In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verschillende mutaties op basis van bestaand beleid. Dit kunnen autonome ontwikkelingen zijn of zaken waarover reeds besluitvorming heeft plaats gevonden. De autonome ontwikkelingen vinden vooral hun oorsprong in de jaarrekening 2019 en in de ervaringscijfers over de eerste 3 maanden 2020.
Mutaties bestaand beleid |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
Algemene uitkering |
|
|
|
|
|
- Mutatie algemene uitkering december circulaire |
127 |
51 |
10 |
-30 |
-70 |
- Uitstel herverdeling gemeentefonds |
0 |
150 |
0 |
0 |
0 |
Sociaal domein |
168 |
-10 |
-5 |
-22 |
-31 |
Voorziening pensioenen wethouders |
-88 |
-88 |
-88 |
-88 |
-88 |
Stelpost kapitaallasten samen scholen |
0 |
150 |
0 |
0 |
0 |
Meerjaren Onderhouds Plan Dorper Esch |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Lokaal sportakkoord |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rente nieuwe leningen |
-41 |
-39 |
-37 |
-35 |
-33 |
BTW |
70 |
70 |
70 |
70 |
70 |
Verbonden partijen |
|
|
|
|
|
- Noaberkracht |
135 |
0 |
0 |
0 |
0 |
- Regio Twente |
0 |
-52 |
-52 |
-52 |
-52 |
- Veiligheidsregio Twente |
0 |
-114 |
-114 |
-114 |
-114 |
- Omgevingsdienst Twente |
0 |
-8 |
-8 |
-8 |
-8 |
- Inzet stelpost verbonden partijen |
0 |
75 |
75 |
75 |
75 |
Overige kleine mutaties |
-20 |
-13 |
-13 |
-12 |
-12 |
Totaal mutaties |
351 |
172 |
-162 |
-216 |
-201 |
Algemene uitkering
De financiële gevolgen van de decembercirculaire 2019 zijn in beeld gebracht en door vertaald. Het betreft hier vooral een aantal aanpassingen van de maatstaven en de gewichten en een bijstelling van onze stelposten voor loon- en prijscompensatie. Ook ontvangt de gemeente Dinkelland voor de jaren 2020 en 2021 een extra bedrag voor het project kansrijke start. Hiervoor wordt een stelpost in afwachting van te ontwikkelen beleid geraamd
Inmiddels is ook bekend geworden dat de herverdeling gemeentefonds met in ieder geval 1 jaar is uitgesteld. Dit betekent dat we de, bij de begroting opgenomen stelpost voor het jaar 2021 ten bedrage van € 150.000 op incidentele basis kunnen laten vrijvallen. Bij het onderdeel specifieke mutaties komen we terug op de mogelijke gevolgen van de herverdeling gemeentefonds.
Sociaal domein
Hieronder is een specificatie aangegeven van de belangrijkste mutaties binnen het sociaal domein met de bijbehorende toelichting. De mutaties zijn met name structurele doorwerkingen uit de jaarstukken 2019.
|
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
2024
|
Leerlingenvervoer
|
-68
|
-68
|
-68
|
-68
|
-68
|
Restauratie Molen oude hengel
|
-30
|
0
|
0
|
0
|
0
|
Bijstand
|
51
|
47
|
71
|
95
|
177
|
Wsw
|
236
|
18
|
-1
|
-42
|
-71
|
Hulpmiddelen
|
38
|
35
|
35
|
35
|
35
|
Twents model - uitvoeringskosten
|
-30
|
-30
|
-30
|
-30
|
-30
|
Huishoudelijke ondersteuning
|
-12
|
-12
|
-12
|
-12
|
-12
|
Vervoer dagbesteding
|
23
|
23
|
23
|
23
|
23
|
Abonnementstarief Wmo
|
-55
|
-55
|
-55
|
-55
|
-55
|
Wmo – ondersteuning individueel
|
145
|
165
|
165
|
165
|
165
|
Wmo – ondersteuning groep
|
169
|
169
|
169
|
169
|
169
|
Jeugdzorg – jaarstukken
|
-309
|
-309
|
-309
|
-309
|
-309
|
Jeugdzorg – POH ggz besparing
|
75
|
0
|
0
|
0
|
0
|
Jeugdzorg - uitvoeringsplan
|
-75
|
0
|
0
|
0
|
0
|
Kleine wijzigingen
|
10
|
7
|
7
|
7
|
7
|
Totaal Sociaal Domein
|
168
|
-10
|
-5
|
-22
|
31
|
Leerlingenvervoer
Het nadeel in de jaarstukken 2019 met betrekking tot leerlingenvervoer kent een structurele doorwerking. Daarnaast is de NEA-indexatie 2020 berekend op 6,7%, deze indexatie is fors hoger dan voorgaande jaren en het percentage dat is meegenomen in de raming voor het jaar 2020 (2,2%). In 2017, 2018 en 2019 stegen de kosten met respectievelijk 0,3%, 2% en 2,2%. Deze kostenstijging wordt veroorzaakt door stijging van lonen, hogere kosten voor verzekeringen, afschaffing van de teruggaveregeling bpm (belasting van personenauto’s en motorrijwielen) per 1 januari 2020 en het in werking treden van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB).
