5. Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

In de begroting wordt een uitgebreide beschrijving van en toelichting op de verschillende lokale heffingen gegeven. Dit, omdat bij de vaststelling van de begroting besluiten worden genomen over de gewenste belastingontvangsten en - in aansluiting daarop - daarbij tariefstructuur en hoogte wordt bepaald.  In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop de belastingontvangsten zijn gerealiseerd en in hoeverre daarbij afwijkingen zijn ontstaan ten opzichte van de begroting.

Overzicht belastingopbrengsten begroting 2022

Terug naar navigatie - Overzicht belastingopbrengsten begroting 2022

Soort heffing/belasting (bedragen x € 1.000)

Begroting  2022 na wijzigingen

Werkelijk 2022

Onroerendezaakbelastingen

6.883

6.898

Afvalstoffenheffing

  • Basistarief (vast recht)
  • Diftar (ledigingen). Aanslagen Diftar worden jaarlijks achteraf opgelegd.

 

1.236

482

 

1.230

488

Rioolheffingen

3.144

3.152

Toeristenbelasting*

*aanslagen worden jaarlijks achteraf opgelegd. Werkelijke opbrengst betreft het belastingjaar 2021

425

500

Forensenbelasting

120

98

Precariobelasting

17

14

BIZ-belasting (Ootmarsum)

74

66

Totaal

12.453

12.446

Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Terug naar navigatie - Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De belastingenstructuur en de tarieven van de gemeentelijke belastingen zijn voor het belastingjaar als volgt vastgesteld:

  1. de ozb-tarieven zijn zodanig aangepast dat voor 2022 de gewenste meeropbrengst (exclusief areaaluitbreiding) zou kunnen worden gerealiseerd; Voor 2022 is een meeropbrengst van 2% geraamd.
  2. de tarieven afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op een basistarief (vastrecht) vermeerderd met een bedrag per lediging van de restafvalcontainer (grijs) respectievelijk een bedrag per aanbieding aan de verzamelcontainer; Het basistarief is voor 2022 met € 17 verhoogd en bedraagt € 115.  De overige tarieven (bedrag per lediging) zijn voor 2022 ongewijzigd t.o.v. van 2021;
  3. de tarieven van de rioolheffingen voor 2022 zijn ten opzichte van het jaar 2021 niet verhoogd;
  4. compensatie lokale heffingen € 25 per aansluiting/gezin voor 2022 (éénmalig); en
  5. de tarieven voor leges en rechten zijn afgestemd op de lasten ter zake en zijn kostendekkend.

Onroerende-zaakbelasting (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerende-zaakbelasting (OZB)

Onder de naam ‘Onroerendezaakbelastingen’ worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:

  • een gebruikersbelasting van degene die – naar omstandigheden beoordeeld – een onroerende zaak die niet in hoofdzaak als woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en
  • een eigenarenbelasting van degene die van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

De gebruikersbelasting wordt uitsluitend geheven over niet-woningen, terwijl de eigenarenbelasting wordt geheven van zowel woningen als niet-woningen.

 

De tarieven worden jaarlijks (opnieuw) bepaald aan de hand van twee factoren, te weten:

a. de waardeontwikkeling van het WOZ-bestand in de gemeente en

b. de gewenste OZB-opbrengst in het begrotingsjaar.

 

Opbrengsten onroerende zaakbelastingen (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming OZB

6.723

6.883

Werkelijke opbrengst OZB

6.722

6.898

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

-/-1

15

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-16

-/-27

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Deze heffing heeft als uitgangspunt dat de lasten van de afvalinzameling en -verwerking voor 100% worden gedekt door de heffing. Naast een basistarief per huishouden betaalt de gebruiker een capaciteitsafhankelijk tarief per lediging restafval voor het gebruik van een verzamelcontainer, een 140-liter container of een 240-liter container. Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’. De opbrengst is bestemd voor de kostendekking van de afvalinzameling en -verwerking.

 

Berekening kostendekkende afvalstoffenheffing (bedragen x  € 1.000)

Begroting 2022

Werkelijk 2022

 

 

Kosten taakveld(en)

1.568

1.808

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

229

505

Netto kosten taakveld

1.339

1.303 

Toe te rekenen kosten

1.339

1.303

Overhead incl. (omslag)rente

60

61

BTW

316

316

Totale kosten

1.715

1.680

Opbrengst afvalstoffenheffing

1.718

1.718 

Dekkingspercentage*

            100,2%

102,3% 

*Als het dekkingspercentage hoger is dan 100% worden de overtollige middelen aan de voorziening gedoteerd

 

Tarieven en opbrengst afvalstoffenheffing (in €)

2021

2022

Basistarief (vast recht)

98,00

115,00

1 lediging restafvalcontainer (grijs) 240 liter

10,60

10,60

1 lediging restafvalcontainer (grijs) 140 liter

6,50

6,50

1 lediging bij de verzamelcontainer via een chipkaart met een kleine opening

0,85

0,85

1 lediging bij de verzamelcontainer via een chipkaart met een grote opening

1,80

1,80

Opbrengsten afvalstoffenheffing (basistarief + ledigingen)(bedragen x € 1.000)

 2021

2022 

Raming opbrengst basistarief (vast recht)

1.039

1.236

Werkelijke opbrengst basistarief

1.044

1.230

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming basistarief

5

-/- 6

 

 

 

Raming opbrengst ledigingen restafval:

418

482

Werkelijke opbrengst ledigingen restafval

508

488

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming ledigingen

90

6

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-2

-/-1

 

 

 

Aantal ledigingen bij de verzamelcontainer via een chipkaart*

10.253

10.657

Aantal ledigingen restafvalcontainer (grijs) 140 liter*

12.598

12.341

Aantal ledigingen restafvalcontainer (grijs) 240 liter*

38.852

38.124

* Gegevens verstrekt door ROVA

 

 

 

De opbrengst van het aantal ledigingen is voor 2022 geraamd op een bedrag van € 482.000. De werkelijke opbrengst ad € 488.000 voor 2022 is € 6.000 hoger dan de raming. 

