste deel van de hogere personeelskosten als gevolg van onder andere CAO afspraken zijn via de begroting 2024 van Noaberkracht verwerkt in (het saldo van) de perspectiefnota 2024. Naast deze personeelskosten kent de gemeente Dinkelland ook eigen loongevoelige personeelsbudgetten, zoals de (loon)kosten van het bestuur, de griffie, buitengewone ambtenaren burgerlijke stand. Deze ramingen moeten ook worden aangepast aan de laatst bekende afspraken. Deze (meer)kosten ten bedrage van € 22.000 onttrekken we aan de stelpost looncompensatie. Voor 2024 gaan we, vooruitlopend op nieuwe CAO afspraken, uit van een stijging van 4,5%. De verwachting is dat we deze (stel) post aan de hand van de septembercirculaire 2023 naar boven moeten bijstellen.
Overige kleine(re) verschillen
Het betreft hier meerder kleine(re)verschillen.
1. Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven mutaties op basis van bestaand beleid en deze te verwerken in het herziene meerjarige saldo |