Van perspectiefnota 2024 naar begroting 2024

Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om een gestructureerd beeld te geven van de opbouw en het verloop van het meerjarige saldo volgen we onderstaande opzet:

Allereerst ziet u in paragraaf 1 het beginsaldo van deze begroting 2024 weergegeven. Dit saldo vindt zijn oorsprong in de perspectiefnota 2024 zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 18 juli 2023 en vormt de basis waarmee verder wordt gewerkt.

In paragraaf 2 schetsen we het beeld van het ontstaan van het begrotingssaldo aan de hand van de zogenaamde mutaties op de uitvoering van het bestaande (dus vastgestelde) beleid.

In paragraaf 3 treft u het herziene meerjarige saldo op basis van bestaand beleid aan.

De uitwerking van de nader uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024 is opgenomen  in paragraaf 4.

In paragraaf 5 staan we stil bij een aantal specifieke mutaties. Deze specifieke mutaties hebben niet in alle gevallen financiële consequenties, maar ze herbergen wel een aantal mogelijke risico’s of zijn in politiek-bestuurlijke zin zo relevant dat een nadere toelichting nodig is.

In paragraaf 6 geven we een beeld van het herziene meerjarige saldo rekening houdend met de (financiele consequenties van de ) nadere uitwerking van de uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024.

Tot slot geven we in paragraaf 7 een overzicht van de beschikbare incidentele middelen waaronder de stand van zaken van de (belangrijkste) reserves.

1. Meerjarig saldo perspectiefnota 2024

Meerjarig saldo perspectiefnota 2024

Terug naar navigatie - Meerjarig saldo perspectiefnota 2024

Zoals u van ons gewend bent, zoeken we in elk van de P&C-documenten in financiële zin aansluiting bij het laatst vastgestelde document. Voor de begroting 2024 betekent dit dat we aansluiting zoeken bij het saldo van de perspectiefnota 2024.

Gemeente Dinkelland 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo begroting 2023         1.839         3.058             -57               82
Totaal mutaties bestaand beleid            408            469            969               77
Herzien meerjarig saldo uit perspectiefnota 2024         2.246         3.526            912            159

 

Uit dit herziene meerjarig uit de perspectiefnota 2024 saldo blijkt dat er vanaf het jaar 2026  sprake van een lager voordelig saldo. Dit wordt veroorzaakt door de onzekerheid op het gebied van de nieuwe financieringssytematiek. Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringssytematiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe heeft  het kabinet eenmalig € 1 miljard extra in 2026 beschikbaar gesteld (zie mutaties bestaand beleid).. Voor de gemeente Dinkelland betreft dit een bedrag van € 1.100.000. Door de extra eenmalige toevoeging door het Rijk aan het gemeentefonds van € 1 miljard is de meerjarige financiële onzekerheid  verschoven naar het jaar 2027.  Aangezien er nog steeds geen nieuws is over de nieuwe financieringssystematiek blijft de onzekerheid bij gemeenten over het financiële meerjarige beeld. Dit maakt het opstellen van een deugdelijke meerjarenbegroting bijzonder lastig.  Zeker daar waar het gaat om lange termijn verplichtingen en investeringen waar structurele lasten uit voortvloeien. Via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is hier aandacht voor gevraagd wat heeft geresulteerd in een toezegging van het Rijk dat de € 1 miljard vanaf 2027 structureel wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Inmiddels blijkt dat deze € 1 miljard inderdaad is opgenomen in de voorjaarnota 2023 van het Rijk.  De verwerking hiervan is  opgenomen in de meicirculaire 2023 . De financiële vertaling van deze meicirculaire hebben we opgenomen in de volgende paragraaf "mutaties bestaand beleid". 

Door de val van het kabinet blijft de benoemde onzekerheid over de meerjarige financiële positie van gemeenten  naar verwachting nog wel enige tijd voortduren. Er is al aangegeven dat het inmiddels demissionaire kabinet besluitvorming over de VNG resolutie, de opschalingskorting en de nieuwe financieringssystematiek van gemeenten overlaat aan een nieuw kabinet.

2. Mutaties bestaand beleid

Mutaties bestaand beleid

Terug naar navigatie - Mutaties bestaand beleid

In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verschillende mutaties op basis van bestaand beleid. Dit kunnen autonome ontwikkelingen zijn of zaken waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden.

Mutaties bestaand beleid 2024 2025 2026 2027
Meicirculaire 2023        
 - hogere algemeen uitkering         3.382         3.508         2.227         3.460
 - totaal te ramen (stel)posten        -2.682        -2.706        -2.497        -2.813
 - totaal te ramen taakmutaties               -3               -3            264            267
Hervormingsagenda jeugd        
Sociaal Domein -485 -430 -430 -430
OZB 198 202 206 210
Reisdocumenten (10 jaarstermijn)               95                -                  -                  -  
Areaalaanpassing               50               50               50               50
Uitvoeringskosten duurzaamheid t.l.v. rijksvergoeding            132            132            132            132
Aanpassen prijsgevoelige budgetten           -956           -939           -939           -939
Inzet stelpost prijscompensatie            956            939            939            939
Aanpassen loongevoelige budgetten             -22             -22             -22             -22
Inzet stelpost looncompensatie               22               22               22               22
Overige kleine(re) verschillen 7 38 16 12
Totaal mutaties bestaand beleid            694            791             -32            888

Toelichtingen op mutaties bestaand beleid

Meicirculaire 2023

Meestal verschijnen jaarlijks drie circulaires. In mei, september en december. Mei geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september van de vertaling van de Miljoenennota, december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af.  De meicirculaire bevat informatie over de actualisatie van het accres op basis van de Voorjaarsnota van de Rijksoverheid en een eenmalige rijksbijdrage in 2027.

De hoogte en omvang van de algemene uitkering uit de meicirculaire 2023 laat het volgende meerjarige verloop zien:

Mei circulaire 2023 2024 2025 2026 2027
Hogere algemeen uitkering          3.382          3.508          2.227          3.460
Totaal te ramen (stel)posten         -2.682        -2.706        -2.497        -2.813
Totaal te ramen taakmutaties                 -3                -3             264             267
Totaal              697             799                -6             914

Uit de meicirculaire blijkt een hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze hogere algemene uitkering wordt naast een aantal positieve bijstellingen van de (hoeveelheids)maatstaven ook veroorzaakt door een  geactualiseerd accres op basis van de Voorjaarsnota 2023.  Voor het jaar 2023 is er sprake van een opwaartse bijstelling van het accres (de jaarlijkse toe- danwel afname van het gemeentefonds). Vanuit dit hogere accres moeten gemeenten ook de gevolgen van de loon- en prijsontwikkeling opvangen. Vandaar ook dat de bestaande stelposten voor loon- en prijscompensatie naar boven worden bijgesteld.  In totaliteit moeten de stelposten voor loon- en prijscompensatie worden opgehoogd met een bedrag van € 1,7 miljoen in 2024 oplopend naar een bedrag van € 2,7 miljoen in 2027. In het vervolg van deze begroting 2024 komen we terug op de inzet van deze stelposten.

Voor de jaren 2024 en 2025 spelen ook de middelen uit de hervormingsagenda jeugd een belangrijke rol. Met het uitblijven van daadwerkelijke besluitvorming over deze hervormingsagenda vindt compensatie plaats via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dat wil zeggen dat als bepaalde maatregelen uit de hervormingsagenda niet door het rijk worden omgezet in daadwerkelijke besluiten en er dus geen besparingen optreden, gemeenten worden gecompenseerd via de algemene uitkering. Daar waar wij als gemeente Dinkelland meerjarig uitgingen van een compensatie via de algemene uitkering van € 850.000/€ 900.000 (75%) ontvangen we in 2024 € 1,495 miljoen en in 2025 € 1,471 miljoen via de algemene uitkering.

Ook een  belangrijke verklaring voor de hogere algemene uitkering zit  in een eenmalige extra rijksbijdrage in 2027 en in een tweetal specifieke mutaties die zijn verwerkt in de vorm van stelposten.

Eenmalige rijksbijdrage 

Het grootste positieve financiële effect uit de meirculaire wordt veroorzaakt door een eenmalige rijksbijdrage van het rijk voor het jaar 2027. Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringssytematiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe heeft het kabinet voor 2026 reeds eenmalig € 1 miljard extra beschikbaar gesteld. Dat gebeurt nu ook op incidentele basis voor het jaar 2027.  Via de algemene uitkering komt € 924 miljoen beschikbaar. Voor de gemeente Dinkelland  betreft dit een bedrag van ongeveer € 1,1 miljoen.  Een bedrag van € 76 miljoen wordt  toegevoegd aan het landelijke BTW-compensatiefonds. Inmiddels is bekend geworden dat dit bedrag van € 1 miljard vanaf het jaar 2028 structureel wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en de gemeente Dinkelland dus ook voor het jaar 2028 kan blijven uitgaan van het genoemde bedrag van ongeveer € 1,1 miljoen.

Participatie

De omvang van de integratie-uitkering Participatie wijzigt als gevolg van de toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 114,97 miljoen in 2023, aflopend naar € 95,96 miljoen in 2028). De verdeling van de bedragen per gemeente wijzigt door actualisatie van de verdeling van de Wsw-middelen. Daarnaast is sprake van wijzigingen in de verdeling van de bedragen per gemeente door aanpassing van de drempelbedragen in de verdeling van de middelen beschut werk. Met de Voorjaarsnota heeft het kabinet besloten om gemeenten te compenseren voor de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon voor medewerkers in de Wsw. Voor Dinkelland betekent dit een verhoging van IU participatie in 2023 van € 212.000. Deze mutatie wordt functioneel toegevoegd aan de bestaande raming op het product Sociale werkvoorziening.

Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches

Op 8 februari 2023 is de Regeling specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en sociale basis 2023-2026 (SPUK-SGCS, ook wel ‘brede SPUK”) gepubliceerd. Voor de bestaande Brede Regeling Combinatiefuncties betekent dit een wijziging van het type uitkering van een decentralisatie uitkering naar een specifieke uitkering. De inkomensoverdracht vindt niet meer plaats via het gemeentefonds, maar zal dus via de specifieke uitkering plaatsvinden. Voor Dinkelland betekent dit een structurele verlaging van de algemene uitkering van € 126.000. Hier tegenover wordt met ingang van het jaar 2023 een lagere raming van de kosten van de buurtsportcoaches op het product beleid en uitvoering sportbeleid opgenomen van eenzelfde bedrag.  Binnen het programma Iedereen gezond onder de noemer actuele ontwikkelingen is de "brede SPUK" van waaruit de buurtsportcoaches gefinancierd kunnen worden opgenomen.

Taakmutaties

Het saldo van de hogere algemene uitkering is geen pure “winst”. We dienen rekening te houden met de taakmutaties die benoemd zijn door het rijk. Taakmutaties zijn middelen die met een bepaald oogmerk aan het gemeentefonds zijn toegevoegd of onttrokken, maar waar geen bestedingsverplichting aan ten grondslag ligt. Wanneer ze nieuw zijn worden ze eenmalig afzonderlijk benoemd om inzicht te creëren waaraan het rijk meer of minder geld gaat besteden. Maar het uitgangspunt van de gehele algemene uitkering is en blijft dat de middelen vrij aanwendbaar zijn. Binnen de gemeente Dinkelland kennen we de lijn dat voor deze taakmutaties een stelpost wordt opgenomen in afwachting van te ontwikkelen beleid. Zodra door college en raad wordt ingestemd met het ontwikkelde beleid kan een beroep worden gedaan op deze stelpost(en). Indien ervoor wordt gekozen geen beleid te ontwikkelen dan kan de stelpost vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Voor 2023 zijn er een aantal kleine taakmutaties maar ook een aantal  wat grotere die hierna worden benoemd en toegelicht:

Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslag

Op 1 januari 2023 is de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen in werking getreden. Vanaf dit uitkeringsjaar is er structureel jaarlijks € 3,3 miljoen beschikbaar voor de financiële gevolgen die de uitvoering van deze wet met zich meebrengt voor gemeenten. Voor Dinkelland een bedrag van structureel € 6.000. Dit houdt in dat er geen koppeling is met het daadwerkelijk plaatsvinden van verkiezingen in een gegeven jaar. Dit bedrag is toegevoegd aan het product verkiezingen.

Verdeling structurele middelen Wet goed Verhuurderschap

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om malafide verhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt gerichter aan te pakken. Deze afspraken worden uitgevoerd in de vorm van het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Het wetsvoorstel introduceert een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap, in de vorm van algemene regels, waaraan verhuurders en verhuurbemiddelaars zich dienen te houden. Het Rijk stelt middelen ter beschikking om gemeenten financieel te ondersteunen bij de implementatie en uitvoering van het wetsvoorstel. De incidentele bijdrage (voor Dinkelland € 12.000)  is opgenomen in 2023 . Daarnaast bestaat de financiering uit een structurele bijdrage die voor Dinkelland uitkomt op een bedrag van € 16.000, bedoeld voor de structurele kosten als gevolg van de handhaving van de landelijke algemene regels en het meldpunt. Voor beide bedragen is een stelpost geraamd in afwachting van te ontwikkelen beleid.

Eigen bijdrage huishoudelijke hulp WMO

Het abonnementstarief in de Wmo 2015 wordt afgeschaft (geraamde opbrengst € 95 miljoen vanaf 2025 en in plaats daarvan wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015 heringevoerd (geraamde opbrengst € 225 miljoen vanaf 2026. Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en het beroep dat wordt gedaan op de Wmo. Deze korting op de algemeen uitkering bedraagt voor de gemeente Dinkelland met ingang van het jaar 2026 structureel € 267.000. Hier tegenover wordt met ingang van het jaar 2026 een hogere raming eigen bijdrage WMO opgenomen van eenzelfde bedrag.

Voorschoolse educatie

Voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid ontvangen gemeenten geld via een specifieke uitkering. De voor- en vroegschoolse educatie (vve) maakt hier deel van uit. Daarnaast ontvangen gemeenten via de algemene uitkering een aanvullende bijdrage vanwege het (eerstelijns) toezicht dat de GGD’en houden. Gemeenten hebben vanaf 2020 in stappen extra middelen ontvangen voor het (eerstelijns) toezicht vanwege het extra toezicht en handhaving. In deze circulaire is € 1,9 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Dit betreft de middelen voor het jaar 2022 (€ 1 miljoen) en 2023 (€ 0,9 miljoen). Het bedrag vanaf 2023 is structureel aangezien alle nieuwe maatregelen zijn ingevoerd. Voor Dinkelland een structureel bedrag van € 1.000. Dit bedrag is toegevoegd aan het product Kinderopvang / Sociaal Medische Indicatie (SMI).

Armoedebestrijding kinderen

In de decembercirculaire 2016 zijn gemeenten geïnformeerd over de € 85 miljoen die vanaf 2017 structureel beschikbaar is gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de verdeling voor het jaar t+1 en verder. Dit betekent voor de gemeente Dinkelland een verhoging van het budget met structureel € 8.000. Dit bedrag is toegevoegd aan het product minimabeleid.

Sociaal Domein

De hogere lasten binnen het Sociaal Domein  kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Sociaal Domein 2024 2025 2026 2027
Vervoer              -490              -490              -490              -490
Inzet inkoop wmo                -28                  -                    -                    -  
Bemoeizorg                -12                -12                -12                -12
KIT                -28                  -                    -                    -  
Huishoudelijke Ondersteuning (HO)              -403              -403              -403              -403
Jeugd                475               475               475               475
Totaal              -485              -430              -430              -430

Vervoer

Het totale nadeel op vervoer ten bedrage van € 490.000 kan als volgt worden gespecificeerd:

Vervoer – dagbesteding WMO (€160.000)
Vervoer – leerlingenvervoer (€215.000 )
Vervoer – regiotaxi €121.600 (€115.000)

De aanbesteding van het doelgroepenvervoer (van en naar dagbesteding, jeugdhulplocaties, leerlingenvervoer en incidenteel vervoer (regiotaxi)) is inmiddels afgerond. Ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben in deze aanbesteding geleid tot hogere tarieven voor alle vormen van vervoer. Ontwikkelingen die van invloed zijn, zijn o.a. de oorlog in Oekraïne, dat aanbieders moeten voldoen aan de gestelde duurzaamheidseisen (aansluiting bij het landelijk convenant voor zero-emissie vervoer) en er een toenemende druk is op de vervoerders door enerzijds een tekort aan chauffeurs en anderzijds een toenemende vraag voor vervoer. Daarnaast zijn de ramingen met € 33.000 verhoogd aan de hand van de geldende NEA (de Nederlandse Emissieautoriteit)  index (specifieke index voor vervoer waar loonkosten, brandstof, filedruk e.d. worden gewogen).  Deze meerkosten zijn ten laste gebracht van de stelpost prijscompensatie.

Inzet inkoop WMO

De voorbereidingen voor de nieuwe inkoop van Wmo begeleiding, dagbesteding en verblijf per 2025 zijn van start gegaan. In een projectgroep werken twaalf Twentse gemeenten samen aan een strategisch inkoopdocument voor de gezamenlijke inkoop. Om het inkoopproces goed in te richten huren we gezamenlijk van een externe projectleider in en laten we een kostprijsonderzoek uitvoeren door een extern onafhankelijk bureau voor reële tarieven voor de maatwerkvoorzieningen begeleiding, dagbesteding en verblijf. Daarnaast nemen we deel aan de projectgroep Inkoop Wmo 2025 via een financiële bijdrage voor tijdelijke inhuur ambtelijke capaciteit. De bijdrage vanuit de gemeente Dinkelland bedraagt €27.699.

Bemoeizorg

Er is een stijging in de personen met multiproblematiek waar echt bemoeizorg voor ingezet moet worden. Het houdt op dit moment in dat we voor 2024 naar verwachting tien trajecten inzetten à €1.900 per traject. De extra kosten bedragen €12.000 per jaar.

Kwaliteit en Integriteitsinstrument Twente (KIT) 

Met het Kwaliteit en Integriteitsinstrument Twente (KIT) wordt de kwaliteit en integriteit van de zorgaanbieders tijdens de inkoop Jeugd en Wmo 2025 beoordeeld voorafgaand op de gunning. De beoordeling vindt plaats op basis van de door de zorgaanbieders aangeleverde informatie, de uitvoering van de Bibob toets en de risicoscan. KIT vervangt het barrière model dat tot nu toe door Twentse gemeenten werd gebruikt. Met KIT toetsen de gemeenten de aanbieders vooraf op kwaliteitseisen waarmee een juiste besteding van de zorggelden wordt bereikt. Tevens wordt KIT op alle segmenten van de inkoop Jeugd en Wmo (onderdelen begeleiding, dagbesteding en verblijf) integraal ingezet. Hiermee wordt voorkomen dat malafide aanbieders naar een ander segment, met een mindere controle, kunnen overstappen. Op alle segmenten van de inkoop Jeugd en Wmo (begeleiding, dagbesteding en verblijf) zijn naar verwachting in totaal 25 Fte beoordelaars nodig vanuit alle Twentse gemeenten. De benodigde inzet van mensen en middelen zijn verdeeld volgens de gebruikelijke verdeelsleutel van aantal inwoners per gemeente. De totale benodigde extra inzet van ambtelijke capaciteit KIT is voor Noaberkracht 1,84 Fte. Voor gemeente Dinkelland gaat het om inzet van 1,02 Fte voor een periode van 6 tot 8 weken, oftewel een bedrag van € 27.706,-. Deze aanbesteding loopt tot de zomer 2024.

Huishoudelijke ondersteuning

De stijging voor Huishoudelijke Ondersteuning is te verklaren door de nieuwe tarieven per 2024 vanwege een nieuwe inkoop. Daarnaast houden we op basis van historische aantallen rekening van een stijging van het aantal cliënten in 2024. Dit levert structureel hogere kosten op van € 403.000. Daarnaast nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 140.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal.