 

Voorziening  afvalstoffenheffing 

Deze voorziening wordt ingezet om een gelijkmatige ontwikkeling van de afvalstoffenheffing te waarborgen. De  stand van deze voorziening afval bedraagt per 31 december 2022 € 438.000.

Rioolheffingen

Terug naar navigatie - Rioolheffingen

De gebruiker van een perceel van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd is belastingplichtig voor de rioolheffing. Voor de rioolheffing geldt eveneens als algemeen uitgangspunt dat 100% van de kosten worden gedekt. De tarieven zijn gebaseerd op de geraamde kosten, zoals die zijn opgenomen in het gemeentelijk rioleringsplan. Incidentele over- en onderdekking wordt verrekend met een egalisatievoorziening om sterke tarieffluctuaties op te kunnen vangen. De tarieven voor het belastingjaar 2022 zijn niet verhoogd ten opzichte van 2021.

 

Berekening kostendekkende rioolheffing (bedragen x  €1.000)

     Begroting 2022

Werkelijk 2022

Kosten taakveld(en)

2.721

1.993

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

0

0

Netto kosten taakveld

2.721

1.993 

Toe te rekenen kosten

2.721

1.993

Overhead incl. (omslag)rente

258

262

BTW

163

163

Totale kosten

3.143

2.418 

Opbrengst rioolheffing

3.144

3.152

Dekkingspercentage*

      100,0%

130,3%

*Als het dekkingspercentage hoger is dan 100% worden de overtollige middelen aan de voorziening gedoteerd

 

Tarieven rioolheffingen (in €)

2021

2022

Rioolheffing gebruiker (tot 300 m³)

265,60

265,60

Meerverbruik per 100 m³ of een deel daarvan

21,30

21,30

Agrarisch bedrijf

308,20

308,20

Opbrengsten rioolheffingen (bedragen x € 1.000)

2021

2022

Raming rioolheffing gebruiker

3.121 3.144

Werkelijke opbrengst rioolheffing gebruiker

3.139 3.152

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

18 8
Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren -/-2 -/-3

 

De bestaande voorziening gekoppeld aan het huidige GRP bedraagt per 31 december 2022 € 3.972.000.

Bedrijveninvesteringszone (BIZ)

Terug naar navigatie - Bedrijveninvesteringszone (BIZ)

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet,  gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en/of de economische ontwikkeling binnen het daartoe aangewezen gebied van de bedrijveninvesteringszone.

 

De BIZ geldt voor het belastingjaar 2022 alleen nog in Ootmarsum. De BIZ-opbrengsten worden in subsidievorm doorbetaald naar de ‘Stichting BIZ Ootmarsum’. De tarieven, zoals hieronder vermeld, zijn afhankelijk van de WOZ-waarde van een object en gelden voor de gehele looptijd (2022-2026) van de belastingverordening. Voor de periode 2022 – 2026  is in overleg met de Stichting BIZ Ootmarsum een nieuwe BIZ-verordening vastgesteld. De tarieven, zoals hieronder vermeld, zijn afhankelijk van de WOZ-waarde van een object en gelden voor de gehele looptijd (2022 - 2026) van de belastingverordening.  Omdat in de nieuw vastgestelde BIZ-verordening de werkplaatsen en dergelijke m.i.v. 2022 niet meer als belastbaar object worden aangemerkt ligt de opbrengst lager dan in de vorige BIZ-periode (2017-2021).

 

Opbrengstraming BIZ-belasting Ootmarsum (in €)

2021

2022

Bij een  WOZ-waarde van:

 

 

  € 100.000 of minder

435

435

 meer dan € 100.000 en minder dan €  200.001

535

535

 meer dan € 200.000  en minder dan € 300.001

635

635

 meer dan € 300.000 en minder dan  € 750.000

735

735

 € 750.000 of meer

1.035

1.035

Opbrengstraming BIZ-belasting Ootmarsum (bedragen x €1.000)

2021

2022

Raming opbrengst BIZ-belasting

102

75

Werkelijke opbrengst BIZ-belasting

100

66

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

2

9

Oninbare vorderingen (voorgaande) dienstjaren

-/-1

-

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

Deze directe belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De raad heeft besloten om de precariobelasting te beperken tot de horecaterrassen. Bij de precariobelasting wordt (tarief-)onderscheid gemaakt tussen enerzijds de binnenstad van Ootmarsum en de overige terrassen in de gemeenten en anderzijds tussen vaste terrassen en tijdelijke terrassen. De tarieven respectievelijk de opbrengsten zijn als volgt. In verband met de coronacrisis zijn de aanslagen 2021 opgelegd voor een kortere periode. In plaats van de normale periode van 8 maanden zijn de aanslagen precariobelasting in 2021 opgelegd voor een periode van 5 maanden. Als gevolg hiervan is de oorspronkelijke opbrengstraming 2021 aangepast van € 17.000,- naar € 10.000,-. Voor 2022 zijn de aanslagen weer over de volledige periode van 8 maanden opgelegd.