Vanuit het uitvoeringsplan sociaal domein starten we medio 2020 met een verkenning van de maatregelen inzake leerlingenvervoer met een analyse op de kosten en welke andere mogelijkheden er eventueel zijn.
Restauratie Molen oude Hengel
Dit incidentele nadeel wordt veroorzaakt doordat de restauratie niet geheel in 2019 is uitgevoerd en het incidentele budget voor de restauraties van molens en kerken is komen te vervallen met ingang van 2020. De resterende kosten voor 2020 bedragen ca. € 30.000, per abuis is deze niet meegenomen in de begroting 2020.
Bijstandsuitkeringen
Het betreft hier mutaties op zowel de inkomsten als uitgaven met betrekking tot de bijstandsuitkeringen.
De gebundelde uitkering in de begroting 2020 is gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire 2019. In oktober 2019 is het definitieve budget voor 2019 bekend gemaakt, evenals het voorlopige budget 2020. Daarnaast heeft het Rijk aangekondigd dat het macrobudget in 2020 naar beneden bijgesteld gaat worden als gevolg van een aanpassing van de werkloosheidsramingen van het Centraal Plan Bureau (CPB).
Er zijn drie mutaties m.b.t. de bijstand uitgaven uit de jaarstukken die meerjarig doorwerken:
- Met ingang van 1 januari 2020 valt het levensonderhoud van de gevestigde zelfstandige ondernemers onder de gebundelde uitkering (i.p.v. specifieke uitkering Bbz). Met deze wijziging is de financieringssystematiek voor alle zelfstandige ondernemers gelijk getrokken, aangezien startende ondernemers al langer onder de gebundelde uitkering vallen. De raming voor het levensonderhoud van zelfstandige ondernemers wordt op basis van de jaarstukken verhoogd, daarnaast is ook de aflossing die wordt ontvangen hoger. Per saldo betekent dit een structureel nadeel van € 16.500.
- De raming voor de bijstandsuitkeringen Participatiewet, IOAW en IOAZ is gebaseerd op een gemiddelde van 200 uitkeringen met een uitkeringslast van € 14.900 per uitkering per jaar. In 2019 was het werkelijke gemiddelde 195 uitkeringen met een uitkeringslast van € 14.500 per jaar. Deze bijstelling zorgt voor een structureel voordeel van ca. € 153.000.
- Door de uitstroom in het aantal bijstandsuitkeringen verstrekken we meer loonkostensubsidies voor garantiebanen. Daarnaast is rekening gehouden met loonkostensubsidie voor 5 fte nieuw beschut voor 2020, echter zijn er op dit moment 4 fte in dienst. Per saldo een mutatie op de loonkostensubsidies van € 2.000 voordelig.
Sociale werkvoorziening
De mutatie op de sociale werkvoorziening kent een tweetal componenten, enerzijds de exploitatiebijdrage en anderzijds de rijksbijdrage per arbeidsjaar (subsidie-eenheid aan die gekoppeld is aan een fte Wsw, waarop mede de hoogte van het Wsw-deel in de rijksvergoeding wordt gebaseerd).
Uit de jaarstukken 2019 van de SPD blijkt een voordelig resultaat van circa €234.000, gezien de stand van de reserve van de SPD maximaal is, ontvangt de gemeente Dinkelland dit bedrag geheel terug van de SPD. Dit zorgt voor een incidenteel voordeel in 2020.
