Paragrafen
Lokale heffingen
Terug naar navigatie - Lokale heffingenLokale heffingen
Terug naar navigatie - Lokale heffingenOp grond van artikel 9, tweede lid van het ‘Besluit begroting en verantwoording’ bevat de begroting en de jaarrekening ten minste een paragraaf over de lokale heffingen. Deze paragraaf bevat volgens artikel 10 ten minste de volgende vijf sub-paragrafen :
- een overzicht van de geraamde inkomsten;
- het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
- een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt:
a. hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden;
b. wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen;
c. hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
- een aanduiding van de lokale lastendruk ;
- een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
In de begroting wordt een uitgebreide beschrijving van en toelichting op de verschillende lokale heffingen gegeven. Dit, omdat bij de vaststelling van de begroting besluiten worden genomen over de gewenste belastingontvangsten en - in aansluiting daarop - daarbij tariefstructuur en –hoogte wordt bepaald. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop de belastingontvangsten zijn gerealiseerd en in hoeverre daarbij afwijkingen zijn ontstaan ten opzichte van de begroting.
Overzicht belastingopbrengsten begroting 2025
Terug naar navigatie - Overzicht belastingopbrengsten begroting 2025
Soort heffing/belasting (bedragen x € 1.000) |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
Onroerendezaakbelastingen |
7.341 |
7.395 |
7.782 |
Afvalstoffenheffing |
1.917 |
2.215 |
2.457 |
Rioolheffingen |
3.171 |
3.343 |
3.573 |
Leges |
|
|
|
Toeristenbelasting |
423 |
491 |
562 |
Forensenbelasting |
97 |
120 |
120 |
Precariobelasting |
18 |
16 |
16 |
BIZ-belasting (Ootmarsum) |
87 |
82 |
82 |
Totaal |
13.054 |
13.662 |
14.592 |
Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Terug naar navigatie - Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingenDe belastingenstructuur en de tarieven van de gemeentelijke belastingen zijn voor het belastingjaar 2025 als volgt berekend:
- de OZB-tarieven worden zodanig aangepast dat er voor 2025 sprake is van een meeropbrengst (exclusief areaaluitbreiding van de woningen en areaalinkrimping van de niet-woningen) van 2%, Ook voor de daaropvolgende jaren wordt rekening gehouden met een meeropbrengst van 2% per jaar (exclusief areaaluitbreiding van de woningen en areaalinkrimping van de niet-woningen);
- de tarieven afvalstoffenheffing bestaan uit een basistarief vermeerderd met een capaciteitsafhankelijk tarief per lediging van de restafvalcontainer (grijs) respectievelijk per aanbieding aan de verzamelcontainer. De tarieven zijn voor 2025 t.o.v. 2024 verhoogd met €22 tot €180;
- uitgangspunt is dat de tarieven van de rioolheffingen kostendekkend zijn. De tarieven zijn voor 2025 t.o.v. 2024 verhoogd met 6,3%. Dit betekent voor het eigenarentarief een stijging van €17,70 tot €298,30;
- de tarieven voor de BIZ-belasting liggen voor de gehele periode van 5 jaar (2022 – 2026) vast en de hoogte van de aanslag is alleen afhankelijk van de WOZ-waarde(ontwikkeling);
- de tarieven voor de precariobelasting zijn niet gewijzigd;
- de tarieven voor de toeristenbelasting zijn niet gewijzigd;
- het tarief voor de forensenbelasting is niet gewijzigd en
- de legestarieven zijn kostendekkend.
Onroerendezaakbelasting (ozb)
Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelasting (ozb)Onder de naam ‘Onroerende-zaakbelastingen’ worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:
- een gebruikersbelasting van degene die – naar omstandigheden beoordeeld – een onroerende zaak die niet in hoofdzaak als woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en
- een eigenarenbelasting van degene die van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
De gebruikersbelasting wordt uitsluitend geheven over niet-woningen, terwijl de eigenarenbelasting wordt geheven van zowel woningen als niet-woningen.
De tarieven worden jaarlijks (opnieuw) bepaald aan de hand van twee factoren, te weten:
a. de waardeontwikkeling van het WOZ-bestand in de gemeente en
b. de gewenste ozb-opbrengst in het begrotingsjaar.
Vergelijking van de ozb-tarieven tussen verschillende jaren is daarom niet zinvol. Voor het jaar 2025 stellen wij voor om 2% meeropbrengst te realiseren. Dit betekent, dat de tarieven worden aangepast aan de waardeontwikkeling van zowel woningen als niet-woningen en rekening houdend met een meeropbrengst van 2%. Het uitgangspunt van een jaarlijkse meeropbrengst van 2% per jaar (exclusief areaaluitbreiding van de woningen en areaalinkrimping van de niet-woningen) is ook toegepast bij de ozb-ramingen in de meerjarenbegroting.
De WOZ-waarde van woningen werd tot en met 2021 bepaald aan de hand van o.a. de bruto-inhoud van de woning. Met ingang van het jaar 2022 is landelijk besloten dit te wijzigen. Vanaf 2022 zijn de woningen gewaardeerd op basis van het aantal m² gebruiksoppervlakte.
Opbrengsten onroerendezaakbelastingen (in €) |
2024 |
2025 |
Woning eigenaar |
4.321.000 |
4.424.000 |
Niet-woning eigenaar |
1.878.000 |
2.054.000 |
Niet-woning gebruiker |
1.196.000 |
1.304.000 |
Totale ozb-opbrengst (afgerond) |
7.395.000 |
7.782.000 |
Afvalstoffenheffing
Terug naar navigatie - AfvalstoffenheffingDeze belasting heeft als uitgangspunt, dat de kosten voor 100% worden gedekt door de heffing. Naast een basistarief per huishouden betaalt de gebruiker een capaciteitsafhankelijk tarief per containerlediging restafval in de vorm van een tarief bij gebruik van:
a. een container met een capaciteit van 240 liter of
b. een container met een capaciteit van 140 liter of
c. een chipkaart bij gebruik van een verzamelcontainer voor bewoners van appartementen.
Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’. Met de opbrengst worden de kosten gedekt van de afvalinzameling en –verwerking.
Voor de afvaltarieven hanteren we op basis van bestaand beleid 100% kostendekkendheid. Dat wil zeggen dat we de kosten die we maken voor de afvalinzameling en afvalverwerking doorberekenen in de tarieven. Voor het jaar 2025 zijn de tarieven t.o.v. het jaar 2024 verhoogd met €22 tot €180.
Berekening kostendekkende afvalstoffenheffing (in €) |
2025 |
Kosten taakveld(en) |
2.345.000 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen |
298.000 |
Netto kosten taakveld |
2.047.000 |
Toe te rekenen kosten |
2.047.000 |
Overhead incl. (omslag)rente |
100.000 |
BTW |
316.000 |
Totale kosten |
2.463.000 |
Opbrengst afvalstoffenheffing |
2.457.000 |
Dekkingspercentage
|
99,7% |
Tarieven en opbrengst afvalstoffenheffing (in €) |
2024 |
2025 |
Basistarief (vast recht) |
158,00 |
180,00 |
1 lediging restafvalcontainer (grijs) 240 liter |
10,60 |
10,60 |
1 lediging restafvalcontainer (grijs) 140 liter |
6,50 |
6,50 |
1 lediging bij een verzamelcontainer via een chipkaart met een kleine opening |
1,35 |
1,35 |
1 lediging bij een verzamelcontainer via een chipkaart met een grote opening |
2,70 |
2,70 |
Opbrengsten afvalstoffenheffing (basistarief + ledigingen) |
2024 |
2025 |
Raming opbrengst basistarief (vast recht) |
1.865.000 |
1.966.000 |
Raming opbrengst containers + chipkaarten ledigingen restafval |
491.000 |
491.000 |
Totaal (afgerond) |
2.356.000 |
2.457.000 |
Voorziening afvalstoffenheffing
Deze voorziening wordt ingezet om een gelijkmatige ontwikkeling van de afvalstoffenheffing te waarborgen. De stand van deze voorziening afval bedraagt per 1 januari 2025 €375.000.
Rioolheffingen
Terug naar navigatie - RioolheffingenIn het Water en Riolerings Programma (WRP 2025-2030) zijn de kaders en het beleid vastgelegd voor het onderhoud en vervanging van de riolering, maar ook voor verbeteringsmaatregelen. Jaarlijks inspecteren we de riolering en op basis van analyse wordt het onderhoud bepaald. De keuze van de toe te passen onderhoudsmaatregel is afhankelijk van omgevingsfactoren en de eventuele afstemming met andere werkzaamheden.
Berekening kostendekkende rioolheffing (in €) |
2025 |
Kosten taakveld(en) |
2.958.000 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen |
0 |
Netto kosten taakveld |
2.958.000 |
Toe te rekenen kosten |
2.957.000 |
Overhead incl. (omslag)rente |
452.000 |
BTW |
163.000 |
Totale kosten |
3.574.000 |
Opbrengst rioolheffing |
3.573.000 |
Dekkingspercentage |
100,0% |
Tarieven rioolheffingen (in €) |
2024 |
2025 |
Rioolheffing gebruiker (tot 300 m³) |
280,60 |
298,30 |
Meerverbruik per 100 m³ of een deel daarvan |
21,30 |
22,64 |
Agrarisch bedrijf |
308,20 |
327,64 |
Opbrengsten rioolheffingen |
2024 |
2025 |
Waterverbruik tot 301 m³: |
3.228.000 |
3.471.000 |
Aantal eenheden waterverbruik > 300 m³: |
45.000 |
48.000 |
Agrarisch tarief |
52.000 |
54.000 |
Totale raming rioolheffing (afgerond) |
3.325.000 |
3.573.000 |
De bestaande voorziening gekoppeld aan het huidige GRP bedraagt per 1 januari 2025 €4.311.000.
Leges
Terug naar navigatie - LegesDeze belasting heeft als uitgangspunt dat de kosten maximaal 100% worden gedekt door de heffing. De gemeente brengt voor een aantal diensten kosten in rekening bij de aanvrager.
Voor de legestarieven hanteren we op basis van bestaand beleid maximaal 100% kostendekkendheid. Dat wil zeggen dat we maximaal de kosten die we maken voor de desbetreffende dienst doorberekenen in de tarieven.
Bedrijven Investeringszone (BIZ)
Terug naar navigatie - Bedrijven Investeringszone (BIZ)Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bekostiging van activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van vijf jaar geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degene, die op 1 januari van het betreffende kalenderjaar gebruik maakt van de in de BI-zone gelegen onroerende zaak. Is een onroerende zaak op 1 januari van het betreffende kalenderjaar niet in gebruik, dan wordt de BIZ-belasting geheven van de eigenaar. Degene, die van die zaak het genot heeft op basis van eigendom, bezit of beperkt recht ,wordt aangemerkt als eigenaar. De BIZ geldt alleen nog in Ootmarsum. De BIZ-opbrengsten worden in subsidievorm doorbetaald naar de ‘Stichting BIZ Ootmarsum’. De tarieven, zoals hieronder vermeld, zijn afhankelijk van de WOZ-waarde van een object en gelden voor de gehele looptijd (2022 - 2026) van de belastingverordening. Voor de periode 2022 – 2026 is in overleg met de Stichting BIZ Ootmarsum een nieuwe BIZ-verordening vastgesteld. De tarieven, zoals hieronder vermeld, zijn afhankelijk van de WOZ-waarde van een object en gelden voor de gehele looptijd (2022 - 2026) van de belastingverordening. Omdat in de nieuw vastgestelde BIZ-verordening de werkplaatsen en dergelijke niet meer als belastbaat object worden aangemerkt ligt de opbrengst lager dan in de vorige BIZ-periode.