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

De te verwachten kosten binnen de WMO verwachten we op te kunnen vangen binnen de bestaande ramingen. Wel nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 125.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal

Jeugd

Aan de hand van de cijfers over het jaar 2022 (bijstelling in het programmajournaal 2022) en het jaar 2023 (bijstelling in het programmajournaal 2023) kan ook de (meerjaren) naar beneden worden bijgesteld. De reden hiervoor is hetzelfde als in 2022 en 2023: een nadere analyse leert dat, door de inwerkingtreding van het woonplaatsbeginsel per 2022, er een neveneffect lijkt te ontstaan door een daling van de toewijzing van dakjes en ondersteuningsbehoeften. Tot 2022 werd een groot aantal kinderen, die onder toezicht of voogdij werden gesteld door de kinderrechter, ook voorzien van dakjes (vergoeding voor een overnachting) en aanvullende ondersteuningsbehoeften (ambulante ondersteuning). Het woonplaatsbeginsel laat een lagere instroom van zowel de opgelegde maatregelen door de kinderrechter zien als daarmee ook een verlaagde behoefte aan overnachtingsvergoedingen en ambulante ondersteuning. Hierdoor kunnen de verschillende ramingen voor jeugd met een structureel bedrag van € 475.000 naar beneden worden bijgesteld. Wel nemen we een indexatiepercentage van 5,6% mee (volgens de CPI index). De kosten hiervan ten bedrage van ruim € 240.000 dekken we via de stelpost prijscompensatie. Mocht de werkelijke index hoger of lager uitvallen, dan stellen we die bij in het programmajournaal

Onroerende Zaak Belasting (OZB)

Deze hogere opbrengst betreft vooral de hoge OZB-opbrengsten 2023 voor niet-woningen. De hogere opbrengsten niet-woningen kunnen vooral worden verklaard doordat de hoeveelheid leegstand te hoog was ingeschat. Dit is vooral gevolg van de overgang naar een ander pakket en een fout in de koppelingen die moeilijk op te lossen was. Hierdoor is de hoeveelheid leegstand voor 2023 te hoog geraamd.  

Reisdocumenten

Vanaf 9 maart 2014 zijn paspoorten en de identiteitskaart (ID kaart) voor personen vanaf 18 jaar 10 jaar geldig. Dit heeft  in 2014 (10 jaar geleden) geleid tot een ware piek in het aantal verstrekkingen van paspoorten en ID-kaarten. Dit betekent dat al deze verstrekte documenten in 2024 moeten worden vervangen. Naar verwachting gaat het om ruim 4.000 documenten.  Rekening houdend met de af te dragen leges aan het rijk levert dit in 2024 een extra inkomst op van ongeveer € 118.000. Om de piek in werkzaamheden te kunnen opvangen is voor beide gemeenten ongeveer een halve FTE aan extra capaciteit benodigd. Het aandeel van de gemeente Dinkelland hierin is € 23.000.

Areaalaanpassing / volumeontwikkeling

In onze (meerjaren)begroting houden we rekening met een jaarlijkse structurele stelpost voor areaalaanpassing (volumeontwikkelingen) van € 60.000. Voor het jaar 2022 bedragen de kosten als gevolg van de groei van het areaal op het gebied van vooral groen en grijs (wegen) bijna € 10.000. Dit betekent dat een bedrag van € 50.000 kan terugvloeien naar de algemene middelen.

Rijksvergoeding uitvoeringskosten duurzaamheid

Deze mutatie  heeft betrekking op een nieuwe rijksregeling voor uitvoeringskosten klimaat. Deze regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid’ (CDOKE) betreft een vergoeding aan gemeenten voor  uitvoeringskosten in het kader van klimaat en energiebeleid. De gemeente Dinkelland ontvangt voor de eerste drie jaren  een bedrag van ongeveer € 480.000 per jaar om te besteden aan uitvoeringskosten. Het college is van mening dat uitvoeringskosten die zijn "voorgefinancierd" via de algemene middelen als eerste ten laste van deze rijksvergoeding moeten worden gebracht. Dit betekent dat de structurele inzet aan uitvoeringskosten duurzaamheid via de algemene middelen waartoe bij vorige P&C documenten is besloten kan worden teruggedraaid. Dat levert een (structureel) voordeel op voor de algemene middelen van € 132.000. Dat het woord structureel tussen aanhalingstekens staat is bewust en  het college wil daarmee feitelijk twee dingen zeggen.  Ten eerste het eerste deel van de rijksregeling beslaat een periode van 3 jaar (2023, 2024 en 2025) met de opmerking dat het rijk heeft toegezegd dat een latere regeling over de jaren 2026 tot en met 2030 later wordt vastgesteld. De middelen over de gehele periode tot en met 2030 zijn gereserveerd op de rijksbegroting.  Ten tweede wil het college aangeven dat wordt gewerkt aan een klimaatvisie. Deze zal naar verwachting in de loop van het jaar 2023 gereed zijn voor behandelingen en bespreking. Naar aanleiding hiervan zullen ook de ambities op dit vlak en dus ook de benodigde uitvoeringskosten bekend zijn. 

Aanpassen prijsgevoelige budgetten / inzet stelpost prijscompensatie 

De gevolgen van de hoge prijzen (inflatie) zijn ook binnen de begroting van de gemeente Dinkelland voelbaar. In totaliteit gaat het voor het jaar 2024 om een bedrag van bijna € 956.000 en brengen we ten laste van de gereserveerde stelpost. Naast het indexeren van bijdragen, subsidies, contributies en het aanpassen van ramingen voor onderhoud en exploitatielasten bestaat het overgrote deel van deze kosten bestaat uit het aanpassen van de ramingen binnen het Sociaal Domein (WMO, huishoudelijke ondersteuning, jeugd)Hierna resteert voor het jaar 2024 nog een stelpost prijscompensatie van € 200.000 die we vooralsnog intact laten om zodoende mogelijke verdere gevolgen van prijsstijgingen te kunnen opvangen. In de loop van het jaar 2024 moet blijken of dit voldoende is en of er via bijvoorbeeld de gemeentefondscirculaires nog aanvullende ruimte gereserveerd moet worden.

Aanpassen loongevoelige budgetten / inzet stelpost looncompensatie 

Het grootste deel van de hogere personeelskosten als gevolg van onder andere CAO afspraken zijn via de begroting 2024 van Noaberkracht verwerkt in (het saldo van) de perspectiefnota 2024. Naast deze personeelskosten kent de gemeente Dinkelland ook eigen loongevoelige personeelsbudgetten, zoals de (loon)kosten van het  bestuur, de griffie, buitengewone ambtenaren burgerlijke stand. Deze ramingen moeten ook worden aangepast aan de laatst bekende afspraken. Deze (meer)kosten ten bedrage van € 22.000 onttrekken we aan de stelpost looncompensatie. Voor 2024 gaan we, vooruitlopend op nieuwe CAO afspraken, uit van een stijging van 4,5%.  De verwachting is dat we deze (stel) post aan de hand van de septembercirculaire 2023 naar boven moeten bijstellen. 

Overige kleine(re) verschillen

Het betreft hier meerder kleine(re)verschillen.

 

1. Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven mutaties op basis van bestaand beleid en deze te verwerken in het herziene meerjarige saldo

3. Herzien meerjarig saldo op basis van bestaand beleid

Herzien meerjarig saldo op basis van bestaand beleid

Terug naar navigatie - Herzien meerjarig saldo op basis van bestaand beleid

Rekening houdend met de aangegeven en toegelichte mutaties op basis van nieuw beleid/intensivering bestaand beleid uit de vorige paragraaf ontstaat het volgende herziene meerjarige saldo:

Gemeente Dinkelland 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo perspectiefnota 2024         2.246         3.526            912            159
Totaal mutaties bestaand beleid            694            791             -32            888
Herzien meerjarig saldo na mutaties bestaand beleid         2.940         4.317            880         1.047

 

Zoals bij de mutaties bestaand beleid reeds is toegelicht wordt de verbetering van het herziene meerjarige saldo in de jaren 2024 en 2025 vooral veroorzaakt door de hogere algemene uitkering omdat de daadwerkelijke besluitvorming over de hervormingsagenda jeugd vooralsnog uitblijft. De verbetering in 2027 wordt veroorzaakt door de extra eenmalige € 1 miljard die het Rijk, vooruitlopend op de besluitvorming over de nieuwe financieringssystematiek, beschikbaar heeft gesteld. Inmiddels is bekend geworden dat dit bedrag vanaf het jaar 2028 structureel wordt.

4. Uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024

Uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024

Terug naar navigatie - Uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024

Inleiding

Als onderdeel van de perspectiefnota 2024 heeft de gemeenteraad ingestemd met een aantal nader uit te werken richtingen. Hierbij is aangegeven dat deze nadere uitwerking van de benoemde richtingen wordt betrokken bij het opstellen van de begroting 2024 waar verdere besluitvorming plaatsvindt of bij separaat raadsvoorstel als de omstandigheden (voortgang) daar om vragen. In richtinggevende zin is in de perspectiefnota 2024 , vooruitlopend op verdere uitwerking en  besluitvorming voor de verschillende uit te werken richtingen rekening gehouden met het volgende middelenbeslag:  

Uit te werken richtingen gemeente Dinkelland inc 2024 2025 2026 2027
 Extra inzet op preventie binnen het sociaal domein           500          450          450          450          450
 Extra inzet en versnellingsacties binnen programma  leefbare kernen           550              -                -                -                -  
 Versterken economische en toeristische positie           400             80             80             80             80
 Extra reservering samen scholen        9.000            100          100          100
 Onderhoud en vervanging openbare ruimte        1.700          150          150          150          250
 Behouden en versterken cultuuraanbod           850             20             20             20             20
 Totaal uit te werken richtingen      13.000          700          800          800          900

 

Nadere uitwerking, specificatie en toelichting uit te werken richtingen 

In dit hoofdstuk worden de uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024 nader uitgewerkt. Begonnen wordt met een specificatie per nader uit te werken richting naar activiteiten/inspanningen met daaraan gekoppeld het benodigde geld. Daarna worden de verschillende activiteiten / inspanningen voorzien van een nadere toelichting.