In de septembercirculaire 2019 is het bedrag aan rijkssubsidie per arbeidsjaar bijgesteld en heeft een bijstelling plaatsgevonden van het aantal arbeidsjaren (verwachte uitstroom Wsw). Dit zorgt voor de volgende mutaties:
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
2024
|
2
|
18
|
-1
|
-42
|
-71
|
De mutaties in 2023 en 2024 worden veroorzaakt doordat de verwachte aantallen arbeidsjaren Wsw van het Rijk lager zijn dan de lokale situatie bij de Stichting Participatie Dinkelland (SPD).
Hulpmiddelen
Vanaf 2019 hebben we structureel rekening gehouden met een instroom op de hulpmiddelen als gevolg van de aanzuigende werking van het abonnementstarief Wmo. Door de lagere instroom ontstaat een voordeel op hulpmiddelen van € 38.000 in 2020 en € 35.000 vanaf 2021. Het verschil tussen 2020 en 2021 wordt veroorzaakt door een wijziging in de incidentele opbrengst (2019 en 2020) van de overname van het bestand uitstaande hulpmiddelen door de leveranciers.
Twents model
De implementatie en uitvoering van het Twents model brengt structurele kosten met zich mee. Dit zijn bijvoorbeeld juridische kosten, extra inzet m.b.t. het barrièremodel, de Twentse Monitor Sociaal Domein, enz. Deze kosten worden doorberekend aan de gemeenten na besluitvorming in de bestuurscommissie van het OZJT (Organisatie voor Zorg & Jeugdhulp Twente). In eerste instantie gaan we uit van een extra last van € 30.000 structureel.
Huishoudelijke ondersteuning
De mutatie op huishoudelijke ondersteuning bestaat uit meerdere ontwikkelingen:
- De doorwerking van de jaarcijfers 2019 zorgt voor een structurele verlaging van het budget van € 65.000 gezien er minder instroom is geweest in 2019 dan verwacht.
- In 2020 is opnieuw rekening gehouden met een instroom van ca. 50 cliënten. Op basis van de cijfers van 2019 verwachten we geen instroom van 50 cliënten, maar stellen we deze met 10 cliënten naar beneden bij. Dit zorgt voor een voordeel van ca. € 26.000.
- De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële kostprijs is sinds 1 juni 2017 van kracht. Op grond van deze AMvB zijn gemeenten en aanbieders gehouden een reële kostprijs te berekenen aan de hand van de in de AMvB genoemde kostprijselementen, waaronder toepassing van de relevante cao verpleging verzorging en thuiszorg (VVT). De AMvB verplicht gemeenten rekening te houden met de geldende cao en de daaruit vloeiende loonontwikkelingen. Voor het jaar 2020 betekent dit een tariefstijging van 5,25% voor huishoudelijke ondersteuning ten opzichte van 2019. Dit levert een nadeel op van € 103.000.
Vervoersdiensten dagbesteding Wmo en Jeugd
Het voordeel in de jaarstukken 2019 op het vervoer van en naar de dagbesteding kent (deels) een structurele doorwerking. De vervoerskosten zijn lager dan begroot, dit is in lijn met de afname van het aantal cliënten dagbesteding, echter is ook op het vervoer van en naar de dagbesteding de fors hogere NEA-index van 6,7% van toepassing per 1 januari 2020.
Abonnementstarief Wmo
Cliënten zijn voor het gebruik van Wmo voorzieningen een eigen bijdrage verschuldigd (het abonnementstarief Wmo). Deze bijdrage wordt geïnd door het CAK. Op basis van de werkelijke inkomsten in het jaar 2019 en de gefaseerde instroom in 2020 betekent dit een structureel nadeel van € 55.000.
Wmo ondersteuning individueel
De mutatie op individuele ondersteuning betreft een doorwerking van de jaarcijfers 2019 en een doorrekening op basis van de nieuwe tarieven over het jaar 2020.
- Het gemiddeld aantal indicaties drie hoger is dan begroot, maar de gemiddelde hoogte van de indicatie lager is dan begroot. Daarnaast hebben in 2019 herindicaties plaatsgevonden, waardoor bekend is welke ondersteuningsbehoefte en bijbehorende tarieven van toepassing zijn op de indicaties. Hierdoor kunnen we de berekening op basis van een gemiddelde inschatting loslaten. De verwachting was dat relatief veel van onze cliënten in ondersteuningsbehoefte 2 (ondersteuning met regie, de duurdere vorm van ondersteuning) terecht zouden komen, daardoor is meerjarig gerekend met een hoger gemiddeld uurtarief dan in werkelijkheid het geval is. Eind 2019 blijkt dat 60% van de indicaties ondersteuningsbehoefte 1 betreft en 40% ondersteuningsbehoefte 2. Dit betekent een voordeel van € 201.000 structureel als gevolg van een structurele doorwerking uit de jaarcijfers.