Opbrengstraming BIZ-belasting Ootmarsum (in €) |
2024 |
2025 |
Bij een WOZ-waarde van: |
|
|
€100.000 of minder |
500 |
500 |
meer dan €100.000 en minder dan €200.001 |
615 |
615 |
meer dan €200.000 en minder dan €300.001 |
730 |
730 |
meer dan €300.000 en minder dan €750.000 |
845 |
845 |
€750.000 of meer |
1.190 |
1190 |
Opbrengstraming BIZ-belasting Ootmarsum |
2024 |
2025 |
aantal aanslagen 16 x €500 |
8.000 |
8.000 |
aantal aanslagen 49 x €615 |
30.135 |
30.135 |
aantal aanslagen 24 x €730 |
17.520 |
17.520 |
aantal aanslagen 17 x €845 |
14.365 |
14.365 |
aantal aanslagen 10 x €1.190 |
13.090 |
11.900 |
Raming (afgerond) |
81.920 |
81.920 |
Precariobelasting
Terug naar navigatie - PrecariobelastingDeze directe belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De raad heeft besloten om de precariobelasting te beperken tot de horecaterrassen. Bij de precariobelasting wordt (tarief-)onderscheid gemaakt tussen enerzijds de binnenstad van Ootmarsum en de overige terrassen in de gemeenten en anderzijds tussen vaste terrassen en tijdelijke terrassen. De tarieven worden niet verhoogd c.q. geïndexeerd t.o.v. het belastingjaar 2024. De tarieven respectievelijk de opbrengsten zijn als volgt.
Tarieven precariobelasting (in €) |
2024 |
2025 |
a. Vaste terrassen |
|
|
- Binnenstad Ootmarsum |
14,15 |
14,15 |
- Overige delen van de gemeente |
11,20 |
11,20 |
b. Tijdelijke terrassen |
|
|
- Binnenstad Ootmarsum |
4,75 |
4,75 |
Opbrengstraming precariobelasting |
2024 |
2025 |
a. vaste terrassen binnenstad Ootmarsum: 285 m2 |
4.000 |
4.000 |
b. overige vaste terrassen in de gemeente: 985 m2 |
10.000 |
10.000 |
c. tijdelijke terrassen binnenstad Ootmarsum: 335 m2 |
2.000 |
2.000 |
Totale raming precariorechten (afgerond) |
16.000 |
16.000 |
Toeristenbelasting
Terug naar navigatie - ToeristenbelastingDeze belasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet in de gemeentelijke ‘Basisregistratie personen’ (BRP) zijn opgenomen. De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel; de heffing wordt gebaseerd op basis van aangifte. Deze aangiftes worden jaarlijks steekproefsgewijs gecontroleerd. De bedoeling hiervan is niet alleen om de aangiftes op juistheid en volledigheid te controleren, maar ook om de exploitanten, daar waar nodig, te adviseren bij een doelmatige opzet van de administratie, zodat het invullen van de aangifte correct, eenvoudig en snel kan geschieden. De tarieven voor 2025 worden niet verhoogd c.q. geïndexeerd t.o.v. het belastingjaar 2024.
Tarieven toeristenbelasting (prijs per persoon per nacht in €) |
2024 |
2025 |
Hotels, pensions, appartementen, boerderijkamers, etc. |
1,60 |
1,60 |
Recreatiewoningen respectievelijk niet beroepsmatig verhuurde ruimten |
1,00 |
1,00 |
Kampeermiddelen: mobiele kampeeronderkomens en stacaravans |
0,60 |
0,60 |
Groepsaccommodaties (o.a. kampeerboerderijen) |
0,60 |
0,60 |
Opbrengst toeristenbelasting (in €) |
2024* |
2025 |
a. hotels, pensions, appartementen en boerderijkamers |
256.000 |
296.000 |
b. recreatiewoningen en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten |
70.000 |
100.000 |
c. mobiele kampeeronderkomens, stacaravans op campings, vaste standplaatsen en groepsaccommodaties |
165.000 |
166.000 |
Raming toeristenbelasting (afgerond) |
491.000 |
562.000 |
*raming 2024 op basis van werkelijke aantallen 2023.
Forensenbelasting
Terug naar navigatie - ForensenbelastingDeze belasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar te houden. De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. De tarieven voor 2025 worden niet verhoogd c.q. geïndexeerd t.o.v. het belastingjaar 2024.
Tarieven forensenbelasting (in €) |
2024 |
2025 |
Forensenbelasting: vast bedrag per gemeubileerde woning |
285 |
285 |
Opbrengst forensenbelasting |
2024 |
2025 |
(verwacht) aantal aanslagen 420 x € 285 |
120.000 |
120.000 |
Raming (afgerond) |
120.000 |
120.000 |
Lokale lastendruk
Terug naar navigatie - Lokale lastendrukOm een indruk te geven van de lastendrukontwikkeling op basis van aanvaard beleid worden hierna de gevolgen belastingplichtigen met of zonder eigen woning weergegeven. Deze vergelijking is gebaseerd op de onroerendezaakbelastingen (alleen voor bezitters van een eigen woning), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Bij de berekening van de lokale woonlasten voor bezitters van een eigen woning wordt uitgegaan van de volgende uitganspunten:
- afvalstoffenheffing: het vast recht + gemiddeld 4 ledigingen restafvalcontainer van 240 liter;
- rioolheffing: basistarief tot 301 m³ waterverbruik voor de gebruiker.
- Bij de berekening van de lokale woonlasten voor bezitters van een eigen woning is uitgegaan van een gemiddelde woningwaarde van € 413.000 (schatting o.b.v. 2024). Bron: Waarderingskamer.
De ontwikkeling van de lokale lastendruk in de gemeente Dinkelland is als volgt:
Dinkelland | 2023 | 2024 | 2025 | verschil 2024-2025 | |
in € | in % | ||||
OZB (woning € 413.000) | € 414,00 | € 422,25 | € 430,50 | € 8,25 | 2,0% |
Rioolrecht eigenaar | € 265,60 | € 280,60 | € 298,30 | € 17,70 | 6,3% |
Afval | |||||
- vastrecht | € 133,00 | € 158,00 | € 180,00 | € 22,00 | 13,9% |
- 4 ledigingen restafval (240 liter) | € 42,40 | € 42,40 | € 42,40 | € 0,00 | 0,0% |
Totaal | € 855,00 | € 903,25 | € 951,20 | € 47,95 | 5,3% |
lastenverlichting | € -26,00 | € -26,00 | € 0 | € 26,00 | |
Totaal | € 829,00 | € 877,25 | € 951,20 | € 73,95 | 8,4% |
Zoals uit vorenstaande tabel blijkt neemt de lokale lasten druk voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning (gemiddelde waarde € 413.000) toe met € 73,95
Kwijtscheldingsbeleid
Terug naar navigatie - KwijtscheldingsbeleidWanneer een belastingplichtige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar, de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen te betalen kan de invorderingsambtenaar kwijtschelding verlenen. Van buitengewoon bezwaar is in het algemeen sprake wanneer de middelen om een belastingaanslag te betalen ontbreken en ook niet binnen afzienbare tijd kunnen worden verwacht. Gemeenten beschikken hierin over een zekere mate van beleidsvrijheid. Gemeenten mogen ook zelf bepalen welke belastingsoorten in aanmerking komen voor kwijtschelding.
Dinkelland past kwijtschelding toe voor alleen de volgende heffingen:
- afvalstoffenheffing,
- rioolheffing en
- onroerendezaakbelastingen.
Een aanvraag wordt getoetst op basis van inkomen en vermogen. Belastingplichtigen, die denken voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen in aanmerking te komen, kunnen desgewenst gebruik maken van de mogelijkheid om door het ‘Inlichtingenbureau’ een geautomatiseerde toets te laten uitvoeren. Dat betekent, dat de belastingplichtige zelf niet meer de nodige gegevens hoeft aan te leveren, maar dat het ‘Inlichtingenbureau’ aan de hand van de benodigde gegevens de inkomens- en vermogenstoets uitvoert.
Aantal kwijtscheldingsverzoeken |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
Aanvragen: volledige afwijzing |
55 |
55 |
65 |
Aanvragen: gedeeltelijke toewijzing |
5 |
3 |
4 |
Aanvragen: volledige toewijzing |
245 |
232 |
206 |
Totaal |
2305 |
290 |
275 |
|
|
|
|
Kwijtscheldingsbedragen |
2023 |
2024 |
2025 |
Raming kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen (in €) |
101.000 |
101.000 |
101.000 |
Werkelijke kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen |
94.000 |
0 |
0 |
Verschil tussen werkelijke kwijtschelding en raming |
7.000 |
0 |
0 |
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersingInleiding
Terug naar navigatie - InleidingDe paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft een indicatie in welke mate het vermogen van de gemeente Dinkelland toereikend is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast. Door de financiële risico's te beheersen en het weerstandsvermogen hierop af te stemmen, kan worden voorkomen dat elke nieuwe financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen.
Risicobeheersing en weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - Risicobeheersing en weerstandsvermogenOp 24 november 2020 is door de raad de Kadernota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2020 vastgesteld. Risicomanagement omvat alles wat we doen om risico’s, kansen en onzekerheden in beeld te brengen en te beheersen. Risicomanagement moet onze organisatie in staat stellen doelstellingen optimaal te realiseren. Dit impliceert prioriteiten stellen en sommige risico’s bewust accepteren. Daartoe is het noodzakelijk gedetailleerd inzicht te hebben in alle risico’s die samenhangen met alle gemeentelijke activiteiten en processen. De uitdaging is om binnen de organisatie het risicomanagement niet alleen onbewust onderdeel van ons werkproces te laten zijn maar risico’s en kansen en de wijze waarop we daarmee om willen gaan juist ook expliciet en transparant te betrekken bij de realisatie van onze doelen als ook bij bestuurlijke besluitvorming Hierbij is een voortdurende balans tussen de systeemwereld en de leefwereld van groot belang. Hierin is de belangrijkste uitdaging binnen de organisatie dat we deze twee werelden samenbrengen in wat gemeenten doen, hoe zij dat doen en hoe ze hierin omgaan met de samenleving en de kracht van de samenleving en de inwoners benutten.