Na elke uitwerking, specificatie en toelichting per uit te werken richting volgt een voorstel voor besluitvorming.

 

Extra inzet op preventie binnen het sociaal domein - incidenteel

Incidenteel budget 500
Preventie HO door Powerfulageing en huishoudcoach -150
Updaten doelgroepenbeleid -10
Leerlingenvervoer- persoonlijk vervoersontwikkelplan -75
Versterken voorliggende voorzieningen jeugd  -8
Buurtsportcoaches -50
Preventieve ondersteuning na beëindiging NPO  onderdeel schoolmaatschappelijk werk -89
Armoedebeleid -58
Restant 60

In 2024 zetten we in op  preventie ter voorkoming van (de verdere groei van) de geïndiceerde zorg. Dit doen wij door het herijken van het ondersteuningsnetwerk en het zgn. voorliggende aanbod ofwel zorg- en ondersteuningsaanbod waarbij nog geen indicatiestelling nodig is of heeft plaatsgevonden. We zetten de extra middelen t/m 2025 incidenteel in op:

  • Wmo gerelateerde voorliggende voorzieningen die een bijdrage leveren aan het verminderen van de toestroom naar de Wmo zorg, zoals huishoudcoach, vervoersontwikkelingen en voorliggende dagopvang bij kulturhusen.
  • Versterken van de voorliggende voorzieningen jeugd. Momenteel zijn we met een analyse bezig welke problematiek speelt er bij de jeugd en welk preventief aanbod wordt gemist. Vooruitlopend op de de afronding van de totale analyse hebben we ‘laaghangend fruit’ gedetecteerd waarmee we snel kunnen starten  (zoals organiseren van beschikbare steungezinnen, het voorkomen van / anticiperen op jeugdzorg die voortvloeit uit echtscheidingsproblematiek en het anders inzetten van het jeugd en jongerenwerk). 
  • Buursportcoaches: op uitvoerend niveau op het gebied van sport en preventie missen wij capaciteit om de gezondheidsdoelstelling waar te kunnen maken. We willen structureel het aantal buurtsportcoaches vergroten, daarvoor zijn ook incidentele middelen nodig om het te implementeren.
  • Schoolmaatschappelijk werk in de scholen. We zetten de koers van de NPO (Nationaal Programma Onderwijs) middelen door. NPO waren middelen die gemeenten hebben ontvangen om scholen te ondersteunen bij de aanpak van coronavertragingen. Met name op sociaal (emotioneel) vlak zagen wij de achterstanden ontstaan. Als gevolg daarvan zijn de middelen ingezet in het mogelijk van schoolmaatschappelijk werk op de scholen (basisonderwijs, voortgezet onderwijs en Speciaal Basisonderwijs).  Hierbij is de schoolmaatschappelijk werker op school aanwezig is, dichtbij en beschikbaar, niet alleen voor de leerkrachten en interne begeleiders, maar ook voor de leerlingen en hun ouders.  Met deze extra uren geeft de schoolmaatschappelijk werker aan (ouders van) leerlingen uit het basisonderwijs extra hulp en ondersteuning  op meerdere levensgebieden zoals relatieproblemen, scheiding, problemen
    rondom financiën, verlies van werk, verlies van een dierbare en eenzaamheid onder ouders en/of kind. Doel van de extra ondersteuning is om kinderen in een zo normaal mogelijke en probleemloze gezinssituatie te kunnen laten opgroeien en er daarmee voor te zorgen dat het welbevinden en de leerprestaties van deze kinderen verbeteren. De eventuele mogelijkheden voor structurele dekking van vooral  het schoolmaatschappelijk werk  betrekken we bij het opstellen van de perspectiefnota 2025. 
  • Armoedebeleid: momenteel wordt gewerkt aan het armoedebeleid.  De evaluaties zijn gereed waarbij inzicht is verkregen in de omvang van de problematiek en inzicht in waar de kansen liggen in het preventief aanpakken en voorkomen van armoede. Vooruitlopend op het definitieve beleidsplan, hebben we 'laaghangend fruit' gedetecteerd waarmee we snel kunnen starten. Eén van de constatering is namelijk dat vooral verborgen armoede een grote uitdaging is, dat vraagt om betere communicatie, inzet op preventie en samenwerking tussen partijen/ organisaties bij vroegsignalering. Een voorbeeld van het laaghangend fruit is 'bereken uw recht'.  Dit is een website waarbij inwoners zelf kunnen zien voor welke regelingen zij in aanmerking komen. De samenwerking met Schakel kan hierin verbeterd worden waardoor actief en gericht inwoners benaderd worden. 
2. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van dit onderdeel van de richting "extra inzet op preventie binnen het sociaal domein - incidenteel" en hiervoor een bedrag van € 500.000 te onttrekken aan de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen. 

 

Extra inzet op preventie binnen het sociaal domein - structureel

  2024 2025 2026 2027
Structureel budget 450 450 450 450
Persoonlijk vervoer ontwikkelingsplan (PVP) -8 -8 -8 -8
Preventiebudget -100 -100 -100 -100
Buurtsportcoaches -171 -171 -171 -171
Versterken voorliggende voorzieningen jeugd -40 -40 -40 -40
Dorpsondersteuner -100 -100 -100 -100
Preventieve ondersteuning na beëindiging NPO  onderdeel PGJ -30 -30 -30 -30
Restant 1 1 1 1

Structureel zetten we in op:

  • Preventiebudget: deze middelen worden ingezet om uitvoering te geven aan het gezondheid, sport, cultuur en armoedebeleid. Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van vier beleidsnota's: gezondheid, sport, cultuur en armoedebeleid. Een overeenkomst tussen alle beleidsnota's is dat het ondersteuningsnetwerk en het preventieve aanbod niet toereikend is ten opzichte van de ambities.
  • Doorontwikkeling van buurtsportcoaches als onderdeel van een meer structurele borging van sportbeleid waardoor blijvend gewerkt kan worden aan vitaliteit en dus preventie.
  • Versterken van het preventieve jeugdhulpaanbod ook in samenwerking met het (speciaal- en praktijk) onderwijs waarmee een deel van de geïndiceerde jeugdzorg kunnen voorkomen. 
  • Doorontwikkeling dorpsondersteuner waarmee we dichtbij en gebiedsgericht eerder zicht krijgen op de problematiek ‘achter de voordeur’
  • Wij zetten de Nationaal Programma Onderwijs (NPO) middelen door waardoor de pedagogische gezinsbegeleiding jeugdgezondheid (PGJ) beschikbaar blijft voor gezinnen met beginnende opvoedproblemen. PGJ is een vorm van opvoedingsondersteuning voor gezinnen met enkelvoudige opvoedingsproblematiek. De begeleiding heeft tot doel om vroegtijdig (preventief) samen met ouders en kind(eren) een oplossing te vinden voor opvoedingsproblemen en zo te voorkomen dat problemen verergeren. En wordt ingezet om beter inzicht te krijgen in de aard van de problematiek. Daardoor kan het bijdragen aan adequate verwijzing naar passende hulp (indien nodig).
3. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van de richting "extra inzet preventie binnen het Sociaal Domein - structureel" en de benoemde en toegelichte activiteiten / inspanningen op te nemen in de begroting 2024

 

Extra inzet en versnellingsacties binnen programma leefbare kernen

  inc 2024 2025 2026 2027
 Extra inzet en versnellingsacties binnen programma  leefbare kernen  550        
Centrumplan Denekamp, revitaliseren Eurowerft 200        
Integraal veiligheidsbeleid 25        
 Versnellingsagenda Volkshuisvesting en Economie 325        

Toelichting

Centrumplan Denekamp, revitaliseren Eurowerft

Voor winkelgebieden is het van belang is om in te zetten op 'beleving'. Ondernemers zijn zich hier van bewust. Het gaat om een wisselwerking tussen horeca, retail, vastgoed, openbare ruimte. Ondernemers hebben vanwege hun omzet baat bij een kwalitatief goed centrum. Vastgoedeigenaren vanwege de waarde van hun panden. Voor inwoners is het belangrijk dat er een prettig centrumgebied is in hun kern. De gemeente vindt het belangrijk dat het de centrumondernemers goed gaat vanwege de leefbaarheid van Denekamp, de werkgelegenheid, ondersteuning van ondernemers aan plaatselijke verenigingen en evenementen. 

Met de nieuwbouw van de Aldi heeft de kop van de Eurowerft in Denekamp na vele jaren de uitstraling en aankleding die het verdient. De entree naar het centrum heeft op dat punt een kwalitatieve verbetering gekregen. Nu dit plan gerealiseerd is, kan van daar uit een verdere verbeterslag worden gemaakt. Daarbij komt dat de centrumondernemers gezamenlijk aan de slag zijn gegaan met een toekomstvisie, waarbij ook de onderlinge samenwerking een belangrijke plek krijgt. Dit gebeurt onder de vlag ‘Denekamp, Shopdoarp van Twente’. Helaas komt er vooralsnog geen nieuwe BIZ in het centrum van Denekamp. Niettemin is er een aanzienlijke groep ondernemers bereid om samen op te trekken en te investeren in marketing&promotie, evenementen, onderlinge verbinding. Ook vanuit de ondernemers komt de wens om de uitstraling van de Eurowerft te verbeteren. Daarnaast bestaat de wens en ambitie bij zowel gemeente als ondernemers om meer bezoekers naar het centrum te trekken en deze hier langer te laten verblijven. De kansen voor toerisme en recreatie moeten meer worden benut. 

Om voorgaande doelen te behalen stellen we een uitvoeringsplan op. Op basis daarvan komen we tot een voorstel met inrichtingsplan voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en beleving van de Eurowerft in Denekamp.