- In 2020 zijn de tarieven in 2020 met ca. 3% geïndexeerd, dat zorgt voor een nadeel van € 36.000 structureel.
Bijdrage chauffeursopleiding (€ 20.000)
In 2020 wordt een eenmalige bijdrage gedaan aan de coördinerende opleiding transport en logistiek Noordoost Twente ten behoeve van de praktijkopleiding voor leerlingen uit Dinkelland in de sector Transport en Logistiek, deze bijdrage wordt gedaan vanuit de Wmo in het kader van individuele begeleiding.
Wmo ondersteuning groep
De mutatie op groepsondersteuning betreft een doorwerking van de jaarcijfers 2019 en een doorrekening op basis van de nieuwe tarieven over het jaar.
- Het gemiddeld aantal indicaties lager is dan begroot en waar de gemiddelde hoogte van de indicatie lager is dan begroot. Daarnaast hebben in 2019 herindicaties plaatsgevonden, waardoor bekend is welke ondersteuningsbehoefte en bijbehorende tarieven van toepassing zijn op de indicaties. Hierdoor kunnen we de berekening op basis van een gemiddelde inschatting loslaten. De verwachting was dat relatief veel van onze cliënten in ondersteuningsbehoefte 2 (ondersteuning met regie, de duurdere vorm van ondersteuning) terecht zouden komen, daardoor is meerjarig gerekend met een hoger gemiddeld uurtarief dan in werkelijkheid het geval is. Eind 2019 blijkt dat 75% van de indicaties ondersteuningsbehoefte 1 betreft en 25% ondersteuningsbehoefte 2. Dit betekent een voordeel van €298.000 structureel.
- In 2020 zijn de tarieven met ca. 3% geïndexeerd, dat zorgt voor een nadeel van structureel € 28.000.
Een analyse op de uitgestroomde cliënten laat zien dat een gedeelte van het voordeel op Wmo groepsondersteuning is behaald doordat al een geruime tijd aandacht is voor de scheiding tussen de Wmo en Wlz, o.a. door het geven van voorlichting tussen de Wmo en Wlz bij thuiszorgorganisaties (ca. €100.000). Deze inspanning is opgenomen in het uitvoeringsplan sociaal domein en wordt uitgevoerd zodat de doorstroom van zorg, hulp en ondersteuning tussen de verschillende wet- en regelgeving soepel verloopt. Hierdoor is een gedeelte van de beoogde besparing van het uitvoeringsplan sociaal domein in 2020 behaald. Deze besparing kent een structurele doorwerking.
Jeugdzorg
De mutatie op jeugdzorg betreft een doorwerking van de jaarcijfers 2019, echter niet het gehele tekort over 2019 kent een structurele doorwerking blijkt uit een analyse van de productieverantwoordingen van de zorgaanbieders.
In 2019 zijn we in Dinkelland gestart met de pilot praktijkondersteuner huisartsen in de huisartsenpraktijk, een inspanning uit het uitvoeringsplan sociaal domein. De praktijkondersteuners verbreden de expertise van de huisartsenpraktijk, waardoor meer passende doorverwijzingen mogelijk zijn. Daarnaast kunnen de praktijkondersteuners de jongeren helpen zonder doorverwijzing.
De eerste resultaten van de pilot laten zien dat er in 2019 minder doorverwijzingen zijn geweest door de inzet van de praktijkondersteuner en dus dat meer patiënten wel zouden worden doorverwezen als er geen praktijkondersteuner zou zijn geweest. Dat houdt in dat deze jeugdigen geen maatwerkvoorziening jeugdhulp nodig hebben gehad. Zonder de inzet van de praktijkondersteuners, zou het tekort op jeugdhulp in 2019 hoger zijn geweest. De pilot met betrekking tot de inzet van de praktijkondersteuner huisartsen wordt ook in 2020 gecontinueerd, waardoor de verwachting is dat de besparing van € 75.000 ook in 2020 wordt behaald. Deze besparing wordt voor 2020 toegerekend aan het uitvoeringsplan sociaal domein. Indien na de evaluatie van de pilot wordt besloten tot structurele inzet van de praktijkondersteuners, is een structureel budget nodig voor de inzet van deze praktijkondersteuners en kan ook de besparing structureel worden gerealiseerd.