Kortom: Nevenheid waar het kan, overheid waar het moet. Integraal risicomanagement kan hierin bijdragen door het in balans brengen/houden van deze twee werelden en daardoor een verbetering te bewerkstelligen in geprofessionaliseerde sturing en een verbeterde borging en bestendiging van de organisatie te creëren. Met deze kadernota zetten we een belangrijke stap in het versterken van risicomanagement, met als doel het bewust en verantwoord omgaan met risico’s door een open en transparante manier van samenwerken.
Integraal risicomanagement is de nieuwe manier van denken over risico’s, kansen en onzekerheden. Het doel van deze integrale aanpak is het vergroten van het risicobewustzijn van organisatie en bestuur, zodat een goede en verantwoorde balans ontstaat tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. Het continu organiseren van aandacht voor en het gesprek over risico’s vormt de basis van deze aanpak. Door regelmatig het gesprek te voeren - zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau - over (strategische) risico’s, ontstaat een gezamenlijk beeld. Niet door te zenden, te vertellen en voor te lichten, maar door te delen, te bespreken en de dialoog aan te gaan. De risicodialoog is een open gesprek met als doel het gezamenlijk bepalen van een constructieve risico-aanpak. Het gesprek en de communicatie over risico’s is een essentieel onderdeel van integraal risicomanagement. Transparantie is hierbij het uitgangspunt.
Risico's kunnen financiële consequenties met zich meebrengen. De financiële gevolgen van de risico's worden periodiek tijdens de P&C-Cyclus inzichtelijk gemaakt in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Naast financiële consequenties worden dan ook de impact van imagoschade en de impact op de realisatie van onze organisatiedoelstellingen gewogen.
Het weerstandsvermogen kunnen we bepalen door onderstaande stappen te doorlopen:
1. Een inventarisatie van de risico’s (risicoprofiel);
2. Benodigde weerstandscapaciteit;
3. Beschikbare weerstandscapaciteit;
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit.
Risicoprofiel en weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Risicoprofiel en weerstandscapaciteitIn onderstaande tabel worden de tien risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Omschrijving |
Kans van optreden |
Maximaal financieel gevolg |
Invloed op WV |
||
Verhoogde vraag naar voorzieningen met een open-eind karakter zoals WMO, Jeugd en WWB |
70% |
€800.000 |
9.76% |
||
Grondbedrijf: Als gevolg van onvoorzienbare zaken (vooraf) bestaat de kans op extra kosten met als gevolg tegenvallers bouw- en woonrijp maken (o.a. bodem) |
50% |
€1000.000 |
7.00% |
||
Grondbedrijf: Als gevolg van economische groei bestaat de kans op schaarste met als gevolg Kostenstijging bouw- en woonrijpmaken (stijging > cbs index en voor een periode van 2 jaar) |
30% |
€1000.000 |
5.49% |
||
Datalek: Als gevolg van onjuist en onzorgvuldig handelen van medewerkers en/of systemen bestaat de kans op het weglekken of het onjuist/ongewild verspreiden van informatie aan onbevoegde partijen/individuen ( Noaberkracht werken / privacy en informatiebeveiliging), waardoor en een boete of aansprakelijkstelling volt vanuit AP |
30% |
€810.000 |
4.24% |
||
Als gevolg van het verliezen van bezwaar- en beroepsprocedures inzake ruimtelijke (bestemmings)plannen bestaat de kans op overschrijden van termijnen en budgetten waardoor de gemeente extra kosten moet maken. |
40% |
€500.000 |
3.47% |
||
Frauderisico - Bezittingen/Kunstobjecten: Als gevolg van onvolledige en niet-actueel registratie van bezittingen/kunstobjecten bestaat de kans dat op onrechtmatige wijze bezittingen/kunstobjecten aan de gemeente worden onttrokken of op onrechtmatige wijze gebruik worden gemaakt van bezittingen, met als gevolg dat wij onvolledig zijn verzekerd voor mogelijke schade |
30% |
€500.000 |
2.76% |
||
Stijgende loonkosten (t.o.v. huidige CAO) |
50% |
€250.000 |
2.65% |
||
Frauderisico - Subsidieverlening: Het risico dat subsidievoorwaarden niet worden nageleefd en/of subsidies onrechtmatig worden gedeclareerd. |
50% |
€250.000 |
2.22% |
||
Frauderisico - Subsidieverlening: Het risico dat subsidiegelden niet worden verantwoord en/of ontvangen door de organisatie. |
50% |
€ 250.000 |
2.22% |
||
Frauderisico - Schuldsanering: Het risico dat het behandelen van schuldsaneringsaanvragen niet onafhankelijk plaatsvindt of het risico dat vermenging van privéschulden en zakelijke schulden van cliënten plaatsvindt. of dat Het risico dat onjuiste of onvolledige informatie wordt verstrekt teneinde voor schuldsanering in aanmerking te komen. |
50% | € 250.000 | 2.20% |
Mutaties in top 10 risico's:
Naar aanleiding van de uitgevoerde Audits en vernieuwing van de Fraude-risico analyse hebben er mutaties in de top 10 risico's voor Dinkelland plaatsgevonden. Het risico omtrent de vraag naar voorzieningen met een open-eind karakter zoals WMO, Jeugd en WWB blijft onveranderd hoog net zoals de risico's voor het grondbedrijf. Wel zien we op dit moment dat er verhoogde aandacht nodig voor de processen rondom bezittingen en subsidieverlening. Hiervoor zijn reeds verbeteracties in gang gezet om de beheersing van deze risico's op orde te krijgen.
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. Hieruit volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden gedekt met een bedrag van € 3,8 miljoen (benodigde weerstandscapaciteit).
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. In onderstaande tabel wordt de totale weerstandscapaciteit weergegeven.
Beschikbare weerstandscapaciteit (in €) | |
Weerstand | Capaciteit |
2025 | |
Algemene reserve | 9.098.000 |
Totale weerstandscapaciteit | 9.098.000 |
De geraamde stand van de algemene reserve per 1 januari 2025 bedraagt € 9.942.000 (zie staat van reserves € 8.685.000 plus saldo MJB 2025 € 1.257.000). in deze stand van de algemene reserve is de mogelijke winst op de grondexploitaties over het jaar 2024 voor een bedrag van € 844.000 meegenomen. Dit is feitelijk een (administratieve) winst die we dan ook (nog) niet meenemen in de herziene stand van de algemene reserve. We wachten de werkelijke resultaten van alle grondexploitaties over het jaar 2024 af en nemen deze dan mee in de jaarverantwoording 2024 waar ook de verrekening met de algemene reserve plaatsvindt. Voor nu houden we rekening met een herziene stand van de algemene reserve van € 9.098.000 (€ 9.942.000 -/- € 844.000). Deze stand merken we aan als beschikbare weerstandscapaciteit.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen = | beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 9.098.000 | 2,4 | |
benodigde weerstandscapaciteit | €3.803.000 |
De door de raad vastgestelde ratio bedraagt 1,4 wat neerkomt op een benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit van €5.320.000. Dit betekent dat er sprake is van een surplus op de algemene reserve van € 3.778.000. Dit surplus onttrekken we aan de algemene reserve en voegen we toe aan de Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk in deze begroting.
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Hieronder is de normtabel weergegeven.
Weerstandsnorm | ||
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | > 2.0 | uitstekend |
B | 1.4 - 2.0 | ruim voldoende |
C | 1.0 - 1.4 | voldoende |
D | 0.8 - 1.0 | matig |
E | 0.6 - 0.8 | onvoldoende |
F | < 0.6 | ruim onvoldoende |
Het ratio valt dan in klasse > 2.0 Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen
Op de basis van het meerjarig verloop van de algemene reserve ontwikkelt de ratio van de gemeente Dinkelland zich als volgt:
2025 | |
Ratio | 2,4 |
Kengetallen
De ontwikkeling van de volgende kengetallen zijn opgenomen bij de balans van de gemeente:
- Netto schuldquote
- Solvabiliteitsratio
- Grondexploitatie
- EMU saldo
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenOm de financiële positie van de gemeente in beeld te brengen, stelt de gemeente Dinkelland jaarlijks een balans en een overzicht van de exploitatie in baten en lasten op. Maar voor een goed oordeel over deze financiële positie zijn aanvullende kengetallen nodig. Deze kengetallen bieden u ondersteuning bij uw kader stellende en controlerende rol. Bovendien kan met deze kengetallen de gemeente Dinkelland goed worden vergeleken met andere gemeenten. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet alles en moet altijd in relatie worden gezien met andere kengetallen.
We onderscheiden vijf kengetallen:
1a. netto schuldquote
1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
2. solvabiliteitsratio
3. grondexploitatie
4. structurele exploitatieruimte
5. belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
1a. Netto schuldquote
Dit kengetal zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Hoe hoger de schuld, hoe meer kapitaallasten (rente en aflossing) er zijn. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie.
|
(bedragen x € 1.000) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Vaste schulden |
22.282 | 19.063 | 15.723 |
B |
Netto vlottende schuld |
5.245 | 5.654 | 5.654 |
C |
Overlopende passiva |
9.004 | 23.589 | 29.242 |
D |
Financiële vaste activa |
7.801 | 5.888 | 6.429 |
E |
Uitzettingen < 1 jaar |
26.199 | 17.762 | 17.762 |
F |
Liquide middelen |
471 | 488 | 488 |
G |
Overlopende activa |
2.470 | 1.090 | 1.090 |
H |
Totale baten |
81.846 | 74.087 | 77.530 |
|
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% |
-0,5 | 31,2 | 32,1 |
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Zie netto schuldquote, maar dan gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden.
|
(bedragen x € 1.000) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Vaste schulden |
22.282 | 19.063 | 15.723 |
B |
Netto vlottende schuld |
5.245 | 5.654 | 5.654 |
C |
Overlopende passiva |
9.004 | 23.589 | 29.242 |
D |
Financiële vaste activa |
2.803 | 2.803 | 2.803 |
E |
Uitzettingen < 1 jaar |
26.199 | 17.762 | 17.762 |
F |
Liquide middelen |
471 | 488 | 488 |
G |
Overlopende activa |
2.470 | 1.090 | 1.090 |
H |
Totale baten |
81.849 | 74.087 | 77.530 |
|
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% |
5,6 | 35,3 | 36,7 |
2. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hieronder wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Hoe hoger het aandeel, hoe gezonder de gemeente.
|
(bedragen x € 1.000) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Eigen vermogen |
49.043 | 43.102 | 40.926 |
B |
Balanstotaal |
92.761 | 98.730 | 99.455 |
|
Solvabiliteit (A/B) x 100% |
52,9 | 43,7 | 41,2 |
3. Grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Deze boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
|
(bedragen x € 1.000) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Niet in exploitatie genomen bouwgronden |
0 | 0 | 0 |
B |
Bouwgronden in exploitatie |
277 | 4.168 | 1.336 |
C |
Totale baten |
81.849 | 74.087 | 77.530 |
Grondexploitatie (A+B)/C x 100% |
0,3 | 5,6 | 1,7 |
4. Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de (structurele) vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft het ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen, dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.