 

Tarieven precariobelasting (in €)

2021

2022

a. Vaste terrassen

14,15

14,15

- Binnenstad Ootmarsum

11,20

11,20

- Overige delen van de gemeente

 

 

b. Tijdelijke terrassen

 

 

- Binnenstad Ootmarsum

4,75

4,75

Opbrengstraming precariobelasting (bedragen x € 1.000)

2021

2022

Raming precariobelasting

10

117

Werkelijke opbrengst precariobelasting

2*

14

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

0

-/- 3

 

*Voor 2020 was een opbrengst van €17.000 geraamd. De opbrengst 2020 bedroeg €10.000 doordat de aanslagen verlaagd zijn in verband met corona. Het verschil tussen de geraamde opbrengsten 2020 en de werkelijke opbrengsten is administratief verwerkt in 2021, waardoor de werkelijke opbrengst in 2021 op €2.000 komt in plaats van €10.000.

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Deze belasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet in de gemeentelijke ‘Basisregistratie personen’ zijn opgenomen. De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. De belasting vindt plaats op basis van aangifte.

 

 De aangiftes worden jaarlijks steekproefsgewijs gecontroleerd. Niet alleen om de aangiftes op juistheid en volledigheid te controleren, maar ook om de exploitanten, daar waar nodig, te adviseren bij een doelmatiger opzet van de administratie, zodat het invullen van de aangifte toeristenbelasting eenvoudiger en sneller kan geschieden.  De tarieven zijn al een aantal jaren niet gewijzigd.

 

Tarieven toeristenbelasting (prijs per persoon per nacht in €)

2021

2022

Hotels, pensions, appartementen, boerderijkamers, etc.

1,60

1,60

Recreatiewoningen respectievelijk niet beroepsmatig verhuurde ruimten 

1,00

1,00

Kampeermiddelen: mobiele kampeeronderkomens en stacaravans

0,60

0,60

Groepsaccommodaties (o.a. kampeerboerderijen)

0,60

0,60

Opbrengst toeristenbelasting (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming toeristenbelasting

360

425

Werkelijke opbrengst toeristenbelasting

420

500

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

60

75

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

0

-/- 2

 

De aanslagen toeristenbelasting worden eerst na afloop van het belastingjaar opgelegd, omdat deze gebaseerd wordt op het aantal overnachtingen in het belastingjaar (=kalenderjaar). Dit betekent, dat bij het opmaken van de jaarrekening een schatting moet worden gemaakt van de opbrengst. Deze schatting wordt doorgaans gebaseerd op het meest recente kohier, rekening houdend met eventueel gewijzigde omstandigheden.

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

Deze belasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar te houden.  De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. 

 

Tarieven forensenbelasting (in €)

2021

2022

Forensenbelasting: vast bedrag per gemeubileerde woning

285

285

Opbrengst forensenbelasting (bedragen x €1.000)

 2021

 2022

Raming opbrengst forensenbelasting

128

120

Werkelijke opbrengst forensenbelasting

96

98

Verschil werkelijke opbrengst en raming

-/-32

-/-22

Oninbare vorderingen (voorgaande) dienstjaren

-/-1

-

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Om een indruk te geven van de lastendrukontwikkeling op basis van aanvaard beleid worden hierna de gevolgen belastingplichtigen  met of zonder eigen woning weergegeven. Deze vergelijking is gebaseerd op de onroerendezaakbelastingen (alleen voor bezitters van een eigen woning), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij de afvalstoffenheffing is uitgegaan van een gemiddelde van 4 ledigingen.

 

De ontwikkeling van de lokale lastendruk in de gemeente Dinkelland is als volgt:

Geen eigen woning* (in €)

2021

2022

verschil

Verschil in %

Rioolheffing (tot 300 m³ waterverbruik)

265,60

265,60

0,00

0,0%

Afvalstoffenheffing:

a. basistarief (vast recht)

b. 4 ledigingen restafval (container 240 liter)

98,00

42,40

115,00

42,40

17,00

0,00

17,3 %

0,0 %

Korting lokale lasten 2022

n.v.t.

25,00

25,00

n.v.t.

Totaal

406,00

398,00

8,00

-/- 2,0 %

 

Bij de berekening van de lokale woonlasten is uitgegaan van een gemiddelde woningwaarde van € 312.000 in 2021 respectievelijk € 340.000 in 2022 (+ 12,3 %), conform de uitgangspunten van de Waarderingskamer.

 

 Eigen woning 

2021

2022

Verschil

Verschil In %

OZB* (tarieven 2022 zodanig aangepast opdat een

meeropbrengst van 2% wordt gerealiseerd t.o.v. 2021.

405,00

410,00

5,00

1,2%

Rioolheffing (tot 300 m3 waterverbruik):

265,60

265,60

0,00

0,0 %

Afvalstoffenheffing:

a. basistarief (vast recht)

b. 4 ledigingen restafval (container 240 liter)

98,00

42,40

115,00

42,40

17,00

0,00

17,3%

 0,0%

Eénmalige lastenvermindering 2022

n.v.t.

25,00

25,00

 

Totaal

811,00

808,00

-3,00

-0,4 %

* Rekening houdend met 2,0% inflatiecorrectie.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Kwijtschelding is één van de wijzen waarop een schuld teniet gaat. Kenmerk van kwijtschelding is, dat het gaat om belastingschuldigen die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting te betalen. Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet bestaat de mogelijkheid om belastingplichtigen, die een inkomen en een vermogen beneden bepaalde minimum normen hebben, kwijtschelding te verlenen van hun belastingschuld.

 

Gemeenten beschikken hierin over een zekere mate van beleidsvrijheid. Gemeenten mogen ook zelf bepalen welke belastingsoorten in aanmerking komen voor kwijtschelding.

 

Dinkelland past kwijtschelding toe voor de volgende heffingen:

  • Afvalstoffenheffing: basistarief + variabel  tarief (maximaal 5 ledigingen van een 240-liter container restafval);
  • Rioolheffing; en
  • Onroerendezaakbelastingen.