Integraal veiligheidsbeleid

We werken toe naar een integraal veiligheidsplan. Dat gaat over onze doelstellingen, positie en aanpak op het gebied van veiligheid. Met een integraal veiligheidsbeleid geven we sturing aan de lokale opgaven voor het behouden van een veilige leefomgeving. Met ons veiligheidsbeleid geven we onze (strategische) agendapunten en thema's voor de komende jaren aan. Daarnaast geven wij inzicht in de rol die wij aannemen, ook in relatie tot onze veiligheidspartners. In het programma "Iedereen Gezond, actielijn 4: Iedereen is veilig"  hebben wij deze lijn uitgezet.

Versnellingsagenda Volkshuisvesting en Economie

Voor de gemeente heeft volkshuisvesting prioriteit. Door de grote vraag is een eerlijke verdeling van de woonruimte noodzakelijk. Met onze programmatische aanpak willen wij onze bevolking op een verantwoorde manier huisvesten. (Zie programma Leefbare kernen, Actielijn 1 Voor iedereen een passende woning). Daarbij sturen wij op de kwalitatieve opgave: passend bij de woonwensen en behoeftes van mensen en zoveel mogelijk betaalbaar. Ondersteunend beschikken wij over een meerjarenprogramma woningbouw waarin wij onze woningbouwproductie faciliteren om aan voorgaande opgave te voldoen.

Om binnen het Programma Leefbare Kernen versnelling aan te brengen zetten wij in op “Passende woningbouw” en “Economie en ondernemen”. De versnellingsopgave heeft betrekking op de thema’s betaalbaar wonen, een thuis voor iedereen, woningvraag van de toekomst en ruimte voor bedrijvigheid.

  • Inrichten van instrumentarium om betaalbaarheid op de woningmarkt te verbeteren.
  • Alternatieve woonvormen ontwikkelen via doelgerichte marktvraag. Faciliterend kader ontwikkelen.
  • Anticiperen op vergrijzingsopgave door vooruitlopend te experimenteren met duurzame woonarrangementen incl. Opzetten van een pilot.
  • Realiseren tijdelijke woonvormen op tijdelijke locaties
  • Doorontwikkelen inschrijfbeleid woonwagens
  • Actualisatie gemeentelijk Grondbeleid
  • Ontwikkelen strategisch kader economisch perspectief 
  • Opstellen nieuw gronduitgiftebeleid bedrijventerreinen
  • Opstellen nota Handreiking maatschappelijk vastgoed met strategisch accommodatiebeleid
4. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van de richting "extra inzet en versnellingsacties binnen programma leefbare kernen" en hiervoor een bedrag van € 550.000 te onttrekken aan de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Versterken economische en toeristische positie

  inc 2024 2025 2026 2027
 Versterken economische en toeristische positie  400 80 80 80 80
 Samenwerking grensregio Dinkelland 200        
Gevelverlichting markante panden Nicolaasplein 200        
Werkbudget bedrijfsconsulenten   15 15 15 15
 Versterken promotie toerisme   65 65 65 65

 

Samenwerking grensregio Dinkelland

Sociaaleconomische ontwikkelingen binnen onze gemeente worden niet los gezien van ontwikkelingen buiten de gemeentegrenzen. Er is een gezamenlijk belang voor brede versterking van de economie in Twente. Daarom wordt ook de samenwerking met Duitsland en andere internationale partners geintensiveerd. In het kader van de samenwerking tussen Dinkelland en Nordhorn zijn de afgelopen (bestuurs)periode al inspanningen verricht met betrekking tot de Rammelbeekzone (grensovergang) en Vechtsee-verbinding. Het beeld dat daarbij leeft is dat, bijvoorbeeld volgend aan de Europese subsidieregeling "Interreg", een meerjarige samenwerking wordt gelanceerd. In een gezamenlijke raadsvergadering is deze wens nogmaals uitgesproken. Deze samenwerking heeft als doel om de grensregio te versterken. Thematische inbedding dient plaats te vinden op het gebied van economie, recreatie & toerisme en natuur & klimaat. Vanuit vrijetijdseconomie wordt aandacht gevraagd voor het benutten en bevorderen van mogelijkheden om aan beide zijden van de grens recreatieve bestemmingen te bezoeken (en kunnen bereiken). Wij zullen eerst inventariseren welke projecten en processen uit deze samenwerking kunnen komen, waarna wij over een periode van 2 jaar invulling willen geven aan betreffende opgaven.

5. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van dit onderdeel van de richting "versterken economische en toeristische positie en voor de samenwerking grensregio Dinkelland een bedrag van € 200.000 te onttrekken aan de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Gevelverlichting markante panden Nicolaasplein

Nadere uitwerking en besluitvorming heeft inmiddels bij afzonderlijk raadsvoorstel plaatsgevonden

Werkbudgetten bedrijfsconsulenten / Werkbudget Ondernemersklimaat Dinkelland

De afgelopen jaren is er veel tijd geïnvesteerd in het leggen van contacten met ondernemers en ondernemersverenigingen. De functie bedrijfsconsulent heeft een plek gekregen in onze organisatie en heeft daarnaast haar waarde bewezen naar onze ondernemers. Het is belangrijk om deze werkwijze te continueren. Hiervoor zijn jaarlijks financiële middelen nodig om onder andere bijeenkomsten te kunnen organiseren, contacten met ondernemers te onderhouden en te faciliteren en uitvoering te geven aan bijvoorbeeld de Dag van de Ondernemer.

Versterken promotie toerisme

De gemeenten Tubbergen en Dinkelland werken aan het behoudt van een goede balans tussen de hoeveelheid toeristen en dagbezoekers, de economische voordelen, de druk op het landschap en het woonplezier voor inwoners. Het is belangrijk dat er binnen de sector strategische keuzes worden gemaakt tussen ondernemers, overheid, organisaties en inwoners. Een belangrijke stakeholder voor de gemeente die zorg draagt voor het informeren, inspireren, aantrekken en activeren van toeristen in én aan een gebied is de lokale VVV/TTI. In Dinkelland is dit de VVV Ootmarsum-Dinkelland, in Tubbergen is dit Stichting Toeristisch Glinsterend Tubbergen. Beide organisaties hebben aangegeven dat ze naar de toekomst toe veel kansen, maar ook uitdagingen, zien ten aanzien van de eigen organisatie. Zo wordt onder andere de toeristische sector in beide gemeenten steeds groter en professioneler, verwacht de consument steeds meer, en zijn beide organisaties sterk afhankelijk van vrijwilligers in bestuurs- en uitvoerende functies. Beide partijen willen de komende jaren de handen ineenslaan door met een gezamenlijk organisatie- en meerjarenplan te komen en zo een professionaliseringslag door te voeren. Met voortschrijdend inzicht wordt er budget begroot voor een structurele investering in de organisatie.

6. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van de onderdelen Werkbudgetten bedrijfsconsulenten / Werkbudget Ondernemersklimaat Dinkelland en Versterken promotie toerisme uit de richting "versterken economische en toeristische positie" en de benoemde en toegelichte activiteiten / inspanningen vanaf 2024 op te nemen in de meerjarenbegroting voor een structureel bedrag van € 15.000 ( werkbudgetten bedrijfsconsulenten) en voor een structureel bedrag van € 65.000  voor het versterken promotie toerisme

 

Extra reservering Samen Scholen

  inc 2024 2025 2026 2027
 Extra reservering samen scholen        9.000   100 100 100

Extra reservering Samen Scholen

Nadere uitwerking en besluitvorming heeft inmiddels bij afzonderlijk raadsvoorstel plaatsgevonden.

 

Onderhoud en vervanging openbare ruimte

  inc 2024 2025 2026 2027
 Onderhoud en vervanging openbare ruimte        1.700          150          150          150          250
 - Budget kleine bewonersinitiatieven Openbare ruimte   20 20 20 20
 - MJOP Kunstwerken       1.700 100 100 100 100
 - Kwaliteit Openbaar Groen (KOG)   30 30 30 130

 

Budget kleine bewonersinitiatieven Openbare Ruimte

In het kader van het zogenaamde 'samenlevingsgericht werken' willen we snel kunnen anticiperen op (kleine) initiatieven en voorstellen uit de samenleving op het gebied van de openbare ruimte. Hiervoor denken we een structureel budget van € 20.000 nodig te hebben.

7. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van het onderdeel budget kleine bewonersinitiatieven  Openbare Ruimte uit de richting "onderhoud en vervanging openbare ruimte" en de benoemde en toegelichte activiteit / inspanning vanaf 2024 voor een structureel bedrag van € 20.000 op te nemen in de meerjarenbegroting.

 

MJOP Kunstwerken

Wij zijn bezig een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) voor onze kunstwerken op te stellen. Hierbij ligt de nadruk op de veiligheid en toekomstbestendigheid van onze. Hiervoor is opdracht verstrekt  voor het opstellen van een inspectierapport voor 110 kunstwerken. Het doel van dit rapport is om inzicht te krijgen in de technische staat, het benodigde onderhoud en de instandhoudingskosten van deze gemeentelijke objecten. Uit dit onderzoek is gebleken dat de algemene (technische) staat/conditie van de geïnspecteerde objecten redelijk is. De betonnen bruggen hebben de slechtste staat van onderhoud. Vijf kunstwerken met een met prioriteit worden vervangen. Ook is gebleken dat aanvullend onderzoek en inspectie noodzakelijk om te kunnen tot een MJOP.  De resultaten van de nader uit te voeren onderzoeken zullen ongeveer medio 2024 bekend zijn. Op basis daarvan kan medio 2024 een voorstel worden opgesteld met ook de benodigde middelen vanaf 2025. Vooruitlopend hierop is financiële ruimte nodig voor noodzakelijke vervanging en (achterstallig) onderhoud. In eerste instantie is een incidenteel bedrag van € 1,7 miljoen benodigd om  de noodzakelijke vervangingen en  het achterstallige (groot) onderhoud de komende twee jaar (2024 en 2025) te kunnen uitvoeren. Daarnaast willen wij vanaf 2024, eveneens vooruitlopend op de resultaten van de nader uit te voeren onderzoeken al wel structurele ruimte in onze meerjarenbegroting  reserveren. Het gaat hier om een structureel bedrag van € 100.000.