|
(bedragen x € 1.000) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Totale structurele lasten |
63.260 | 63.946 | 72.342 |
B |
Totale structurele baten |
67.037 | 65.647 | 72.853 |
C |
Totale structurele toevoegingen aan de reserves |
0 | 0 | 0 |
D |
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves |
257 | 683 | 833 |
E |
Totale Baten |
81.849 | 74.087 | 75.530 |
|
Structurele exploitatieruimte (B-A)+(D-C)/E x 100% |
4,9 | 3,2 | 1,7 |
5. Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft de ruimte weer die de gemeente Dinkelland heeft om zijn belastingen te verhogen. De O.Z.B. is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. Een hoog tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruikt heeft moeten maken van deze optie.
|
(bedragen in €) |
Jaarrekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
A |
Ozb-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde Ozb-lasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (uitgangspunt COELO-atlas) |
414 | 423 |
431 |
B |
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
266 | 281 | 298 |
C |
Afvalstoffenheffing voor een gezin |
175 | 200 | 222 |
D |
Eventuele heffingskorting |
-26 | -26 |
0 |
E |
Totale woonlasten (A+B+C+D) |
829 | 878 | 951 |
F |
Woonlasten landelijk gemiddelde |
944 | n.n.b. | n.n.b. |
|
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde (E/F) x 100% |
87,8% | n.n.b. | n.n.b. |
Totaal tabel kengetal en uitkomst
Kengetal Uitkomst (%) |
Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 |
Netto schuldquote |
-0,5 | 31,2 | 32,1 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen |
5,6 | 35,3 | 36,7 |
Solvabiliteit |
52,9 | 43,7 | 41,2 |
Grondexploitatie |
0,3 | 5,6 | 1,7 |
Structurele exploitatieruimte |
4,9 | 3,2 | 1,7 |
Belastingcapaciteit |
87,8% | n.n.b | n.n.b. |
Onderhoud kapitaalgoederen
Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederenInleiding
Terug naar navigatie - InleidingDe paragraaf kapitaalgoederen gaat in op de manier waarop het op duurzame wijze in stand houden van kapitaalgoederen (de fysieke gemeentelijke infrastructuur) is geborgd. Onder kapitaalgoederen verstaan we wegen (inclusief kunstwerken), riolering, water, groen en gebouwen.
Voor het geformuleerd doel zijn en worden onderhoudsplannen opgesteld waarin we aangeven op welk kwaliteitsniveau kapitaalgoederen worden onderhouden. Als introductie op deze paragraaf staat hieronder het overzicht van de beheerplannen voor de kapitaalgoederen:
Beheerplannen | Vaststelling door raad in jaar | Looptijd | Financiële vertaling in begroting | Uitgesteld onderhoud | |
Wegen | 2016 | n.v.t. | ja | nee | |
Openbare verlichting | 2015 | 11 jaar | ja | nee | |
Riolering (WRP) | 2024 | 6 jaar | ja | nee | |
Groen | 2020 | n.v.t. | ja | nee | |
Gebouwen MOP | 2021 | 4 jaar | ja | nee | |
Kaders en cijfers
Terug naar navigatie - Kaders en cijfersWettelijk
De relevante wettelijke kaders zijn:
- Gemeentewet: waarin door de gemeenteraad is vastgelegd welke regels voor de waardering en afschrijving van activa gelden. De in artikel 212 Gemeentewet bedoelde verordening is de 'Financiële verordening gemeente Dinkelland (2017)'.
- Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV): op grond van artikel 12 moeten de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen in deze paragraaf aan de orde komen.
- Burgerlijk Wetboek: waarin opgenomen de gemeentelijke taak als 'goed wegbeheerder' om te zorgen dat het gebruik van de weg geen risico oplevert voor de weggebruiker (wettelijke aansprakelijkheid).
- Wet Milieubeheer: waaruit de verplichting tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is voortgekomen.
Kerncijfers
Voor de onderscheiden kapitaalgoederen zijn in de tabel hieronder de kerncijfers vermeld.
|
Aspect |
Binnen de kom |
Buiten de kom |
Wegen |
Weglengte totaal |
139 km |
446 km |
|
Oppervlakte elementenverharding |
84,9 ha |
4,6 ha |
|
Oppervlakte asfaltverharding |
29,1 ha |
127,4 ha |
|
Oppervlakte betonverharding |
0,4 ha |
5,9 ha |
|
Oppervlakte overige |
1,5 ha |
40,9 ha |
|
Aantal bruggen |
48 st |
62 st |
|
Aantal duikers |
13 st |
1.147 st |
Openbare verlichting |
Aantal lichtpunten | 5900 | |
Riolering |
Gemengde hoofdriolering |
100 km |
|
|
(verbeterd) Gescheiden stelsel hoofdriolering |
56 km |
|
|
Kolken |
9.800 |
|
|
Pompunits drukriolering buitengebied |
1.220 |
|
|
Drukriool buitengebied |
430 km |
|
|
Rioolgemalen |
53 |
|
|
Persleidingen |
25 km |
|
|
IT riolen |
9km |
|
|
Wadi’s |
56 |
|
|
Bergbezinkbassins |
10 |
|
|
Externe overstorten |
44 |
|
Groen |
Beplantingsoppervlakte (natuurlijk) |
18,3 ha |
16,8 ha |
|
Beplantingsoppervlakte (in cultuur) |
14,7 ha |
0,3 ha |
|
Oppervlakte gazon |
37 ha |
0,7 ha |
|
Aantal bomen |
9826 st |
20.229 st |
Gebouwen |
Schoolgebouwen |
13 locaties |
|
|
Sportaccommodaties (7 gebouwen) |
11.337 m² |
|
|
Maatschappelijke/culturele doeleinden |
6.142 m² |
|
|
Monumentale gebouwen |
1.529 m² |
|
|
Eigen bedrijfsvoering |
12.564 m² |
|
|
Overige gebouwen |
4.336 m² |
Beleid en beheer
Terug naar navigatie - Beleid en beheerAlgemeen
Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte is vastgesteld in het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). Dit plan, dat uitgaat van de systematiek om te werken volgens zogeheten beeldkwaliteit.
Wegen
Voor het beheer van de wegen gebruiken we de (beeld)kwaliteitscatalogus openbare ruimte van de CROW en de systematiek Rationeel wegbeheer. Jaarlijks beoordelen we de wegen in kwalitatieve zin met een visuele inspectie. Op basis van de resultaten uit de visuele inspecties en de gewenste kwaliteitsniveaus worden onderhoudsmaatregelen bepaald.
Het kwaliteitsniveau is aangeduid tussen niveau A (goed) en D (slecht). In 2016 is het meerjarenonderhoudsprogramma voor de kapitaalgoederen wegen vastgesteld. Daarbij is vastgesteld dat we het wegenonderhoud gedifferentieerd gaan uitvoeren op basis van de reeds vermelde functionele indeling van wegen. Daarbij is vastgesteld de hieronder aangegeven kwaliteit te gaan hanteren.
Bij de keuze voor deze kwaliteitsniveaus horen de effecten zoals weergegeven in de tabel.
Kwaliteitsniveau
|
A |
B |
C |
D |
|
Asfalt/beton |
Aanzien/uitstraling |
Hoog |
Standaard |
Sober |
Verloedering |
Kapitaalvernietiging |
Matig |
Nihil |
Groot |
Zeer groot |
|
Beheerbaarheid |
Voldoende |
Goed |
Matig |
Slecht |
|
Veiligheid/Aansprakelijkheid |
Veilig |
Grotendeels veilig |
Beperkt Veilig |
Onveilig |
|
Hinder/Overlast |
Nauwelijks |
Incidenteel |
Regelmatig |
Constant |
|
Elementen |
Aanzien/uitstraling |
Hoog |
Standaard |
Sober |
Verloedering |
Kapitaalvernietiging |
Matig |
Nihil |
Matig |
Groot |
|
Beheerbaarheid |
Voldoende |
Goed |
Matig |
Slecht |
|
Veiligheid/Aansprakelijkheid |
Veilig |
Grotendeels veilig |
Beperkt Veilig |
Heel onveilig |
|
Hinder/Overlast |
Nauwelijks |
Incidenteel |
Regelmatig |
Constant |
|
Gekozen Scenario 3B: Alles C en m.i.v. 2023 Centra/Hotspots B |
||||||||
Gewenste kwaliteit |
Bedrijventerrein |
Buitengebied |
Buitengebied Extensief |
Fietspaden/ recreatief |
Centra |
Hotspot |
Hoofdweg |
Woongebied |
|
Asfalt |
Rijbanen |
C |
C |
C |
C |
B |
B |
C |
C |
Fietspad |
|
|
|
C |
|
|
C |
C |
|
Voetpaden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige |
|
|
|
|
|
|
C |
C |
|
Beton |
Alle |
C |
C |
C |
C |
|
|
C |
C |
Elementen |
Rijbanen |
C |
C |
C |
C |
B |
B |
C |
C |
Fietspad |
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
Voetpaden |
C |
|
|
C |
B |
B |
C |
C |
|
Overige |
C |
C |
C |
C |
B |
|
C |
C |
Openbare verlichting
Aan de hand van het beleidsplan ‘Verlichten openbare ruimte’, met daarin uitgangspunten en keuzes voor het beleid, ontwikkelen we plannen voor vervanging en nieuwe plaatsing van openbare verlichting.
Sociale veiligheid en verkeersveiligheid spelen daarbij een rol. Ook met milieuaspecten, lichthinder en lichtvervuiling houden we rekening.
Het onderhoud van de openbare verlichting is geregeld via een meerjarenonderhoudsbestek met in totaal zes gemeenten. In totaal worden ca. 5.900 lichtpunten onderhouden.
Energiebesparing en duurzaamheidsdoelstellingen behalen we door vervanging van de huidige verlichting door LED verlichting. Ten opzichte van 2011 is de energiebesparing bijna 50 %.
Riolering
In het Water en Riolerings Programma (WRP 2025-2030) zijn de kaders en het beleid vastgelegd voor het onderhoud en vervanging van de riolering, maar ook voor verbeteringsmaatregelen. Jaarlijks inspecteren we de riolering en op basis van analyse wordt het onderhoud bepaald. De keuze van de toe te passen onderhoudsmaatregel is afhankelijk van omgevingsfactoren en de eventuele afstemming met andere werkzaamheden.
Groen
Binnen de groenvoorzieningen wordt er onderscheid gemaakt in het beheer basis van beeldkwaliteit (gazons, plantsoenen, hagen etc.) en het beheer op basis van frequentie (bomen, houtwallen, bermen, sloten). Voor het beheer op basis van beeldkwaliteit gebruiken we de (beeld)kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het CROW. Maandelijks nemen we een steekproef op basis van schouwen. Hierdoor checken we of de groenvoorzieningen voldoen aan de gestelde beeldkwaliteit. Cultuurbeplanting heeft een eindige levensduur en zal dan door middel van cyclisch vervangen weer op peil worden gebracht.
Voor wat betreft het beheer op basis van beeldkwaliteit zijn er 2 verschillende beeldkwaliteitsniveaus vastgesteld door de raad, namelijk: het verzorgend onderhoud op C en het technisch onderhoud op A. Deze tweeledige manier onderhoud geldt voor alle groene arealen die we op basis van beeldkwaliteit onderhouden.