 

Aantal kwijtscheldingsverzoeken

 2021

2022

Aanvragen: volledige afwijzing

55

55

Aanvragen: gedeeltelijke toewijzing

1

5

Aanvragen:  volledige toewijzing

229

235

Totaal

285

295

 

 

 

Kwijtscheldingsbedragen (bedragen x €1.000)

2021

2022

Raming kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen

91

101

Werkelijke kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen

88

82

Verschil tussen werkelijke kwijtschelding en raming

3

19

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicobeheersing en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Risicobeheersing en weerstandsvermogen

Op 24 november 2021 is door de raad de Kadernota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2021 vastgesteld. Risicomanagement omvat alles wat we doen om risico’s, kansen en onzekerheden in beeld te brengen en te beheersen. Risicomanagement moet onze organisatie in staat stellen doelstellingen optimaal te realiseren. Dit impliceert prioriteiten stellen en sommige risico’s bewust accepteren. Daartoe is het noodzakelijk gedetailleerd inzicht te hebben in alle risico’s die samenhangen met alle gemeentelijke activiteiten en processen. De uitdaging is om binnen de organisatie het risicomanagement niet alleen onbewust onderdeel van ons werkproces te laten zijn maar risico’s en kansen en de wijze waarop we daarmee om willen gaan juist ook expliciet en transparant te betrekken bij de realisatie van onze doelen als ook bij bestuurlijke besluitvorming Hierbij is een voortdurende balans tussen de systeemwereld en de leefwereld van groot belang. Hierin is de belangrijkste uitdaging binnen de organisatie dat we deze twee werelden samenbrengen in wat gemeenten doen, hoe zij dat doen en hoe ze hierin omgaan met de samenleving en de kracht van de samenleving en de inwoners benutten. Kortom: Nevenheid waar het kan, overheid waar het moet. Integraal risicomanagement kan hierin bijdragen door het in balans brengen/houden van deze twee werelden en daardoor een verbetering te bewerkstelligen in geprofessionaliseerde sturing en een verbeterde borging en bestendiging van de organisatie te creëren. Met deze kadernota zetten we een belangrijke stap in het versterken van risicomanagement, met als doel het bewust en verantwoord omgaan met risico’s door een open en transparante manier van samenwerken.

 

Integraal risicomanagement is de nieuwe manier van denken over risico’s, kansen en onzekerheden. Het doel van deze integrale aanpak is het vergroten van het risicobewustzijn van organisatie en bestuur, zodat een goede en verantwoorde balans ontstaat tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. Het continu organiseren van aandacht voor en het gesprek over risico’s vormt de basis van deze aanpak. Door regelmatig het gesprek te voeren - zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau - over (strategische) risico’s, ontstaat een gezamenlijk beeld. Niet door te zenden, te vertellen en voor te lichten, maar door te delen, te bespreken en de dialoog aan te gaan. De risicodialoog is een open gesprek met als doel het gezamenlijk bepalen van een constructieve risico-aanpak. Het gesprek en de communicatie over risico’s is een essentieel onderdeel van integraal risicomanagement. Transparantie is hierbij het uitgangspunt.

 

Risico's kunnen financiële consequenties met zich meebrengen. De financiële gevolgen van de risico's worden periodiek tijdens de P&C-Cyclus inzichtelijk gemaakt in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Naast financiële consequenties worden dan ook de impact van imagoschade en de impact op de realisatie van onze organisatiedoelstellingen gewogen.

 

Het weerstandsvermogen kunnen we bepalen door onderstaande stappen te doorlopen:
1. Een inventarisatie van de risico’s (risicoprofiel);
2. Benodigde weerstandscapaciteit;
3. Beschikbare weerstandscapaciteit;
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit.

Risicoprofiel en weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Risicoprofiel en weerstandscapaciteit

In onderstaande tabel worden de tien risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risico Kans Maximaal Effect
Garantstellingen zonder tussenkomst WSW: Als gevolg het feit dat de kredietontvanger niet in staat is om aan de verplichtingen te voldoen bestaat de kans dat de gemeente wordt aangesproken op het overnemen van deze verplichtingen met als gevolg een financiële tegenvaller. 30 1.727.000 10,41
Voorlopige risico inschatting decentralisatie (incl. omgevingswet) 50 800.000 7,80
Grondbedrijf: Als gevolg van onvoorzienbare zaken (vooraf) bestaat de kans op extra kosten met als gevolg tegenvallers bouw- en woonrijp maken (o.a. bodem) 70 500.000 6,85
Algemene uitkering: Als gevolg van minder uitgaven door het Rijk bestaat de kans dat de omvang van het gemeentefonds naar beneden wordt bijgesteld met als gevolg dat de hoogte van de algemene uitkering voor de gemeenten lager is dan op grond van eerdere circulaires mocht worden aangenomen. Dit betekent een tegenvaller voor de gemeenten. 70 500.000 6,77
Grondbedrijf: Als gevolg van economische groei bestaat de kans op schaarste met als gevolg Kostenstijging bouw- en woonrijpmaken (stijging > cbs index en voor een periode van 2 jaar) 50 500.000 4,95 
Datalek: Als gevolg van onjuist en onzorgvuldig handelen van medewerkers en/of systemen bestaat de kans op het weglekken of het onjuist/ongewild verspreiden van informatie aan onbevoegde partijen/individuen ( Noaberkracht werken / privacy en informatiebeveiliging), waardoor en een boete of aansprakelijkstelling volt vanuit AP 30 810.000 4,83
Het niet (kunnen) verkopen van gemeentelijk vastgoed tegen taxatiewaarde 20 1.030.000 4,00
Als gevolg van het verliezen van bezwaar- en beroepsprocedures inzake ruimtelijke  (bestemmings)plannen bestaat de kans op overschrijden van termijnen en budgetten waardoor de gemeente extra kosten moet maken. 40 500.000 3,87
Stijgende loonkosten (t.o.v. huidige CAO) 50 250.000 2,93
Verhoogde vraag naar voorzieningen (WWB) 90 150.000 2,61

 

Benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd (Monte Carlo). Hieruit volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden gedekt met een bedrag van € 3,7 miljoen (benodigde weerstandscapaciteit). 