Voorziening pensioenen wethouders
Uit de jaarverantwoordingen van de laatste jaren blijkt dat onze jaarlijkse storting in de voorziening pensioenen wethouders structureel te laag is. Aangezien het hier structurele lasten betreft moeten we ook zo goed mogelijk zorgen voor structurele dekking. Met de voorgestelde ophoging komen we op een structurele storting van €200.000.
Stelpost samen scholen
Gezien de laatste ontwikkelingen verwachten we niet dat er in het jaar 2020 geïnvesteerd wordt in de basisscholen in Denekamp. Dit betekent dat de geraamde structurele stelpost van € 150.000 voor het jaar 2021 op incidentele basis kan komen te vervallen.
Meerjaren Onderhouds Plan Dorper Esch
In februari 2018 is een design, build en maintain overeenkomst voor Sportcomplex Dorper Esch afgesloten. Onderdeel van deze overeenkomst is de maintainovereenkomst. In deze overeenkomst is onder andere overeengekomen dat over de volle looptijd van 30 jaar de kosten van maintain zijn vastgesteld op € 10.057.000 exclusief btw, uitgaanlaat zien de van prijspeildatum december 2017, waarbij voorts is aangegeven dat er een jaarlijkse indexering plaats vindt. Deze indexering voegen we nu toe. Dekking hiervoor kan gevonden worden in de stelpost prijscompensatie.
Daarnaast moet er een eerste extra storting plaatsvinden van € 600.000 omdat de maintain overeenkomst de eerste jaren kosten laat zien die hoger zijn dan de jaarlijkse stortingen. In de loop van het contract zal dit geld weer terugvloeien door de jaarlijkse stortingen aan te passen.
Lokaal sportakkoord
In het kader van het opstellen van het Lokaal Sportakkoord is in 2019 een bijdrage aangevraagd van € 15.000 voor het aanstellen van een onafhankelijke sportformateur. De sportformateur begeleidt het proces om te komen tot een Lokaal Sportakkoord. Het Lokaal Sportakkoord van de gemeente Dinkelland is op 8 november 2019 aangeboden aan het ministerie. Voor 2020 en 2021 ontvangt de gemeente een uitvoeringsbudget van € 20.000 per jaar. In samenspraak met de partijen binnen het Lokaal Sportakkoord zal invulling worden gegeven aan dit uitvoeringsbudget. Voor onze gemeentebegroting een budgettair neutrale aanpassing.
Rente nieuwe leningen
Begin 2020 zijn een tweetal nieuwe langlopende geldleningen afgesloten voor een totaal bedrag van € 10 miljoen. De jaarlijkse rentelasten van deze langlopende leningen zijn wat hoger dan de rentelasten over de afgelopen jaren toen we nog met kort geld aan onze financieringsbehoefte konden voldoen.
BTW
In september 2017 hebben wij naar de Belastingdienst een brief gestuurd waarin wij verzocht hebben om over de jaren 2012 t/m 2016 een aantal btw bedragen alsnog in aftrek te mogen brengen. Dit onder andere op basis van wijziging in de systematiek van aftrek btw op de algemene kosten en de kosten van het ambtelijk apparaat, recente jurisprudentie m.b.t. WMO vervoer en Collectief Vraagafhankelijk Vervoer en de btw aspecten m.b.t. het bewegingsonderwijs. Na veelvuldig overleg met de Belastingdienst zijn we op alle onderdelen met uitzondering van het terugvorderen van de btw m.b.t. het bewegingsonderwijs in het gelijk gesteld. Voor wat betreft het bewegingsonderwijs is aan de hand van landelijke jurisprudentie duidelijk geworden dat de btw niet teruggevorderd kan worden. Per saldo heeft het bezwaarschrift geleidt tot een eenmalige teruggave van in totaal € 991.000,- inclusief belastingrente. Dit bedrag hebben wij verwerkt in de jaarrekening 2019. De wijziging in de systematiek van aftrek op de algemene kosten en de kosten van het ambtelijk apparaat (via het zogenaamde mengpercentage) heeft een structureel effect.