Voor wat betreft het beheer op basis van frequentie hanteren we een vast stramien qua onderhoud op basis van beheerplannen. Voor wat betreft bomen voeren we ook een wettelijke veiligheidsinspectie uit (boomveiligheidscontroles). Daarbij bepalen we op grond van het risicoprofiel welke inspectiefrequentie nodig is en welke eventuele onderhoudsmaatregelen nodig zijn.
In 2020 is het Kwaliteitsplan Openbaar Groen (KOG) vastgesteld. In dat KOG is onder meer opgenomen dat er meer aandacht komt voor leefbaarheid en biodiversiteit. Bij vervanging zal nadrukkelijker worden gekeken naar de mate van beheerbaarheid van de toegepaste soorten. Inrichtingsplannen worden zoveel mogelijk in samenspraak met buurt opgesteld.
Gebouwen
Het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is opgenomen in de meerjarenonderhoudsplanning (MOP). Deze MOP is opgesteld volgens NEN2767 en is gericht op de instandhouding van een pand op kwaliteitsniveau 2 en 3 (op een schaal van 1 tot 6). De MOP heeft een inventarisatie-cyclus van vier jaar en de administratieve actualisatie is elk jaar. Op grond van de hieruit voortvloeiende planning wordt de reserve voor het groot onderhoud op peil gebracht Het jaarlijks onderhoud gebeurt waar mogelijk in overleg met de gebruiker/beheerder van het betreffende pand (check op nut en noodzaak). Bij de onderhoudswerkzaamheden wordt waar mogelijk rekening gehouden met het verduurzamen van het gebouw.
Beleidsplannen in ontwikkeling
De CROW-CUR aanbeveling 124:2019 voor ‘Constructieve veiligheid bestaande bruggen en viaducten van decentrale overheden’ is onlangs gepresenteerd. De berekeningsnormen voor gemeentelijke kunstwerken worden hiermee in bepaalde situaties verlicht. In 2023 is een nieuwe inspectieronde gestart die mede input zal zijn voor de herberekening van de gemeentelijke kunstwerken.
Financieel
Terug naar navigatie - FinancieelStructurele financiële onderhoudsgelden gebruiken we in beginsel voor het reguliere en ‘groot’ onderhoud voor wegen en groen. Onderhouds- en vervangingsinvesteringen voor riolering dekken we uit voorziening Riolering. Als gevolg van afstemming van onderhouds- of vervangingsmaatregelen is het mogelijk om structurele onderhoudsgelden aan te vullen met incidentele middelen op grond van investeringen of met middelen uit de rioolheffing. Ook andere interne en externe bronnen van financiering zijn mogelijk, bijvoorbeeld middelen uit de reserves of bijdragen van externe partijen.
Wegen
Het regulier onderhoud wordt aangepakt, zoals wordt aangegeven door het meerjaren onderhoudsprogramma, die jaarlijks wordt geactualiseerd. Binnen dit programma wordt eveneens rekening gehouden met een percentage voor onvoorziene omstandigheden en tegenvallers.
Kunstwerken
Op basis van de in 2023 en 2024 uitgevoerde inspecties en onderzoeken worden in 2024/2025 zes kunstwerken vervangen en wordt onderhoud uitgevoerd aan bijna 70 kunstwerken. Naast het onderhoudsbestek zijn we bezig met een beleidsplan kunstwerken. Hierin leggen we vast hoe we het onderhoud van de kunstwerken planmatiger kunnen uitvoeren en welke beleidsuitgangspunten daarbij van belang zijn. Een financieel meerjarenperspectief zal daar onderdeel van uitmaken. Wij verwachten het beleidsplan eind 2024 met u te kunnen bespreken.
Rioleringen
De financiële uitgangspunten zijn vertaald in het WRP 2025-2030.
Er wordt gewerkt volgens onderstaande principes:
- Investeringen zoals rioolvervanging, pompkelders en andere betonwerken worden geactiveerd en afgeschreven over 40 jaar.
- Investeringen met kortere levensduurverwachting zoals relinen, pompen en elektronica worden geactiveerd en afgeschreven over 15 jaar.
Gebouwen
Voor het groot onderhoud van de gebouwen staat de reserve ‘Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen’ ter beschikking. Jaarlijks nemen burgemeester en wethouders besluiten over de geplande onderhoudswerkzaamheden en –kosten. In die zin gebruiken ze de meerjaren onderhoudsplanning ook als middel om verantwoording af te leggen over de onderhoudsstaat van de gemeentelijke gebouwen.
Financiering
Terug naar navigatie - FinancieringFinanciering
Terug naar navigatie - FinancieringAlgemeen
De wet financiering decentrale overheden (fido) bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Het doel hiervan is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering (kasgeldlimiet) en regels voor lange financiering (renterisiconorm). Het onderscheid is gelegd bij 1 jaar.
Kasgeldlimiet en korte financiering
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
Een kasgeldlimiet van €6,9 miljoen betekent dat Dinkelland in 2025 tot een bedrag van €6,9 miljoen met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren.
Kasgeldlimiet |
(bedragen x €1 mln) |
Begrotingstotaal 2025 |
81,0 |
Vastgesteld percentage |
8,50% |
Kasgeldlimiet |
6,9 |
Renterisiconorm en lange financiering
De renterisiconorm is een instrument voor de beheersing van het risico van een rentewijziging. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maar 1/5e deel van de totale begroting aan rentegevoeligheid onderhevig zijn.
Renterisiconorm |
(bedragen x €1 mln) |
||||
Begrotingstotaal 2025 |
81,0 |
||||
Vastgesteld percentage |
20% |
||||
Renterisiconorm |
16,2 |
||||
Renterisico (volume renteherzieningen en aflossingen) |
3,3 |
||||
Ruimte |
12,9 |
In 2025 is er voldoende ruimte binnen de norm.
Leningen
Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de geldleningen in 2025:
Leningen (opgenomen) |
(bedragen x €1 mln) |
||||
Beginstand per 1 januari 2025 |
19,0 |
||||
Bij: |
nieuwe leningen t.b.v. investeringen |
0 |
|||
Af: |
reguliere aflossingen |
3,3 |
|||
|
vervroegde aflossingen |
0 |
|||
Eindstand per 31 december 2025 |
15,7 |
Algemene ontwikkelingen
Geldleningen
In 2025 zullen geen renteherzieningen plaatsvinden. De reguliere aflossingen in 2025 zijn € 3,3 miljoen en de rentelasten € 337.040.
Rentevisie, liquiditeit en schatkistbankieren
De gemeente Dinkelland heeft gekozen voor spreiding in de financieringsmogelijkheden. Door een actuele liquiditeitsplanning kan worden ingespeeld op eventuele tekorten of overschotten in de toekomst. Zo wordt door het aantrekken van langlopende geldleningen ingespeeld op eventuele liquiditeitstekorten voor de lange termijn. De rente voor langlopende geldleningen is op dit moment 3,11% (looptijd 15 jaar).
Eventuele voorziene tekorten op de korte termijn worden opgevangen door het aantrekken van 1 maands geldleningen. Vorig jaar was het 1 maands rentetarief op een kasgeldlening nog negatief, deze periode is voorbij, er moet weer rente betaald worden. Het tarief ligt rond de 3,5%-3.75%.
Eventuele liquiditeitsoverschotten worden als gevolg van schatkistbankieren automatisch afgeroomd naar onze bankrekening bij het Ministerie. Sinds het 3e kwartaal 2022 levert dit weer een creditrente op. Het huidige rentetarief bedraagt 3,66%.
EMU Saldo
Het EMU saldo is in grote lijnen in onderstaande tabel opgenomen:
EMU saldo | Jaarrekening 2022 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | |
1 | Exploitatie saldo voor bestemming | 2.833 | -154 | -2.037 | -1.255 | -1.100 | -718 |
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | -346 | 4.089 | 2.873 | -1.174 | -1.228 | -1.272 |
3 | Mutatie voorzieningen | 176 | -608 | 588 | -108 | -1289 | -577 |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -31 | 2.315 | -2.832 | 1.234 | 2.546 | -3.593 |
5 | Eventuele boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EMU saldo | 3.325 | -7.166 | -1.489 | -1.423 | -2.707 | 3.570 |
Het EMU-saldo kan gezien worden als een extra financieel kengetal, naast de andere vijf verplichte financiële kengetallen zoals de solvabiliteit en de (netto) schuldquote. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het negatieve EMU-saldo over 2025 geeft aan dat we als gemeente in 2025 meer verwachten uit te geven (reële transacties) dan dat we verwachtten te ontvangen. Het is echter wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van het ‘gemodificeerde stelsel van baten en lasten’. Hierdoor zegt het EMU-saldo van één jaar relatief weinig, omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave. Daarnaast worden de onttrekkingen aan reserves niet meegenomen in dit saldo.
Verbonden partijen
Terug naar navigatie - Verbonden partijenVerbonden partijen
Terug naar navigatie - Verbonden partijenAlgemeen
Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is, of waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het aangaan van banden met verbonden derde partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren.
Op 26 februari 2019 heeft uw raad het Beleidskader verbonden partijen 2019 vastgesteld. In dit beleidskader zijn de volgende punten verder uitgewerkt:
1. Afwegingskader deelname verbonden partijen
2. Bestuurlijke rollen (eigenaar en opdrachtgever)
3. Toezicht op verbonden partijen
4. Informatievoorziening aan de raad
Door het vaststellen van het Beleidskader verbonden partijen 2019 beschikt de gemeente over een afwegingskader voor toekomstige besluitvorming over toe- en uittreden bij verbonden partijen. Daarnaast geeft dit beleidskader aan hoe de gemeente grip op verbonden partijen wil vormgeven en welke rollen de gemeente daarbij heeft.
Deze paragraaf is om twee redenen voor u van belang. Op de eerste plaats voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft dus voor u nog steeds een kader stellende en controlerende taak over bij die programma’s. De tweede reden betreft de kosten – het budgettaire beslag- en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.
De risicoanalyse van de verbonden partijen is dit jaar wederom uitgevoerd met behulp van het pakket Naris Self Assesment. Hierbij werken we samen met de gemeente Almelo, Hengelo en Enschede.
De risico's voor de verbonden partijen worden geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen worden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn: directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, opdrachtgeversrelatie, governance, control en kwaliteit. Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies, afgenomen werkzaamheden en verstrekte leningen en garanties. De verbonden partijen waarbij de gemeente een groot financieel belang heeft en die een hoge risicoscore kennen, vormen een belangrijk risico voor de gemeente.
De ingevulde vragenlijsten hebben geleid tot de in de onderstaande grafieken opgenomen risicoscores. Hierbij is een onderscheid gemaakt in privaatrechtelijke en publiekrechtelijke verbonden partijen.
De verbonden partijen, waarbij de gemeente Dinkelland betrokken is, worden hieronder beschreven.