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. In onderstaande tabel wordt de totale weerstandscapaciteit weergegeven.

 

Beschikbare weerstandscapaciteit ( x €1.000)
Weerstand Capaciteit
  2022
Algemene reserve 5.335
Totale weerstandscapaciteit 5.335

 

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

 

 

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit = €5.335.000 = 1,45
benodigde weerstandscapaciteit €3.670.000

 

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Hieronder is de normtabel weergegeven.

 

Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2.0 uitstekend
B 1.4 - 2.0 ruim voldoende
C 1.0 - 1.4 voldoende
D 0.8 - 1.0 matig
E 0.6 - 0.8 onvoldoende
F < 0.6 ruim onvoldoende

Het ratio valt dan in klasse B. Dit duidt op een ruim voldoende weerstandsvermogen.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Om de financiële positie van de gemeente in beeld te brengen, stelt de gemeente Dinkelland jaarlijks een balans en een overzicht van de exploitatie in baten en lasten op. Maar voor een goed oordeel over deze financiële positie zijn aanvullende kengetallen nodig. Deze kengetallen bieden u ondersteuning bij uw kaderstellende en controlerende rol. Bovendien kan met deze kengetallen de gemeente Dinkelland goed worden vergeleken met andere gemeenten. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet alles en moet altijd in relatie worden gezien met andere kengetallen.

 

We onderscheiden vijf kengetallen:

1a. netto schuldquote

1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

2. solvabiliteitsratio

3. grondexploitatie

4. structurele exploitatieruimte

5. belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden

 

1a. Netto schuldquote

Dit kengetal zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Hoe hoger de schuld, hoe meer kapitaallasten (rente en aflossing) er zijn. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie.

 

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Vaste schulden

29.467 25.604 25.602

B

Netto vlottende schuld

1.904 5.654 2.706

C

Overlopende passiva

5.614 21.327 7.725

D

Financiële vaste activa

7.092 5.812 7.572

E

Uitzettingen < 1 jaar

19.423 17.762 23.053

F

Liquide middelen

467 488 478

G

Overlopende activa

1.434 1.090 3.117

H

Totale baten

69.406 60.959 74.556

 

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

12,3 45,0 2,4

 

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Zie netto schuldquote, maar dan gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden.

 

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Vaste schulden

29.467 25.602 25.602

B

Netto vlottende schuld

1.904 5.654 2.706

C

Overlopende passiva

5.614 21.327 7.725

D

Financiële vaste activa

2.803 2.797 2.803

E

Uitzettingen < 1 jaar

19.423 17.762 23.053

F

Liquide middelen

467 488 478

G

Overlopende activa

1.434 1.090 3.117

H

Totale baten

69.406 60.959 74.556

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

18,5 49,9 8.8

 

2. Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hieronder wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Hoe hoger het aandeel, hoe gezonder de gemeente.

 

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Eigen vermogen

44.036 36.382 46.210

B

Balanstotaal

88.136 96.638 89.726

 

Solvabiliteit (A/B) x 100%

50,0 37,6 51,5

 

3. Grondexploitatie

Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Deze boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

 

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Niet in exploitatie genomen bouwgronden

0 0 0

B

Bouwgronden in exploitatie

3.135 3.967 308

C

Totale baten

69.406 60.959 74.556
 

Grondexploitatie (A+B)/C x 100%

4,5 6,5 0.4

 

4. Structurele exploitatieruimte

Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de (structurele) vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft het ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen, dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.

 

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Totale structurele lasten

58.289 53.705 62.882

B

Totale structurele baten

58.319 54.838 66.855

C

Totale structurele toevoegingen aan de reserves

0 0 0

D

Totale structurele onttrekkingen aan de reserves

270 369 227

E

Totale Baten

69.406 61.959 74.556

 

Structurele exploitatieruimte (B-A)+(D-C)/E x 100%

0,4 2,5 5,6

 

5. Belastingcapaciteit

Dit kengetal geeft de ruimte weer die de gemeente Dinkelland heeft om zijn belastingen te verhogen. De O.Z.B. is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. Een hoog tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruikt heeft moeten maken van deze optie.

 

 

(bedragen in €)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

OZB-lasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (uitgangspunt COELO-atlas)

405 387 410

B

Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

266 266 266

C

Afvalstoffenheffing voor een gezin

140 157 157

D

Eventuele heffingskorting

n.v.t. n.v.t. -25

E

Totale woonlasten (A+B+C+D)

811 810 808

F

Woonlasten landelijk gemiddelde

811 811 893

 

Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde (E/F) x 100%

100% 100% 90%

 

Totaal tabel kengetal en uitkomst

Terug naar navigatie - Totaal tabel kengetal en uitkomst

Op basis van onderstaand overzicht blijkt dat qua signaleringswaarden van onze kengetallen in de categorie “minst
risicovol” zit.

Kengetal JRK 2021 Beg. 2022 JRK 2022 Minst Neutraal Meest
risicovol risicovol
Netto schuldquote 12,3 42,8 2,4 <90 90 - 130 >130
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen 18,5 48,2 8,8 <90 90 - 130 >130
Sovabiliteit 50,0 36,3 51,5 >50 20 - 50 <20
Grondexploitatie 4,5 3,1 0,4 <20 20 - 35 >35
Structurele exploitatieruimte 0,4 2,7 5,6 >0 0 <0
Belastingcapaciteit 100,0 n.n.b. 90,0 <95 95 - 105 >105

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf kapitaalgoederen gaat in op de manier waarop het op duurzame wijze in stand houden van kapitaalgoederen (de fysieke gemeentelijke infrastructuur) is geborgd. Onder kapitaalgoederen verstaan we wegen (inclusief kunstwerken), riolering, water, groen en gebouwen. 