8. Voorgesteld wordt in te stemmen met de uitwerking en toelichting van het onderdeel   MJOP Kunstwerken uit de richting "onderhoud en vervanging openbare ruimte" en  hiervoor een incidenteel bedrag van € 1,7 miljoen  beschikbaar te stellen en dit bedrag toe te voegen aan het onderhoudsfonds wegen en  te onttrekken aan de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Daarnaast willen wij vanaf 2024, eveneens vooruitlopend op de resultaten van de nader uit te voeren onderzoeken al wel structurele ruimte in onze meerjarenbegroting  reserveren. De eerste stap hiervoor zetten wij door  een structureel budget voor onderhoud kunstwerken vrij te maken van € 100.000. De verdere uitwerking inclusief de benodigde dekking betrekken we bij het opstellen van de perspectiefnota 2025

9. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van het onderdeel MJOP Kunstwerken uit de richting "onderhoud en vervanging openbare ruimte" en hiervoor vanaf  2024 € 100.000 op te nemen in de meerjarenbegroting.

 

Kwaliteit openbaar groen

Het op niveau houden van onze openbare ruimte vergt onderhoud. Wij hebben de ambitie om onze inzet op het gebied van kwalitatief openbaar groen (KOG) voort te zetten. De afgelopen jaren hebben we deze inzet voorzien van incidentele dekking. Willen we echter toe een duurzame en toekomstbestendige aanpak dan hoort daar structurele dekking bij.

Specificatie:

Dinkelland KOG (onderbouwing) 2024 2025 2026 2027
Laanboomsnoei       20
Vervangingsbudget voor Spelen 10 10 10 10
Onderhoud monumentale bomen 5 5 5 5
Bokhasi 15 15 15 15
Hotspots op beeldkwaliteitsniveau B       80
Totaal 30 30 30 130

 

10. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere verdeling van het onderdeel kwaliteit openbaar groen uit de richting "onderhoud en vervanging openbare ruimte" en de genoemde bedragen met ingang van het jaar 2024  op te nemen in de meerjarenbegroting.

 

Behoud en versterken cultuuraanbod

  inc 2024 2025 2026 2027
 Behouden en versterken cultuuraanbod           850             20             20             20             20
 Opvolging en uitvoering cultuurbeleid 630        
 Ondersteuning cultuurparticipatie en culturele evenementen   20 20 20 20
 Uitvoeringsprogramma 2023-2028 cultuurregio Twente 70        
 Bijdrage verbouw bibliotheek Ootmarsum 150        

 

Opvolging en uitvoering cultuurbeleid

We hebben de ambities om zoveel mogelijk mensen in Nederland toegang te laten hebben tot cultuur van hoge kwaliteit. Binnen onze gemeente steunen we daarom culturele instellingen in brede zin. Culturele instellingen zijn onderdeel van basisinfrastructuur voor onze inwoners om aan de samenleving te kunnen doen. Daarnaast zien wij cultuur als een onlosmakelijke pijler binnen recreatie en toerisme en daarmee een (economische) dragen voor de aantrekkingskracht van onze gemeente. Als gemeente spelen wij een rol in de publieke financiering van cultuur. We zijn verantwoordelijk voor het lokale cultuurbeleid en voor de voorzieningen van cultuureducatie.  Met ons cultuurbeleid van dragen we bij aan de instandhouding, ontwikkeling en verspreiding van kunst en cultuur. Binnen de uitgangspunten van de Rijksoverheid (verbreding en vernieuwing, een sterke culturele sector, cultuur voor iedereen en cultuur is grenzeloos) hebben we ons cultuurbeleid vormgegeven. In het verlengde van het cultuurbeleid zullen we ook beoordelen of onze subsidiestructuur nog aansluit bij het huidige cultuurlandschap. We zijn voornemens om vanaf 2024 de vraagstukken die aan de orde zijn te spiegelen aan ons cultuurbeleid. Ook als het gaat om cultuurvraagstukken met een financiele impact zullen wij een brede afweging maken.

De doorontwikkeling van Natura Docet is één van de vraagstukken met een financiële impact. Een eenmalige bijdrage van € 150.000 aan Natura Docet is middels separaat raadsvoorstel reeds van besluitvorming voorzien. Deze bijdrage is bedoeld om een transtitieperiode te overbruggen, waarin het museum toekomstbestendig moet worden. In 2024 zal het museum orde op zaken moeten stellen. De verwachting is dat uiteindelijk nog steeds een structurele bijdrage noodzakelijk is. De afweging hiervoor zal plaats moeten vinden in het licht van de doelen van het cultuurbeleid en de mate van zelfredzaamheid, professionalisering en consistentie van bestuur (en aansturing).

11. Voorgesteld wordt het resterende bedrag van € 480.000 voor het onderdeel opvolging en uitvoering cultuurbeleid terug te brengen naar p.m. in afwachting van het cultuurbeleid, afwegingen en planvorming.

 

Ondersteuning cultuurparticipatie en culturele evenementen

In de afgelopen jaren werd de gemeente veelvuldig benaderd door inwoners en organisaties met verzoeken om geringe subsidies voor initiatieven op het gebied van cultuur en evenementen. Te denken valt hierbij aan exposities, voorstellingen, evenementen etc. Vaak zijn deze initiatieven niet alleen waardevol voor onze eigen inwoners maar dienen ze ook een toeristisch/recreatief/economisch belang. Tot nog toe werd op basis van willekeur een besluit genomen op deze subsidieverzoeken. In een aantal gevallen was er geen budget beschikbaar en werden verzoeken om die reden afgewezen. Het gaat doorgaans om bedragen van geringe hoogte (max. € 3.000). Momenteel is een nadere regeling in voorbereiding ter financiële ondersteuning van initiatieven op het gebied van cultuurparticipatie en culturele evenementen. 

12. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van het onderdeel ondersteuning cultuurparticipatie en culturele evenementen uit de richting "behoud en versterken cultuuraanbod" en hiervoor ingang van het jaar 2024  een structureel bedrage van € 20.000 op te nemen in de meerjarenbegroting.

 

Uitvoeringsprogramma 2023-2028 cultuurregio Twente

De 14 wethouders Cultuur in Twente hebben samen met het culturele veld en de provincie Overijssel een Uitvoeringsprogramma voor de Cultuurregio Twente opgesteld voor de periode 2023-2028. Cultuurregio Twente is een samenwerking tussen alle 14 Twentse gemeenten op het gebied van cultuur. In het voorgestelde uitvoeringsprogramma staan de thema's en projecten waarop de komende jaren een gezamenlijk programma wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Dit programma moet leiden tot een versterking van het cultuuraanbod in Twente en de samenwerking in de regio.  De betrokken  wethouders in de regio hebben ingestemd. De financiële bijdrage bedraagt voor de gemeente Dinkelland €70.000 voor een periode van 6 jaar.

13. Voorgesteld wordt in te stemmen met de nadere uitwerking van het onderdeel uitvoeringsprogramma 2023-2028 cultuurregio Twente  uit de richting "behoud en versterken cultuuraanbod" en het genoemde bedrag van € 70.000  te onttrekken aan de reserve incidentele beschikbare algemene middelen.

 

Bijdrage verbouw bibliotheek Ootmarsum

Nadere uitwerking en besluitvorming heeft inmiddels bij afzonderlijk raadsvoorstel plaatsgevonden.

5. Specifieke mutaties

Specifieke mutaties

Terug naar navigatie - Specifieke mutaties

In deze paragraaf staan we stil bij ontwikkelingen die verder gaan dan het bestaande (dus vastgestelde) beleid maar wel degelijk omvangrijke financiële consequenties (kunnen) hebben en ook zeker gezien de politiek bestuurlijke impact de nodige toelichting behoeven. Met betrekking tot de begroting 2024 betreft dit de volgende twee onderwerpen:

  • Lokale lasten
  • Moties

Lokale lasten

Terug naar navigatie - Lokale lasten

Lokale lasten zijn de lasten waar je als inwoner voor moet betalen  zoals die  onroerendezaakbelastingen (OZB), afvalstoffen- en rioolheffing) .In dit onderdeel 'Lokale lasten' geven we in het kort een overzicht van de gevolgen van de besluitvorming uit deze conceptbegroting voor de verschillende tarieven die van belang zijn voor de lokale lasten(druk).  

Voor het indexeren van de ozb tarieven gaan we op basis van bestaand beleid uit van een jaarlijkse meeropbrengst van 2%.  Dit betekent dat de onroerendezaakbelasting voor een woning met een gemiddelde woningwaarde van € 336.000 stijgt van € 414,00 in 2023 naar een bedrag van € 422,25 in 2024.

14. Voorgesteld wordt de OZB tarieven voor het jaar 2024 te verhogen zodat een totale meeropbrengst wordt verkregen van 2,0% ten opzichte van het jaar 2023.

 

Voor de afvaltarieven hanteren we op basis van bestaand beleid 100% kostendekkendheid. Dat wil zeggen dat we de kosten die we maken voor de afvalinzameling en afvalverwerking doorberekenen in de tarieven. Voor het jaar 2024 worden de verschillende tarieven als volgt vastgesteld:

Vastrecht € 158
Bedrag per lediging grote bak € 10,60
Bedrag per lediging kleine bak € 6,50
Chipkaart lediging verzamelcontainer (bovengronds) € 0,85
Chipkaart lediging verzamelcontainer (ondergronds) € 1,20

De verhoging van het vastrecht met € 25 (van € 133 naar € 158) is voor een bedrag van € 17,50 een gevolg van de introductie van het boxenmodel bij ROVA per 1 januari 2023. Via dit model worden de verschillende typen dienstverlening verantwoord en in rekening gebracht. Over het algemeen verandert het totale kostenniveau van ROVA en het ROVA-resultaat niet door de herziening. Op basis van het nieuwe boxenmodel zijn er een aantal aandeelhoudende gemeenten die voordeel hebben bij het nieuwe boxenmodel. Er zijn er echter die hier ook nadeel van ondervinden, zoals Dinkelland/Tubbergen. Deze gemeenten hebben echter de afgelopen jaren financieel voordeel ondervonden van de oude afrekensystematiek. Het betreft in financiële zin een andere verdeling van kosten.