Gemeenschappelijke regelingen
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingenNoaberkracht Dinkelland Tubbergen
Vestigingsplaats
Denekamp
Activiteiten
In naam van de deelnemende bestuursorganen is de bedrijfsvoeringsorganisatie in ieder geval belast met:
- Beleidsontwikkeling en beleidsvoorbereiding;
- Uitvoering van het door de gemeentelijke bestuursorganen vastgestelde beleid;
- Inkoop en aanbesteding van opdrachten, behoudens voor zover het de bedrijfsvoering betreft;
- Uitvoering van door de rijksoverheid opgedragen medebewindstaken;
- Toezicht op en handhaving van de hiervoor genoemde uitvoering.
In eigen naam is de bedrijfsvoeringsorganisatie in ieder geval belast met:
- De bedrijfsvoering;
- Inkoop en aanbesteding van opdrachten ten behoeve van de bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoeringsorganisatie voert uitsluitend taken uit voor bestuursorganen van Dinkelland en Tubbergen.
Bestuurlijk belang
De colleges van de gemeenten Dinkelland en Tubbergen vormen gezamenlijk het bestuur. De beide burgemeesters zijn beide voorzitter van het bestuur. Beide gemeenten hebben 50% stemrecht in het bestuur.
Financieel belang
De gemeente Dinkelland draagt voor 56,35% bij aan de begroting.
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 24.785.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 4.919.000; 31-12-2025: € 4.919.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 3.894.000; 31-12-2025: € 2.995.000
Begroot resultaat 2025: € 0
Risico’s
Financieel belang – Groot
Risicoscore – Middel
Toezichtregime – Hoog
Deelnemende partijen
De bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen is een samenwerkingsverband van de gemeenten Tubbergen en Dinkelland in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma's
Deze verbonden partij raakt alle programma's in de basisbegroting.
Veiligheidsregio Twente
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
Veiligheidsregio Twente heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.
Bestuurlijk belang
Op grond van artikel 11 van de Wet veiligheidsregio’s vormen de burgemeesters van de deelnemende gemeenten het algemeen bestuur.
Elk lid van het algemeen bestuur beschikt in de vergadering over één stem. Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening, beschikt een lid van het algemeen bestuur over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners van zijn gemeente bij aanvang van het kalenderjaar waarin de stemming plaatsvindt.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 2.351.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 1.721.000; 31-12-2025: € 1.755.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 88.918.000; 31-12-2025: € 88.298.000
Begroot resultaat 2025: € 0
Risico’s
Financieel belang - Groot
Risicoscore - Middel
Toezichtregime – Hoog
Deelnemende partijen
Het openbaar lichaam Veiligheidsregio Twente is een verplicht samenwerkingsverband van alle 14 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. De verplichting tot instelling van en deelname aan een veiligheidsregio vloeit rechtstreeks voort uit de Wet veiligheidsregio’s.
Programma
Veiligheid
Crematoria Twente
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
Het OLCT is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging. Deze taken zijn ondergebracht in Crematoria Twente B.V.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een lid van het algemeen bestuur (= wethouder De Way).
Elk lid van het algemeen bestuur heeft één stem per 20.000 inwoners (of een gedeelte daarvan) van de gemeente die hij vertegenwoordigt, met dien verstande dat geen der individuele gemeentes zo veel stemmen kan hebben, dat zij zelfstandig een meerderheid kan vormen.
Financieel belang
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 1.611.000; 31-12-2025: € 1.611.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 0; 31-12-2025: € 0
Begroot resultaat 2025: € 364.000
Risico’s
Financieel belang - Klein
Risicoscore - Middel
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
Het openbaar lichaam Crematoria Twente (OLCT) is een samenwerkingsverband van 11 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Bestuur & middelen
Stadsbank Oost Nederland
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
De Stadsbank Oost Nederland is een intergemeentelijke kredietbank die zich ten behoeve van ingezetenen van de deelnemende gemeenten op maatschappelijk en zakelijk verantwoorde wijze bezighoudt met kredietverstrekking, budgetbeheer, schuldhulpverlening, preventie en voorlichting.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een lid van het algemeen bestuur (= wethouder Severijn).
Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering één stem.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 207.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: € 1.465.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: € 7.098.000
Begroot resultaat 2025: € 0
Risico’s
Financieel belang - Middel
Risicoscore - Middel
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
Het openbaar lichaam Stadsbank Oost Nederland is een samenwerkingsverband van 21 Twentse en Achterhoekse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Sociaal domein
Omgevingsdienst Twente (ODT)
Vestigingsplaats
Almelo
Activiteiten
De Omgevingsdienst Twente voert in opdracht van alle Twentse gemeenten en de provincie Overijssel de werkzaamheden m.b.t. vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu en bodem uit.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een lid van het algemeen bestuur (= wethouder Brand).
Ieder lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering één stem.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 2.430.000 (voor geheel Noaberkracht)
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 902.000; 31-12-2025: € 902.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 2.310.000; 31-12-2025: € 2.252.000
Begrote resultaat 2023: € 0
Risico’s
Financieel belang - Groot
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
Het openbaar lichaam Omgevingsdienst Twente is een verplicht samenwerkingsverband van 14 Twentse gemeenten en provincie Overijssel in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Veiligheid, Milieu, Volkshuisvesting & ruimtelijke ordening
Samen Twente
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
Samen Twente heeft ten doel het in zijn rechtsgebied bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van en zorg verlenen aan de bevolking of specifieke groepen daarvan. Ter verwezenlijking van dit doel behartigt Samen Twente de belangen op het terrein van:
a. de publieke gezondheid, onder de naam GGD Twente;
b. de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, onder de naam Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT);
c. het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, onder de naam Veilig Thuis Twente (VTT).
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een lid van het algemeen bestuur (= wethouder Severijn). Een lid van het algemeen bestuur beschikt over één stem.
Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening, alsmede om besluiten over investeringen op basis van een gemeentelijke bijdrage, worden beslissingen in het algemeen bestuur genomen op basis van inwonertal. Bij overige beslissingen geldt een gewone meerderheid van stemmen, welke gewone meerderheid tevens minimaal de helft van de inwoners van Twente vertegenwoordigt.
Financieel belang
De begrote bijdrage voor 2025 bedraagt: € 1.733.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 4.060.000; 31-12-2025: € 4.015.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 17.499.000; 31-12-2025: € 19.374.000
Begrote resultaat 2025: € 0
Risico’s*
Financieel belang – Groot
Risicoscore – Middel
Toezichtregime – Hoog
Deelnemende partijen
Samen Twente is een samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Sociaal domein
Recreatieschap Twente
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
Het Recreatieschap Twente heeft ten doel het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van recreatieve voorzieningen in zijn rechtsgebied. De belangrijkste taken van het Recreatieschap Twente bestaan uit het beheer en onderhoud van een aantal recreatieve routes en van een drietal recreatieparken (Het Rutbeek in Enschede, Het Hulsbeek in Oldenzaal en Het Lageveld in Wierden).
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een lid van het bestuur (= wethouder Brand). Een lid van het bestuur beschikt over één stem.
Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening, alsmede om besluiten over investeringen op basis van een gemeentelijke bijdrage, worden beslissingen in het bestuur genomen op basis van het inwonertal. Bij overige beslissingen geldt een gewone meerderheid van stemmen, welke gewone meerderheid tevens minimaal de helft van de inwoners van Twente vertegenwoordigt.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 172.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 798.000; 31-12-2025: € 798.000
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 4.000.000; 31-12-2025: € 3.935.000
Begrote resultaat 2025: € 0
Risico’s
Financieel belang – Middel
Risicoscore – Groot
Toezichtregime – Hoog
Deelnemende partijen
De bedrijfsvoeringsorganisatie Recreatieschap Twente is een samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Cultuur & recreatie
Beschermd Wonen
Vestigingsplaats
De uitvoering is belegd bij centrumgemeente Enschede.
Activiteiten
De regeling heeft tot doel om de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van Beschermd Wonen zoals bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Vanaf 2025 is er sprake van de financiële decentralisatie en ontvangen alle gemeenten middelen voor beschermd wonen.
Bestuurlijk belang
De werkzaamheden die de centrumgemeente Enschede uitvoert zijn nader omschreven en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de deelnemers die partijen gezamenlijk overeenkomen. Voor de uitvoering van de bevoegdheden hebben de colleges mandaat verleend aan het college van de centrumgemeente.
Beschermd Wonen behoort tot de portefeuille van wethouder Severijn.
Financieel belang
De financiële bepalingen die gelieerd zijn aan de centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen treden pas vanaf 2025 in werking.
Risico’s
Financieel belang – n.v.t.
Risicoscore – n.v.t.
Toezichtregime – n.v.t.
Deelnemende partijen
De centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen is een samenwerkingsverband van 8 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Programma
Sociaal domein
Stichtingen en verenigingen
Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingenStichting Participatie Noaberkracht
Vestigingsplaats
Denekamp
Activiteiten
De Stichting Participatie Noaberkracht (SPN) voert voor de gemeenten Dinkelland en Tubbergen de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Daarnaast verleent SPN diensten in het kader van de Participatiewet.
In de dienstencatalogus staan diensten die bij kunnen dragen aan het realiseren van de inclusieve samenleving. Dit varieert van activering tot het bemiddelen naar regulier werk. Met als doel om voor alle inwoners met een geïndiceerde arbeidsbeperking passend en duurzaam werk te realiseren.
Bestuurlijk belang
De stichting wordt aangestuurd door een bestuurder-directeur, met een Raad van Toezicht als toezichthoudend orgaan. De Raad van Toezicht heeft drie interne en twee externe leden. De interne vertegenwoordiging bestaat uit een lid uit het college van Dinkelland (= burgemeester Joosten), een lid uit het college van Tubbergen en een lid uit het bestuur van Noaberkracht. Externe vertegenwoordiging bestaat uit een inwoner uit Dinkelland en een inwoner uit Tubbergen.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 16.000 + doorbetaling rijksbijdrage Wsw: € 2.080.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begroot resultaat 2025: € 0
Risico’s
Financieel belang - Groot
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
Dinkelland en Tubbergen
Programma
Sociaal domein
Stichting Twenteboard
Vestigingsplaats
Enschede
Activiteiten
De stichting heeft ten doel de sociaaleconomische structuur in Twente te versterken om daarmee de economische slagkracht van de regio Twente verder te ontwikkelen en regionale groeikansen te benutten.
Belangrijke taken zijn het uitvoering geven aan de Agenda voor Twente en aan de Regio Deal Twente, die met de rijksoverheid is afgesloten.
Voor de uitvoering van zijn taken beschikt het bestuur van de stichting over een werkorganisatie (Twente Board Development B.V.). De Twentse gemeenten financieren de werkorganisatie.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van de stichting bestaat uit een voorzitter en 10 leden. De geledingen onderwijs en bedrijfsleven hebben elk drie zetels en de geleding overheid vier.
De inbreng en afstemming van de 14 Twentse gemeenten is geregeld in een bestuursovereenkomst. Deze overeenkomst formaliseert een structureel bestuurlijk overleg, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd. De gemeente Dinkelland wordt in dit overleg vertegenwoordigd door wethouder Brand.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 10,36 per inwoner = € 277.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Middel
Risicoscore - Middel
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De stichting is een samenwerkingsverband van overheid, onderwijs (kennis- en onderwijsinstellingen) en ondernemers in Twente.