 

Voor het geformuleerd doel zijn en worden onderhoudsplannen opgesteld waarin we aangeven op welk kwaliteitsniveau kapitaalgoederen worden onderhouden. Als introductie op deze paragraaf staat hieronder het overzicht van de beheerplannen voor 2022 voor de kapitaalgoederen: 

 

Beheerplannen Vaststelling door raad in jaar Looptijd Financiële vertaling in begroting Uitgesteld onderhoud
Wegen* 2016 n.v.t. ja nee
Riolering 2018 2024 ja nee
Groen beeldkwaliteitsplan en KOG 2020 4 jaar ja nee
Gebouwen 2010 n.v.t. ja nee

 * kunstwerken (duikers en bruggen) vallen onder het aspect 'wegen'

Kaders en cijfers

Terug naar navigatie - Kaders en cijfers

De relevante wettelijke kaders zijn:

  • Gemeentewet: waarin door de gemeenteraad is vastgelegd welke regels voor de waardering en afschrijving van activa gelden. De in artikel 212 Gemeentewet bedoelde verordening is de 'Financiële verordening gemeente Dinkelland (2017)'.
  • Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV): op grond van artikel 12 moeten de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen in deze paragraaf aan de orde komen.
  • Burgerlijk Wetboek: waarin opgenomen de gemeentelijke taak als 'goed wegbeheerder' om te zorgen dat het gebruik van de weg geen risico oplevert voor de weggebruiker (wettelijke aansprakelijkheid).
  • Wet Milieubeheer: waaruit de verplichting tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is voortgekomen.

 

Algemeen financieel

De kosten van het reguliere en 'groot' onderhoud van de kapitaalgoederen wegen (inclusief bruggen en duikers), groen en gebouwen zijn in het algemeen gedekt via structurele onderhoudsmiddelen in de begroting.

 

Vervangingsinvesteringen en onderhoudskosten van de riolering dekken we via de rioolheffing. 

 

Grotere vervangingsinvesteringen voor kapitaalgoederen, uitgezonderd rioleringen, staan in het algemeen als incidentele investeringen opgenomen in de begroting. De raad stelt de incidentele vervangingsinvesteringen vast.

 

Voor gebouwen stelt de raad de kosten van het groot onderhoud uit de reserve 'Onderhoud gebouwen' beschikbaar. 

 

Algemeen technisch/inhoudelijk

Voor het beheer van wegen en groen wordt de (beeld)kwaliteitscatalogus openbare ruimte van CROW (de onafhankelijke kennisorganisatie voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) toegepast. Bij het onderdeel 'beleid en beheer' gaan we hier nader op in. 

 

In het GRP 2019-2024 zijn de kaders en verplichtingen aangegeven voor riolering en water. In het GRP is vastgelegd hoe we verbeteringsmaatregelen op het rioolsysteem toepassen en hoe we onderhoud uitvoeren. Het GRP is door de raad vastgesteld.

 

Voor het beheer van gebouwen is een meerjaren onderhoudsprogramma (MOP) vastgesteld, waarin de onderhoudsniveaus zijn aangegeven. 

 

Kerncijfers

Voor de onderscheiden kapitaalgoederen zijn in de tabel hieronder de kerncijfers vermeld.

  Aspect Binnen de kom Buiten de kom
Wegen Weglengte totaal 139 km 446 km
  Oppervlakte elementenverharding 84,7 ha 4,6 ha
  Oppervlakte asfaltverharding 29,1 ha 127,4 ha
  Oppervlakte betonverharding 0,4 ha 5,9 ha
  Oppervlakte overige 1,5 ha 40,9 ha
  Aantal bruggen 48 st 62 st
  Aantal duikers 13 st 1.147 st
Riolering

Gemengde hoofdriolering

99 km

 

(verbeterd) Gescheiden stelsel hoofdriolering

39 km.

 

Kolken

10.000

 

Pompunits drukriolering buitengebied

1.215

  Drukriool buitengebied

430 km.

 

Rioolgemalen

50

 

Persleidingen

24 km.

 

IT riolen

13 km.

 

Wadi’s

34

 

Bergbezinkbassins

10

 

Externe overstorten

44

 

Interne overstorten, stuwputten, wervelventielen, etc.

35

Groen Beplantingsoppervlakte (natuurlijk) 32,5 ha 9 ha
  Beplantingsoppervlakte (in cultuur) 25 ha -
  Oppervlakte gazon 56 ha 2 ha
  Aantal bomen 9.850 st pm
Gebouwen Schoolgebouwen 14 locaties
  Sportaccommodaties 12.000 m²
  Maatschappelijke/culturele doeleinden 6.000 m²
  Monumentale gebouwen 1.700 m²
  Eigen bedrijfsvoering 17.480 m²
  Overige gebouwen 13.410 m²

Beleid en beheer

Terug naar navigatie - Beleid en beheer

Algemeen

Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte is vastgesteld in het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). Dit plan, dat uitgaat van de systematiek om te werken volgens zogeheten beeldkwailteit, is door de raad vastgesteld in 2014. 

 

Voor het beheer van de wegen en het groen maken we gebruik van de (beeld)kwaliteitscatalogus openbare ruimte van CROW. In de catalogus is met foto's aangegeven wat de relatie is tussen beeldkwaliteit (foto) en het onderhoudsniveau (A, B, enz.). De raad heeft daarmee vastgesteld op welk niveau de verschillende kapitaalgoederen of delen van de openbare ruimte worden onderhouden. Daarbij is desgewenst voor de onderscheiden gebiedstypen (binnen of buiten de kom; hotspots) per beheergroep/kapitaalgoed het onderhoudsniveau vastgelegd. 