Naast gestegen kosten als gevolg van het nieuwe Boxenmodel brengt ook de gewijzigde oud papier inzameling extra kosten met zich mee.  Dit werk voor ongeveer € 13 door in het tarief. Deze € 13 wordt voor het jaar 2024 voor een bedrag van € 131.000 incidenteel gedekt via de voorziening afval. Tot slot werkt ook de inflatie door in termen van reguliere prijsaanpassingen.

15. Voorgesteld wordt om voor het jaar 2024 in te stemmen met de verhoging van het vastrecht met € 25 per aansluiting en een bedrag van € 131.000 in 2024 incidenteel te onttrekken aan de voorziening afval

 

De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2019-2023. Belangrijke input voor dit nieuwe GRP zijn de gevolgen van de zogenaamde klimaatadaptie.. De gestegen prijzen (de inflatie) en de hogere rente werken ook door binnen in de ramingen voor onderhoud en vervanging Riool. In totaliteit stijgen de kosten voor het jaar met ongeveer € 328.000 wat zou betekenen dat het tarief zou moeten stijgen met ongeveer € 31  per aansluiting. Gezien de forse schommelingen in de prijsstijgingen, de onzekerheid over de ontwikkeling van de rente en in de wetenschap dat er in 2024 een nieuw GRP wordt opgesteld  wordt voorgesteld de helft van de hogere kosten door te vertalen in het rioolrecht en de andere helft van deze kostenstijging ten laste te brengen van de voorziening van de voorziening riool. 

16. Voorgesteld wordt de hoogte van het rioolrecht voor het jaar 2024  te verhogen met een bedrag van € 15 naar een bedrag van € 280,60  en een bedrag van € 172.000 te onttrekken  aan de voorziening riool.

 

Samenvattend ontstaat het volgende beeld van de verschillende tarieven en de lokale lastendruk voor het jaar 2024:

Dinkelland 2022 2023 2024 verschil 2023-2024
        in €  in %
OZB (woning € 336.000) € 406,00 € 414,00  € 422,25 € 8,25 2,0%
Rioolrecht eigenaar € 265,60 € 265,60 € 280,60 € 15,00 5,6%
Afval           
 - vastrecht € 115,00 € 133,00  € 158,00 € 25,00 21,7%
 - 4 ledigingen restafval (240 liter) € 42,40 € 42,40 € 42,40 € 0,00 0,0%
Totaal € 829,00 € 855,00  € 903,25 € 48,25 5,6%
lastenverlichting  0 € -26,00      
Totaal € 829,00 € 829,00 € 903,25 € 74,25 9,0%

Zoals uit vorenstaande tabel blijkt neemt de lokale lasten druk voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning (gemiddelde waarde € 336.000) toe met € 74,25 

 Door de gemeenteraad is via een amendement unaniem besloten om alle huishoudens die worden aangeslagen voor gemeentelijke woonlasten (ozb, riool, en afval) eenmalig te compenseren voor (een deel van) de hogere lokale lasten in 2024. Dat betekent dat de gemeentelijke aanslag voor het jaar 2024, net als in 2023, wordt verlaagd met een bedrag van € 26. De totale lasten hiervan ramen we op € 300.000 en dekken we uit de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen. Hierdoor komt de stijging van de woonlasten in 2024 uit op een bedrag van € 48,25.

17. Voorgesteld wordt om alle huishoudens die in 2024 worden aangeslagen voor gemeentelijke woonlasten (ozb, riool en afval) eenmalig te compenseren met een bedrag van € 26 en de kosten hiervan ten bedrage van €300.000 te dekken uit de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Moties

Terug naar navigatie - Moties

Inleiding

In deze paragraaf treft u de stand van zaken aan van de verschillende moties die de afgelopen tijd door uw raad zijn vastgesteld.  Bij een aantal van deze moties doen wij ook een voorstel hoe om te gaan met deze motie.

De volgende moties komen achtereenvolgens aan de orde:

    • Verzamelmotie 12 juli 2022
    • Motie Isolatiesubsidie 27 juni 2023
    • Moties stichting ontwikkelingssamenwerking Dinkelland 18 juli 2023

 
Verzamelmotie

Tijdens de raadsvergadering van 12 juli 2022 is de perspectiefnota 2022-2026 besproken en behandeld. Tijdens deze raadsvergadering heeft de gemeenteraad in unanimiteit een (verzamel) motie aangenomen met daarin onderwerpen die de gemeenteraad graag meegenomen ziet bij het opstellen van de begroting 2023. Dat hebben wij gedaan door een speciaal hoofdstuk aan de begroting 2023 toe te voegen waarin wij hebben aangegeven hoe we met de verschillende onderwerpen uit deze motie omgaan. In de perspectiefnota 2024 hebben we in vervolg daarop de stand van zaken weergegeven.

Bij een aantal van de onderwerpen hebben wij aangegeven dat het betreffende onderwerp is opgenomen in eerdere plannen, in het reguliere werk, in een programma, enz. Daarmee is wat ons betreft dat onderdeel van de verzamelmotie afgedaan en komt het onderwerp dus ook niet meer terug in volgende voortgangsrapportages  over de verzamelmotie. Onderwerpen waarvan wij aangeven dat ze in behandeling zijn komen uiteraard wel terug in deze volgende rapportages. In het programmajournaal 2023 hebben we de meest actuele stand van zaken van de onderwerpen uit deze verzamelmotie opgenomen. In deze begroting 2024 volstaan we met die onderwerpen die middels een (nadere) uitwerking  besluitvorming vragen.

Watertappunten

De gemeenteraad heeft het college middels een unaniem aangenomen motie opdracht gegeven om openbare watertappunten (drinkwaterpunten) in de kernen te realiseren. Medio augustus 2023 is er in Denekamp, Ootmarsum en Weerselo een watertappunt aanwezig. Voor het plaatsen van een watertappunt in de overige 7 kernen is een eenmalig een bedrag nodig van € 38.500. Het watertappunt in Ootmarsum staat op een niet zo goede plek en willen we verplaatsen naar het centrum. Daarvoor is de inschatting dat er eenmalig een bedrag nodig is van € 2.500.  Voor het beheer, onderhoud en bemonstering van de waterttappunten zijn we verplicht een onderhoudscontract af te sluiten met Aquador. Daarnaast hebben we te maken met jaarlijkse kosten voor verbruik, vastrecht en belasting. Hiervoor is voor 10 watertappunten in totaal jaarlijks structureel een bedrag nodig van € 10.000.

18. Voorgesteld wordt in te stemmen met de uitwerking van het onderdeel watertappunten uit de verzamelmotie en hiervoor een incidenteel bedrag van € 41.000 beschikbaar te stellen ten laste van de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen en een structureel bedrag van € 10.000 op te nemen in de meerjarenbegroting en ten laste te brengen van het herziene meerjarige saldo.

 

Motie Isolatiesubsidie 

Tijdens de raadsvergadering heeft de raad een motie aangenomen om de subsidieregeling isolatie tot het subsidieplafond van € 70.133,- aan te vullen en  de middelen hiervoor te dekken uit de reserve incidenteel beschikbare middelen.  Gezien de oproep van de raad om deze subsidieregeling isolatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 31 juli 2023 aan te vullen is omwille van de snelheid in eerste instantie gekozen voor dekking via de beschikbare middelen voor duurzaamheid. Hierbij is aangegeven dat bij de behandeling van de begroting 2024 in november 2023 wordt bezien of er nog een verrekening moet plaatsvinden via de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen zoals in de motie is aangegeven.

19. Voorgesteld wordt om de dekking van het aanvullen van de subsidieregeling isolatie tot het subsidieplafond van € 70.133 alsnog te laten via de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen

 

Motie verhoging bijdrage Stichting Ontwikkelingssamenwerking Dinkelland

Tijdens de behandeling van de perspectiefnota 2024 op 18 juli 2023 heeft de raad unaniem een motie aangenomen die oproept tot het structureel verhogen van de jaarlijkse bijdrage aan de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Dinkelland. De wens vanuit de raad is een structurele ophoging van de jaarlijkse bijdrage naar € 1 per inwoner. Dit komt neer op een verhoging van het budget met € 15.000 naar een jaarlijkse structurele bijdrage van € 26.500.

20. Voorgesteld wordt in te stemmen met de uitwerking van de motie verhoging bijdrage Stichting Ontwikkelingssamenwerking Dinkelland en hiervoor een structurele verhoging van de bijdrage  van € 15.000 op te nemen in de meerjarenbegroting en ten laste te brengen van het herziene meerjarige saldo.

 

Samenvatting moties

In meerjarig perspectief hebben de voorstellen betreffende de hiervoor benoemde en toegelichte moties het volgende (financiele) effect

Specifieke mutaties - moties 2024 2025 2026 2027
Watertappunten uit verzamelmotie 10 10 10 10
Motie verhogen bijdrage St. ontwikkeling Samenwerking Dinkelland 15 15 15 15
Totaal specifieke mutaties - moties 25 25 25 25

 

Het incidentele effect van de voorstellen betreffende de hiervoor benoemde en toegelichte moties betrekken we bij de stand van zaken van de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen in paragraaf 7 van dit hoofdstuk.