Programma
Bestuur & middelen, Economie
Coöperaties en vennootschappen
Terug naar navigatie - Coöperaties en vennootschappenCogas
Vestigingsplaats
Almelo
Activiteiten
Cogas voorziet onder meer in de behoefte aan openbare nutsvoorzieningen in de gemeenten die in de vennootschap deelnemen en in haar concessie- en machtigingsgebieden.
Dinkelland valt onder het verzorgingsgebied van Cogas.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= burgemeester Joosten).
Dinkelland bezit 463 aandelen (= 9,1%).
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 918.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begroot resultaat 2025: € 6.163.000
Risico’s
Financieel belang - Groot
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De aandelen van de naamloze vennootschap Cogas Holding zijn in handen van negen Overijsselse gemeenten.
Programma
Bestuur & Middelen
Enexis Holding N.V.
Vestigingsplaats
Den Bosch
Activiteiten
Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost-, en Zuid-Nederland, waaronder Overijssel.
Dinkelland valt onder het verzorgingsgebied van Enexis.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= burgemeester Joosten).
Dinkelland bezit 96.993 aandelen (= 0,06%).
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 65.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Middel
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De aandelen van de naamloze vennootschap Enexis Holding zijn in handen van 5 provincies en 88 gemeenten.
Programma
Bestuur & Middelen
CSV Amsterdam B.V.
Vestigingsplaats
Den Bosch
Activiteiten
In februari 2024 heeft CSV de motivering beroepschrift tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting bij de Rechtbank ingediend. De inhoudelijke zitting bij de Rechtbank was 3 september 2024. Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank (verwachting eind 2024) zal, in overleg met de Aandeelhouderscommissie, de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze gerechtelijke procedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure zal CSV kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.
Bestuurlijk belang
Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent en Attero. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent en Attero).
Financieel belang
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 484.000; 31-12-2025: € 0
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 7.000; 31-12-2025: € 0
Begrote resultaat 2025: € 265.000 negatief
Risico’s
Financieel belang – N.v.t.
Risicoscore – N.v.t.
Toezichtregime – N.v.t.
Deelnemende partijen
De aandelen van de besloten vennootschap zijn in handen van de voormalig aandeelhouders van Essent.
Programma
Bestuur & Middelen
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.
Vestigingsplaats
Den Bosch
Activiteiten
Het bestuur van PBE heeft met het Ministerie van Klimaat en Energie, ZEH Energy BV en Energy Resources Holding BV in februari 2024 overeenstemming bereikt over de terugtreding van PBE als contractpartij uit het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Daarmee resteren er geen openstaande contractuele verplichting meer en kan PBE als vennootschap worden ontbonden. Het bestuur van PBE treft momenteel voorbereidingen voor het definitief opheffen van de vennootschap en om de resterende liquide middelen na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 september 2024 uit te keren aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.
Bestuurlijk belang
Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent (namens de verkopende aandeelhouders Essent).
Financieel belang
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € 0; 31-12-2025: n.v.t.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € 0; 31-12-2025: n.v.t.
Begrote resultaat 2025: n.v.t.
Risico’s
Financieel belang – N.v.t.
Risicoscore – N.v.t.
Toezichtregime – N.v.t.
Deelnemende partijen
De aandelen van de besloten vennootschap zijn in handen van de voormalig aandeelhouders van Essent.
Programma
Bestuur & Middelen
Twence B.V.
Vestigingsplaats
Hengelo
Activiteiten
Twence is het afvalverwerkingsbedrijf dat al het huishoudelijke afval en veel van het bedrijfsafval binnen de regio Twente verwerkt. De oorspronkelijke overweging was om in regionaal verband bedrijfs- en huisafval te verwerken, waarbij de schaalgrootte zou resulteren in voor inwoners (en bedrijven) acceptabele tarieven.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= wethouder Severijn).
Dinkelland bezit 34.056 aandelen (= 4,01%).
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 281.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang – Middel
Risicoscore – Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De aandelen van de besloten vennootschap Twence zijn in handen van 14 Twentse gemeenten en de gemeente Berkelland.
Programma
Milieu
Wadinko
Vestigingsplaats
Zwolle
Activiteiten
Wadinko is een regionale participatiemaatschappij, die de bedrijvigheid - en daarmee de werkgelegenheid - wil bevorderen in Overijssel, de Noordoostpolder en Zuidwest Drenthe.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= burgemeester Joosten).
Dinkelland bezit 93 aandelen (= 3,893%).
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 47.000.
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Klein
Risicoscore - Middel
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De aandelen van de naamloze vennootschap Wadinko zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 gemeenten.
Programma
Bestuur & Middelen
BNG
Vestigingsplaats
Den Haag
Activiteiten
BNG heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= wethouder De Way).
Dinkelland bezit 16.934 aandelen (= 0,03%).
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 22.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; EV 31-12-2023: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Klein
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Laag
Deelnemende partijen
De aandelen van de naamloze vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor de helft in handen van de Staat en voor de andere helft in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Programma
Bestuur & Middelen
N.V. ROVA Holding
Vestigingsplaats
Zwolle
Activiteiten
ROVA verzorgt voor gemeenten alle publieke taken die voortkomen uit de gemeentelijke zorgplicht voor huishoudelijk afval (afvalinzameling en verwerking, beheer inzamelmiddelen).
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (= wethouder Severijn).
Dinkelland bezit 260 aandelen B
Financieel belang
De begrote dividenduitkering in 2025 bedraagt: € 65.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Groot
Risicoscore - Laag
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De aandelen van de naamloze vennootschap ROVA Holding zijn in handen van 23 gemeenten.
Programma
Milieu
Energiecoöperatie Noordoost Twente
Vestigingsplaats
Dinkelland
Activiteiten
De coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische interactie tussen de coöperatie en de leden door middel van het sluiten van ledenovereenkomsten teneinde:
het op coöperatieve en ecologisch onschadelijke wijze produceren, doen produceren, leveren en doen leveren van energie, direct en indirect ten behoeve van de leden, alles in de ruimte zin;
het beperken van fossiel energieverbruik en het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen;
de verwerving, oprichting en exploitatie van een of meerdere duurzame productie-installatie(s) met gebruik van SCE, SDE of andere regelingen;
het ondersteunen van projecten op het gebied van duurzaamheid in brede zin, inclusief sociale duurzaamheid en het bestrijden van energiearmoede;
zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevordelijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden een vertegenwoordiger in de Algemene Ledenvergadering (= wethouder De Way) en in het bestuur van de coöperatie (= wethouder Severijn).
De deelnemende gemeenten (Dinkelland, Tubbergen en Losser) en de deelnemende lokale energie initiatieven (LEI's) hebben allebei 1 stem in de Algemene Ledenvergadering.
Financieel belang
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Klein
Risicoscore - Hoog
Toezichtregime – Gemiddeld
Deelnemende partijen
De volgende partijen zijn lid van de coöperatie: gemeenten Dinkelland, Losser en Tubbergen en lokale energie initiatieven (LEI's): Boeskoolstroom, Duurzaam Singraven, Greuner, Sunne Energie, Noord-Deurningen en Essenkracht.
Programma
Economie
Overige verbonden partijen
Terug naar navigatie - Overige verbonden partijenEuregio
Vestigingsplaats
Gronau (Duitsland)
Activiteiten
Alles wat de EUREGIO doet, heeft in feite maar één doel. De sterke deelregio’s moeten tot “één” verzorgingsgebied samengroeien, tot een geïntegreerde en sterke regio om te leven en te werken. Een regio waarin de grens geen scheidende en belemmerende effecten meer heeft. Het gaat erom, de economische kracht en de levenskwaliteit in de regio te verhogen en de integratie van het gebied verder te verbeteren.
Bestuurlijk belang
De EUREGIO is een Nederlands-Duitse Gemeenschappelijke regeling met een speciale binationale
structuur. Deze zorgt ervoor dat de belangen van de Nederlandse en Duitse leden gelijk vertegenwoordigd zijn. De EUREGIO-Raad telt 42 Duitse en 42 Nederlandse leden en is het politieke orgaan van de EUREGIO. De EUREGIO-Raad heeft 84 stemgerechtigde leden, die worden benoemd op basis van een politiek-regionale verdeelsleutel. Daarbij wordt binnen het Duitse en Nederlandse gebied rekening gehouden met de bevolkingscijfers. De in de EUREGIO-Raad vertegenwoordigde partijen vormen grensoverschrijdende fracties. Dinkelland wordt vertegenwoordigd door wethouder Brand en een raadslid.
Financieel belang
De begrote gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt: € 8.000
Eigen vermogen (EV) 1-1-2025: € n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Vreemd vermogen (VV) 1-1-2025: € n.n.b.; 31-12-2025: n.n.b.
Begrote resultaat 2025: n.n.b.
Risico’s
Financieel belang - Klein
Risicoscore - Middel
Toezichtregime –Laag
Deelnemende partijen
42 Duitse en 42 Nederlandse leden.
Programma
Bestuur & Middelen
Grondbeleid
Terug naar navigatie - GrondbeleidGrondbeleid
Terug naar navigatie - GrondbeleidInleiding
Deze paragraaf beschrijft de visie op het gemeentelijk grondbeleid en de uitvoering daarvan. Daarnaast treft u de verwachte financiële resultaten en risico’s van de gemeentelijke grondexploitaties in de bijlage.
Grondbeleid
In de Nota Grondbeleid zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld:
- Conform het provinciaal beleid mag Dinkelland bouwen voor lokale (eigen) behoefte en zijn definitieve afspraken gemaakt over een verschuiving van uitbreiding naar inbreiding.
- In het kader van de prestatieafspraken met de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over het aantal woningen dat Dinkelland mag realiseren.
- Het grondbeleid is ondersteunend aan de behoeftes uit de prestatieafspraken op de terreinen van volkshuisvesting en bedrijventerreinen.
Het grondbeleid van de gemeente is een instrument om ruimtelijke doelstellingen te bereiken. Het is een belangrijk kader waarmee sturing kan worden gegeven aan de beleidsdoelstellingen volkshuisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en economie. Per locatie wegen we telkens af welk grondbeleid en instrumentarium we toepassen waarbij het doel is om de risico’s voor de gemeente zoveel mogelijk te beperken.
De complexen in 2025 en verder
Indien voor een locatie het actieve grondbeleid wordt ingezet, stellen we voor deze locatie een grondexploitatie op. Hierin worden o.a. de kosten en opbrengsten van grondaankoop, de bestemmingsplanwijziging, bouw- en woonrijp maken en de bouwkaveluitgifte verantwoord. Het proces van bouwkavelproductie is per locatie financieel vertaald in een grondexploitatie.
De grondexploitaties voldoen aan de programmatische doelstellingen uit de Woningbouwvisie en Bedrijventerreinenvisie. Daarnaast voldoen de grondexploitaties verplicht aan de gestelde eisen uit het Besluit Begroting en Verantwoording (afgekort BBV).