 

Hulpmiddel bij het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen zijn de beheersystemen (GBI) en de koppeling  tussen de beheersystemen en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Door het integrale karakter van het systeem is het een sterk instrument voor het opstellen van beleid voor de openbare ruimte en we kunnen hierdoor optimaal met kosten omgaan. 

 

Wat de gebouwen betreft is de gemeente Dinkelland in veel gevallen verantwoordelijk voor het groot onderhoud. De verantwoordelijkheden voor het dagelijks (klein) en groot onderhoud zijn vastgelegd in huurcontracten of gebruiksovereenkomsten. Daar waar sprake is van leegstand, draagt de gemeente als eigenaar weer de verantwoordelijkheid voor ook het klein onderhoud. Voor de schoolgebouwen heeft de stichting Katholiek Onderwijs Noordoost-Twente (KONOT) en in een enkel geval stichting Consent, de verantwoordelijkheid over het dagelijks, klein en groot onderhoud. Het dagelijks en klein onderhoud van de gebouwen voor de eigen bedrijfsvoering valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenschappelijke regeling Noaberkracht. 

 

Wegen

Voor het beheer van de wegen gebruiken we de (beeld)kwaliteitscatalogus openbare ruimte van de CROW en de systematiek Rationeel wegbeheer. Jaarlijks beoordelen we de wegen in kwalitatieve zin met een visuele inspectie. Op basis van de resultaten uit de visuele inspecties en de gewenste kwaliteitsniveaus worden onderhoudsmaatregelen bepaald. 

 

Om onderhoudsmaatregelen te prioriteren zijn de arealen onderverdeeld in structuurelementen. Dat zijn wegvakken met een min of meer vergelijkbare gebruiksfunctie. Als structuurelement zijn gebruikt de categorieën Hoofdweg, Buitengebied, Woongebied, Bedrijventerrein en Centrum. Binnen de categorie buitengebied is onderverdeling gemaakt in klassen Standaard, Fietsroute en Extensief (wegen van laagste orde). Binnen Centra is ook de categorie Hot-Spot onderscheiden.    

 

Ook is een onderscheid gemaakt naar de aard van de verharding. Gesloten verhardingen als asfalt of beton vergen een geheel andere wijze van onderhoud dan elementenverhardingen en worden daarom afzonderlijk benaderd. Daarnaast is een onderscheid gemaakt naar verhardingsfunctie (rijbaan, fietspad, voetpad en overige (inritten, parkeervakken etc.). Door gebruik te maken van de genoemde indelingen wordt de mogelijkheid geboden om gedifferentieerd om te gaan met kwaliteit voor de verschillende categorieën.

 

Het kwaliteitsniveau is aangeduid tussen niveau A (goed) en D (slecht). In 2016 hebben we een meerjaren onderhoudsprogramma voor de kapitaalgoederen wegen en kunstwerken vastgesteld. Daarbij is vastgesteld dat we het wegenonderhoud gedifferentieerd gaan uitvoeren op basis van de reeds vermelde functionele indeling van wegen. Daarbij is vastgesteld de hieronder staande kwaliteit te gaan hanteren.

 

 

Scenario 3B: Alles C met HotSpots/centra A en voetpaden B

Gewenste kwaliteit

Bedrijventerrein

Buitengebied

Buitengebied

Extensief

Fietspaden/

recreatief

Centra

Hotspot

Hoofdweg

Woongebied

Asfalt

Rijbanen

C

C

C

C

A

A

C

C

Fietspad

 

 

 

C

 

 

C

C

Voetpaden

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

 

C

C

Beton

Alle

C

C

C

C

 

 

C

C

Elementen

Rijbanen

C

C

C

C

A

A

C

C

Fietspad

 

 

 

 

 

 

C

 

Voetpaden

C

 

 

C

A

A

C

B

Overige

C

C

C

C

A

 

C

C

 

Kwaliteitsniveau

 

A

B

C

D

Asfalt/beton

Aanzien/uitstraling

Hoog

Standaard

Sober

Verloedering

Kapitaalvernietiging

Matig

Nihil

Groot

Zeer groot

Beheerbaarheid

Voldoende

Goed

Matig

Slecht

Veiligheid/Aansprakelijkheid

Veilig

Grotendeels veilig

Beperkt Veilig

Onveilig

Hinder/Overlast

Nauwelijks

Incidenteel

Regelmatig

Constant

Elementen

Aanzien/uitstraling

Hoog

Standaard

Sober

Verloedering

Kapitaalvernietiging

Matig

Nihil

Matig

Groot

Beheerbaarheid

Voldoende

Goed

Matig

Slecht

Veiligheid/Aansprakelijkheid

Veilig

Grotendeels veilig

Beperkt Veilig

Heel onveilig

Hinder/Overlast

Nauwelijks

Incidenteel

Regelmatig

Constant

 

Bij de keuze voor deze kwaliteitsniveaus horen de effecten zoals weergegeven in de tabel.

 

Het meerjaren onderhoudsprogramma betreft ook de civiele kunstwerken. We hebben in dat programma vastgelegd dat we voor de bruggen en duikers een beheer- en monitoringsprogramma gaan toepassen voor het gepland onderhoud. Vastgelegd is dat we ook hier het basisniveau “C” gaan hanteren. Op basis van inspecties van de kunstwerken wordt een onderhouds- en vervangingsprogramma opgesteld. . We richten ons daarbij in eerste instantie op monitoring aangezien we op dit moment geen actueel beeld van de kwaliteit hebben. Zodra de resultaten vanuit het inspectie- en monitoringsprogramma bekend zijn, zal indien noodzakelijk de hoogte van dit bedrag opnieuw worden bezien.