In afwachting van de besluitvorming op het bezwaarschrift 2012 t/m 2016 hebben wij in de afgelopen periode pro forma bezwaarschriften ingediend voor de jaren 2017 en 2018. Nu met de Belastingdienst overeenstemming is bereikt over de uitgangspunten hebben wij met de Belastingdienst afgesproken dat uiterlijk 1 september de nadere motivatie wordt ingediend met de daarbij behorende bedragen. Daarbij zullen wij ook het jaar 2019 betrekken. Het resultaat over de jaren 2017 t/m 2019 nemen wij mee in het tweede programmajournaal. Voor 2020 en volgende jaren ramen wij het structureel effect vooralsnog op € 70.000 per jaar.
Verbonden partijen
Noaberkracht
De bijdrage aan Noaberkracht is gebaseerd op de vastgestelde begroting 2021 van Noaberkracht. In de meerjarenbegroting van de gemeente Dinkelland kunnen de meerjarige lasten van deze begroting worden opgevangen.
In 2020 is er wel sprake van een incidentele meevaller van € 135.000. Deze wordt veroorzaakt doordat in de jaarverantwoording 2019 van Noaberkracht een bedrag aan niet besteed procesgeld is uitgekeerd aan de beide deelnemende gemeenten. Het bedrag waar hier over wordt gesproken is het aandeel van de gemeente Dinkelland daarin.
Omgevingsdienst Twente (ODT)
Het gemeentelijke aandeel in de begroting 2021 van de Omgevingsdienst Twente is geraamd op €12,2 miljoen. De gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van de begroting 2020 met ongeveer €1,1 miljoen toegenomen. Deze toename is vooral ontstaan door loon- en prijsindexatie.
Conform de verdeelsleutel is de bijdrage voor Dinkelland €444.197. Reeds opgenomen in de begroting van Dinkelland 2021 is €436.320. De bijdrage aan de ODT is voor 2021 €7.877 hoger dan begroot. Deze verhoging wordt veroorzaakt door loon- en prijsindexatie. Voor loon- en prijsindexatie is in de begroting van Dinkelland een stelpost opgenomen. De verhoging van de bijdrage kan verrekend worden met deze stelpost.
Veiligheids Regio Twente (VRT)
Het totale gemeentelijke aandeel in de begroting van de VRT is geraamd op € 46,8 miljoen. De totale gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van de begroting 2020 met ongeveer € 1,5 miljoen toegenomen. € 1,2 miljoen vanwege de loon- en prijscompensatie, berekend volgens de vastgestelde financiële uitgangspunten en € 0,3 miljoen op basis van het besluit van het algemeen bestuur op 9 juli 2018 over financiële knelpunten op middellange termijn. De bijdrage 2021 wordt voor Dinkelland € 2.060.842. Dit is € 155.109 hoger dan 2020 en € 113.963 hoger dan begroot voor het jaar 2021. Deze verhoging wordt deels veroorzaakt door de Cebeon-mutatie en deels door loon- en prijsindexatie. Voor loon- en prijsindexatie is in de begroting van Dinkelland een stelpost opgenomen. De verhoging van de bijdrage aan de VRT door loon- en prijsindexatie van € 49.745 kan verrekend worden met deze stelpost.
Regio Twente
Het aandeel gemeentelijke bijdrage is geraamd op € 34,7 miljoen (2020: € 33,3 miljoen), dat is 37% van de totale baten van de Regio Twente. De totale gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van de gewijzigde begroting 2020 met € 1,25 miljoen toegenomen. De gemeentelijke bijdrage voor Dinkelland voor 2021 is geraamd op €1.451.000 (2020 was € 1.399.000). Dit betekent een stijging van € 52.000.
Deze verhoging wordt veroorzaakt door loon- en prijsindexatie. Voor loon- en prijsindexatie is in de begroting van Dinkelland een stelpost opgenomen. De verhoging van de bijdrage aan de Regio Twente kan voor een deel worden verrekend met deze stelpost.
Stelpost loon- en prijscompensatie verbonden partijen
De extra bijdragen als gevolg van loon- en prijsindexatie zijn in totaal €109.622. In de begroting van Dinkelland is een stelpost opgenomen voor loon- en prijsindexaties bij verbonden partijen ter hoogte van €75.000.
Overige kleine verschillen
Het betreft hier een verzameling van meerdere kleine verschillen.
Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven en toegelichte mutaties op basis van bestaand beleid (feitelijk het 1e programmajournaal 2020) en deze te verwerken in het herziene meerjarige saldo. |