6. Geactualiseerd herzien meerjarig saldo

Geactualiseerd herzien meerjarig saldo

Terug naar navigatie - Geactualiseerd herzien meerjarig saldo

Rekening houdend met de aangegeven en toegelichte specifieke mutaties uit de vorige paragraaf ontstaat het volgende herziene meerjarige saldo: 

Gemeente Dinkelland 2024 2025 2026 2027
herzien meerjarig saldo perspectiefnota 2024         2.246         3.526            912            159
Totaal mutaties bestaand beleid 694 791             -32            888
Totaal uit te werken richtingen           -700           -800           -800           -900
Totaal specifieke mutaties             -25             -25             -25             -25
Herzien meerjarig saldo na specifieke mutaties         2.215         3.492               55            122

 

Puur cijfermatig wijst een eerste blik op het herziene meerjarige saldo uit dat er sprake is van een sluitende begroting 2024 met vanaf het jaar 2026 toenemende onzekerheid. Belangrijk om te weten  is dat de provincie als toezichthouder bij een sluitende begroting 2024 niet verder kijkt naar meerjarige saldi.  Dit betekent dat we met deze begroting 2024 inclusief de meerjarenbegroting 2025-2027 keurig  binnen de gestelde kaders en regels blijven en dus naar verwachting onder het reguliere (repressieve) toezicht blijven vallen. In het kader van het Inter Bestuurlijk Toezicht blijft de gemeente Dinkelland naar verwachting groen kleuren.

Daarnaast is het college van mening dat het verantwoord is met deze begroting (inclusief de meerjarenramingen tot en met 2027) de toekomst tegemoet te treden. Deze mening wordt met name gevoed en gesteund door de volgende onderwerpen en ontwikkelingen:

Vanaf 2026 houden we rekening met een volledig ingeboekte opschalingskorting en hebben we het negatieve accres zoals dat door het rijk is opgenomen in de circulaires volledig verwerkt. De VNG voert nog steeds druk uit op het Rijk om hier een oplossing  voor te vinden. Tijdens de laatste Algemene Leden Vergadering (ALV) van de VNG is een resolutie aangenomen die in het kort gaat om de volgende punten:

  • Het structureel ophogen van het gemeentefonds en herstellen van het accres vanaf 2026. Rekening houdend met de toegezegde structurele 1 miljard extra vanaf 2026 zit hier nog steeds een tekort van € 3 miljard.
  • Het definitief schrappen van de opschalingskorting (betreft € 1 miljard)
  • Een toereikende en stabiele indexering van het gemeentefonds om loon-, prijs- en volumeontwikkelingen op te kunnen vangen, inclusief de stijging van de zorgvraag. 

Vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek heeft het rijk voor de jaren 2026 en 2027 eenmalig een bedrag van € 1 miljard aan het gemeentefonds toegevoegd. Inmiddels is bekend geworden dat dit bedrag vanaf het jaar 2028 structureel wordt.  Dit bedrag via de algemene uitkering  betekent voor de gemeente  Dinkelland  een inkomst van € 1.100.000.  

Met de val van het kabinet blijft de onzekerheid over de meerjarige financiële positie van de  Nederlandse gemeenten naar verwachting nog wel enige tijd voortduren. Het inmiddels demissionaire kabinet mag strikt formeel enkel nog lopende zaken afhandelen en geen omstreden zaken meer behandelen. De algemene lijn is dat zo'n kabinet zich moet beperken tot spoedeisende zaken en onderwerpen die politiek niet controversieel zijn. Het demissionaire kabinet heeft inmiddels aangegeven de besluitvorming over de financiering van gemeenten (en dus ook de resolutie) over te laten aan een nieuw kabinet. 

Vanaf het jaar 2026 houden we rekening met een raming van 75% van de toegezegde extra middelen voor de jeugdzorg. vanuit Rijk, VNG en provincie is aangegeven dat 100% ramen is toegestaan. Dit achten wij gezien de onduidelijkheden in de hervormingsagenda jeugd wat al te optimistisch. We betrachten hier dus enige behoedzaamheid (eerst zien dan geloven)

Ook houden we in meerjarig perspectief rekening met aan lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds als gevolg van mogelijke onderuitputting bij het Rijk. Dit risico is tot en met de jaren 2025 te overzien omdat het accres tot en met 2025 is “vastgeklikt”. Vanaf 2026 is ook hier sprake van (voortdurende) onzekerheid.

21. Voorgesteld wordt in te stemmen met het herziene meerjarige saldo en het voordelige saldo van het begrotingsjaar 2024 ten bedrage van €  2.215.000 te storten in de algemene reserve.

7. Incidenteel beschikbare middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

Incidenteel beschikbare middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

Terug naar navigatie - Incidenteel beschikbare middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

In deze paragraaf zoeken we aansluiting bij de gepresenteerde cijfers uit de perspectiefnota 2024. Met deze cijfers als uitgangspunt gaan we daarna de mutaties benoemen en toelichten zodat het meest recente beeld van de incidenteel beschikbare algemene middelen waaronder de (belangrijkste) reserves ontstaat. Zoals aangegeven nemen we cijfers uit de perspectiefnota 2024 als vertrekpunt.

Beschikbare algemene incidentele middelen  
Algemene reserve - weerstandscapaciteit 1,4          5.460.000
Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen        16.174.000
Reserve collegeakkoord 2022-2026          4.856.000
Totaal Beschikbare algemene incidentele middelen perspectiefnota 2024        26.490.000

In deze opzet is (nog) geen rekening gehouden met de € 13 miljoen aan uit te werken richtingen zoals opgenomen in de perspectiefnota 2024 en waarbij een beroep wordt gedaan op de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen (RIBAM). Bij de actualisatie van de RIBAM komen we hier uiteraard op terug.

Algemene reserve

Rekening houdend met een aantal mutaties op grond van bestaand beleid (grondexploitaties) en een aantal specifieke raadsbesluiten ontstaat het volgende beeld van de algemeen reserve:

Algemene reserve - stand perspectiefnota 2024          5.460.000
Bij: saldo programmajournaal 2023          1.623.000
Bij: jaarschijf 2024 uit begroting 2024          2.215.000
Herziene stand algemene reserve          9.298.000
Benodigde weerstandscapaciteit - ratio 1,4          6.440.000
Surplus          2.858.000

De beide positieve mutaties - saldo programmajournaal 2023 en jaarschijf 2024 uit begroting 2024 - spreken voor zich en behoeven hier geen nadere toelichting.

Voor een toelichting op de benodigde weerstandscapaciteit wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing  

Uitgaande van de, in deze begroting  bepaalde, weerstandscapaciteit en de daaraan gekoppelde ratio van 1,4 moet de stand van de algemene reserve ten minste € 6.440.000 zijn. Conform bestaande beleid wordt het meerder (het zogenaamde surplus) “afgeroomd” en gestort in de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

22. Voorgesteld wordt in te stemmen met het verloop en de opzet van de algemene reserve en het surplus op de algemene reserve ten bedrage van € 2.858.000  “af te romen” en te storten in de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen (RIBAM)

Inde perspectiefnota 2024 is weergegeven dat de vrije ruimte in deze reserve € 16.174.000 bedraagt. Inmiddels zijn een aantal besluiten genomen en hebben een aantal autonome ontwikkelingen plaatsgevonden wat maakt dat de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen op dit moment het volgende beeld laat zien:

 

RIBAM - stand perspectiefnota 2024 voor uit te werken richtingen/inspanningen        16.174.000
bij: surplus algemene reserve          2.858.000
af: reservering Samen Scholen         -9.000.000
af: eenmalige extra subsidie Natura Docet            -150.000
af: eenmalige bijdrage verbouwing Bibliotheek Ootmarsum            -150.000
af: gevelverlichting markante panden Nicolaasplein            -200.000
af: Verzamelmotie - watertappunten              -41.000
af: Motie isolatiesubsidie              -70.000
af: Amendement verlichten woonlasten d.m.v. heffingskorting            -300.000
Herziene stand           9.121.000
Uit te werken richtingen uit perspectiefnota 2024/opgenomen in begroting 2024  
 - Extra inzet op preventie Sociaal Domein            -500.000
 - Centrumplan Denekamp, revitaliseren Eurowerft            -200.000
 - Integraal veiligheidsbeleid              -25.000
 - Versnellingsagenda Volkshuisvesting en Economie            -325.000
 - Samenwerking grensregio Dinkelland            -200.000
 - MJOP Kunstwerken         -1.700.000
 - Opvolging en uitvoering cultuurbeleid  pm 
 - uitvoeringsprogramma 2023-2028 cultuurregio Twente              -70.000
Herziene stand na uit  te werken richtingen          6.101.000

 

Het ontstaan van de eerste mutatie genaamd surplus algemene reserve is hiervoor toegelicht. De volgende 4 mutaties zijn alleen voorzien van separate raadsbesluiten.

De beide mutaties voortkomend uit moties zijn toegelicht onder de paragraaf specifieke mutaties in het hoofdstuk "van perspectiefnota 2024 naar begroting 2024". De onttrekking van € 300.000 betreffende verlichten woonlasten door middel van heffingskorting komt voort uit het unaniem aangenomen amendement door de gemeenteraad.

De laatste 8 onttrekkingen hebben allemaal betrekking op de uit te werken richtingen vanuit de perspectiefnota 2024. Deze uitwerkingen zijn opgenomen in de paragraaf "uit te werken richtingen uit de perspectiefnota 2024" waar ook de voorstellen zijn opgenomen deze te onttrekken aan de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen. Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming over deze uit te werken richtingen hebben we ten behoeve van de inzichtelijkheid en actualiteit al wel vast rekening gehouden met de aangegeven onttrekkingen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de resterende € 480.000 voor het onderdeel "opvolging en uitvoering cultuurbeleid" middels een unaniem aangenomen amendement door de gemeenteraad op p.m. in gezet.

23. Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven mutaties op de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen. 

 

Reserve  Collegeakkoord 2022-2026

Er hebben zich sinds het vaststellen van de perspectiefnota 2024 geen mutaties op deze reserve voorgedaan. De stand is en blijft dus € 4.856.000

Herziene stand algemene incidentele middelen

Rekening houdend met de aangegeven en toegelichte mutaties op de genoemde reserves  ontstaat het volgende beeld van de algemeen incidentele middelen:

 

Beschikbare algemene incidentele middelen
Algemene reserve - weerstandscapaciteit 1,4          6.440.000
Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen          6.101.000
Reserve collegeakkoord 2022-2026          4.856.000
Totaal Beschikbare algemene incidentele middelen begroting 2024        17.397.000