Complexen in exploitatie
Dit overzicht heeft betrekking op de complexen waarvoor de Raad een grondexploitatie heeft vastgesteld. De grondexploitaties zijn geactualiseerd per 1 juli 2024.
Per jaarschijf zijn de kosten en opbrengsten in beeld gebracht. Per complex is een faseringsschema voor de nog te realiseren kosten en opbrengsten voor de komende jaren opgesteld, waarin de grondprijzen uit de vastgestelde grondprijsbrief 2024 zijn opgenomen. De fasering van de te verwachten opbrengsten is in lijn gebracht met het vastgestelde woningbouwprogramma, de te verwachten marktomstandigheden en de grondprijzen van 2024. De kosten van bouw- en woonrijp maken zijn geactualiseerd op het huidige prijspeil.
In exploitatie genomen plannen
Bouwgrondverkopen
Woningbouw
Voor 2025 verwachten we 39 woningbouwkavels te verkopen. Dit betreft de laatste 20 kavels in Denekamp Oost 1e fase en de 19 kavels uit het Spikkert fase 4 . Afhankelijk van de besluitvormings- en planprocedures verwachten we de uitgifteprocedures op te kunnen starten voor de plannen Rossum Noord 2e fase, Denekamp Oost 2e fase, Bögelscamp en Tilligte Noord.
Bedrijventerreinen
Alleen in het plan De Mors IV zijn nog bedrijfskavels beschikbaar. Hier verwachten we de laatste kavels te kunnen verkopen.
Financiële situatie
Halverwege 2024 constateren we dat de vraag naar bouwkavels nog erg groot is en de kavelvoorraad beperkt is.
Het ontwikkelen van nieuwe uitgifteplannen gaat steeds moeizamer; complexere planprocedures agv wet- en regelgeving en tijdig beschikbaar hebben van de nutsvoorzieningen.
Omdat de grondprijzen voor 2025 nog niet bekend zijn, zijn de opbrengsten binnen de grondexploitaties gelijk gebleven. Bij een toename van de kosten en gelijkblijvende inkomsten zullen de eindresultaten en ook de winstnemingen van de verschillende grondexploitaties afnemen. Daarom zijn de ramingen van de grondexploitaties relatief voorzichtig opgesteld. Alle risico’s van de grondexploitatie zijn meegenomen in het risicoprofiel. Wij verwijzen u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Actuele ontwikkelingen
Woningbouw
De vraag en belangstelling naar woningbouwkavels blijft groot. Gevolg is dat de voorraad snel afneemt en weinig woningbouwkavels op voorraad zijn.
We zullen in 2025 nieuwe grondexploitaties voor Deurningen en Saasveld laten vaststellen. De gronduitgiftes hiervan worden na 2025 verwacht.
Voor de reeds verworven gronden in de kern Ootmarsum zal een woningbouwplan worden voorbereid. Afhankelijk van de voortgang zal een grondexploitatie naar verwachting na 2025 ter vaststelling kunnen worden aangeboden.
Tevens blijven we ons aan het beraden op nieuwe grondposities waarbij inbreiding boven uitbreiding geldt. De doelstelling blijft om in elke kern gemeentelijke woningbouwkavels aan te kunnen bieden.
Bedrijventerreinen
Alleen in het complex De Mors IV is 0,6 hectare bouwgrond nog niet verkocht maar wel in optie. De verwachting is dat in 2025 de laatste kavels zullen zijn verkocht.
Voor de uitbreiding van De Mors V zullen we naar verwachting in 2025 de planprocedure gaan opstarten. Tevens zal voor de verworven gronden in Weerselo een plan worden opgesteld. Afhankelijk van de voortgang zal de grondexploitatie naar verwachting na 2025 ter vaststelling kunnen worden aangeboden.
Actieve marktbenadering
Dit doen we met onze succesvolle website kavelsindinkelland.nl en de woonbeurs. En we blijven open staan voor nieuwe ontwikkelingen op en uit de markt. Te denken valt aan collectief particulier opdrachtgeverschap, projectmatige bouw, sociale woningbouw, tiny houses, flexwonen, duurzaam bouwen etc.
Doel hierbij blijft het streven naar het halen van de geprognosticeerde aantallen kavelverkopen.
Meerjarenprogrammering
Om een gezond financieel grondbeleid te kunnen blijven voeren hebben we een doorkijk gemaakt naar de komende 10 jaar. Hierin zijn de opgaven uit de Woonvisie en Bedrijventerreinenvisie leidend. Als hoofddoel streven we naar gemeentelijke woningbouwuitgifte in elke kern en bedrijventerreinen in de verzorgingskernen. Als gevolg hiervan zullen we mogelijkerwijs grondactiviteiten ontplooien zoals beschreven staat onder Woningbouw en onder Bedrijventerreinen.
Bedrijfsvoering
Terug naar navigatie - BedrijfsvoeringBedrijfsvoering
Terug naar navigatie - BedrijfsvoeringVoor de gemeenten Dinkelland en Tubbergen is de bedrijfsvoering binnen Noaberkracht georganiseerd. De begroting 2024 van Noaberkracht is door beide gemeenteraden vastgesteld. Noaberkracht ondersteunt Dinkelland en Tubbergen in het streven naar een vitale en zelfredzame samenleving. Noaberkracht heeft een focus op resultaat (de goede dingen goed doen). Daarom is het belangrijk dat Noaberkracht een wendbare organisatie blijft, die snel kan inspelen op veranderingen in de samenleving.
Frauderisico's
Terug naar navigatie - Frauderisico'sDe gemeente is zelf verantwoordelijk voor fraudebestrijding. Vanwege de maatschappelijke functie is het van belang om dit intern en extern zichtbaar en transparant te maken.
Daarom is er sinds 2018 binnen onze organisatie sprake van een fraude-risicoanalyse. In het kader van de jaarlijkse herijking van deze fraude-risicoanalyse heeft er dit jaar opnieuw een inventarisatie plaatsgevonden van de (mogelijk) aanwezige frauderisico's en de getroffen beheersmaatregelen.
Naar aanleiding van deze inventarisatie is er gekeken naar de opzet, bestaan en werking van beheersing en getroffen bijsturingsmaatregelen van de toprisico's met de risico-inschatting 'hoog' en de toprisico's met een gemiddeld risico. Aan de hand van deze analyse kunnen wij de beheersbaarheid van de frauderisico's binnen onze organisatie vergroten en deze aandacht geven tijdens de controlewerkzaamheden.
De specifieke fraude-risico’s met verhoogde aandacht worden opgenomen in de fraude-risicoanalyse welke jaarlijks ter vaststelling beschikbaar wordt gesteld aan directie en colleges. In de scope van de belangrijkste frauderisico’s vallen onder andere betalingen, inkopen, sociaal domein, uitkeringen, aanbestedingen, M&O etc.
Mochten er gedurende het boekjaar fraude-risico’s opspelen, dan worden deze met een eventuele toelichting verantwoord in de financiële overzichten. Met betrekking tot de recente herijking van de fraude-risicoanalyse kan worden geconcludeerd dat er geen materiële fraudes zijn geconstateerd.
Continuïteit
De begroting is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. De continuïteit van gemeenten is op grond van artikel 12 van de financiële-verhoudingswet verankerd. Om die reden is de continuïteit van de gemeente in voldoende mate gewaarborgd. Tevens zijn in de jaarrekening of andere besluiten geen stellige voornemens om majeure aanpassingen te doen in beleid, taken, activiteiten of locaties die mogelijk materiele effecten hebben op vermogen of resultaat.
Wet Open Overheid (WOO)
Terug naar navigatie - Wet Open Overheid (WOO)Wet Open Overheid (WOO)
Terug naar navigatie - Wet Open Overheid (WOO)Inleiding
Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo heeft als doel om overheden en semioverheden transparanter te maken, zodat het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en de economische ontwikkeling beter gediend kan worden.
De Woo kenmerkt zich daarom door een drietal belangrijke pijlers, te weten:
- een actieve openbaarmakingsplicht voor 11 categorieën documenten;
- een inspanningsverplichting tot openbaarmaking voor andere documenten dan de 11 categorieën;
- de passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek).
Naast het actief openbaar maken, bevat de Woo een duidelijke andere component; het op orde brengen van de informatiehuishouding en het duurzaam toegankelijk maken van digitale overheidsinformatie. De tweede component sluit aan bij de Archiefwet 1995 en het wetsvoorstel Archiefwet 2021, waarin opgenomen is dat overheden verplicht zijn om de onder hen berustende bescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren.
De Woo heeft tot doel een transparante overheid te bevorderen en de informatiehuishouding van de overheid op orde te brengen. Voor gemeenten gelden de volgende verplichtingen uit de Woo die direct per 1 mei 2022 in werking zijn getreden:
- Een of meer contactperso(o)n(en) aanwijzen om vragen van inwoners te beantwoorden.
- De bepalingen omtrent openbaarmaking op verzoek. Ook moet een Woo-verzoek elektronisch kunnen worden ingediend.
- Maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen als randvoorwaarde om uitvoering te geven aan openbaarheid.
- De inspanningsverplichting om informatie over beleid actief openbaar te maken.
De verplichtingen uit de Woo om documenten behorende tot 11 informatiecategorieën binnen 14 dagen actief openbaar te maken zijn nog niet geheel in werking getreden. Per 1 november 2024 is de verplichting voor de eerste categorieën in werking getreden: Wetten, algemeen verbindende voorschriften en andere besluiten van algemene strekking - Organisatie en werkwijze - Bereikbaarheidsgegevens
De komende jaren zal deze verplichting voor de overige categorieën gefaseerd in werking treden.
Door het Rijk is de Woo-index ontwikkeld. De Woo-index verwijst naar documentcollecties die al elders door bestuursorganen op internet zijn gepubliceerd, en de zoekfunctie maakt de documenten in deze collecties centraal doorzoekbaar. Sinds 19 juni 2023 is het mogelijk om op deze index aan te sluiten.
Planning 2025
In 2025 gaan we verder met duurzaam werken aan (meer) openheid en transparantie. We voeren de Woo uit naar de bedoeling. Een open overheid is essentieel voor het vertrouwen tussen de samenleving en de overheid, een belangrijke pijler van onze democratie. Een open overheid staat ook open voor wat er beter kan. Door het openbaar maken van informatie kunnen we het debat over onze keuzes eerder, en beter, voeren.
We werken via 4 sporen aan een open overheidsorganisatie:
- We werken aan verbetering van onze informatiehuishouding zodat informatie beschikbaar en vindbaar is
- We maken actief openbaar wat verplicht is, en over bepaalde onderwerpen maken we informatie eigener beweging openbaar. We sluiten daarvoor aan op de Woo-index
- We zorgen voor een goed proces van afhandeling van verzoeken om informatie openbaar te maken (Woo-verzoeken)
- We besteden doorlopend aandacht een bewustwording van onze medewerkers, om (ook) in houding en gedrag daadwerkelijk een open overheidsorganisatie te kunnen zijn.