 

Openbare verlichting

Aan de hand van het beleidsplan ‘Verlichten openbare ruimte’, met daarin uitgangspunten en keuzes voor het beleid, ontwikkelen we plannen voor vervanging en nieuwe plaatsing van openbare verlichting. Sociale veiligheid en verkeersveiligheid spelen daarbij een rol. Ook met milieuaspecten, lichthinder en tegengaan van  lichtvervuiling houden we rekening.

Het onderhoud van de openbare verlichting is geregeld via een meerjaren onderhoudsbestek met in totaal zes gemeenten. In totaal worden ca. 5.900 lichtpunten onderhouden.

Energiebesparing en duurzaamheidsdoelstellingen behalen we door vervanging van de huidige verlichting door LED verlichting. Inmiddels is 86% van de armaturen voorzien van LED.

 

Riolering

In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2019-2024) zijn de kaders en het beleid vastgelegd voor het onderhoud en vervanging van de riolering, maar ook voor verbeteringsmaatregelen. Jaarlijks inspecteren we de riolering. De kwaliteit van de riolering wordt bepaald met een analyse van video-inspecties, waarbij we inspectiecatalogus NEN3399 gebruiken. Kwaliteitskwalificaties lopen uiteen van ‘uitstekend’ tot ‘zeer slecht’. Strengen met de kwalificatie ‘slecht’ en ‘zeer slecht’ komen voor reparatie of vervanging in aanmerking. De keuze van de toe te passen onderhoudsmaatregel is afhankelijk van omgevingsfactoren en de eventuele afstemming met andere werkzaamheden.

 

Naast de periodieke (onderhouds)inspecties monitort een hoofdpost dagelijks de rioolsysteem. Via online monitoring worden storingen en calamiteiten automatisch gemeld.

 

Klimaatatlas

In het GRP 2019-2024 is vanwege het Delta Plan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) een budget geraamd voor klimaatmaatregelen. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie 2018 is door gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk de ambitie vastgelegd dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Als eerste stap in dat proces is er in 2019 binnen het Twents waternet een klimaatatlas opgesteld, waarmee de kwetsbaarheden voor weersextremen in beeld zijn gebracht.  Het Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie is in 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. 

 

Groen

De kwaliteit van groenvoorzieningen wordt primair bepaald op basis van beeldkwaliteit. Hiervoor gebruiken we ook de (beeld)kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van CROW. Maar dan gebruiken we dit vooral om vast te leggen volgens welk kwaliteitsniveau we het groen moeten onderhouden. Hiermee is de basis gelegd voor het onderhoudsbestek. Maandelijks nemen we een steekproef voor de kwaliteit van het groenareaal. Bij goed onderhoud van het groenareaal treedt geen kapitaalvernietiging op. Cultuurbeplanting heeft een eindige levensduur en zal dan door middel van cyclisch vervangen weer op peil worden gebracht.

 

Afhankelijk van de locatie zijn minimale beeldkwaliteitsniveaus vastgesteld door de raad. In het algemeen is kwaliteitsniveau C het gewenst niveau. 

 

Voor bomen binnen de bebouwde kom voeren we naast beeldkwaliteit ook een wettelijke veiligheidsinspectie uit (Visual Tree Assessment). Daarbij bepalen we op grond van het risicoprofiel welke inspectiefrequente nodig is en welke eventuele onderhoudsmaatregelen nodig zijn. Op deze basis wordt ook het onderhoud uitgevoerd.

 

Buiten de bebouwde kom wordt de wettelijke veiligheidsinspectie ook uitgevoerd, maar wordt het  hoogst noodzakelijke onderhoud uitgevoerd.

 

 Afstemming

Jaarlijks stemmen we de onderhoudsplannen voor wegen, riolering en groen op elkaar af. Soms is het mogelijk om het onderhoud in technische en/of financiële zin te combineren. Dat heeft de voorkeur wanneer we daarmee ook de effecten voor de omgeving of de samenleving positief beïnvloeden.

Gebouwen

Het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is opgenomen in het door de raad vastgestelde meerjarenonderhoudsplan 2022-2026. Het meerjarenonderhoudsplan is opgesteld conform de systematiek van de NEN 2767 normering (conditiemeting). Conditiescore 1 representeert de nieuwbouwstaat en conditiescore 6 de slechts aan te treffen conditie waarbij het verval onomkeerbaar is. De gemeentelijke gebouwen worden grotendeels in stand gehouden op basis van conditiescore 2 of 3. Wij hebben het voornemen om het meerjarenonderhoudsplan iedere vier jaar te actualiseren. 

 

 Onderhoudsplannen

Voor de onderscheiden kapitaalgoederen zijn onderhoudsplannen opgesteld, waarin is aangegeven op welk kwaliteitsniveau het kapitaalgoed wordt onderhouden. Goede onderhoudsplannen en de consequente uitvoering ervan zijn noodzakelijk. Door het onderhoud volgens planvorming uit te voeren, worden vooral bij wegen aansprakelijkheidsstellingen tot een minimum beperkt.

 

Kwaliteit en financieel

Terug naar navigatie - Kwaliteit en financieel

 Kwaliteit

Wegen
In 2022 is onderhoud uitgevoerd aan verschillende wegen in onze gemeente. De werkzaamheden zijn ingepland op basis van de inspectieresultaten. Groot asfalt onderhoud is onder meer uitgevoerd aan Eekmanweg (Denekamp) en de Boschweg (Rossum), veelal in combinatie met aanbrengen bermverharding. Daarnaast is op meerdere plaatsen kleinschaliger onderhoud uitgevoerd.

Onderhoud aan elementenverharding is uitgevoerd in diverse kernen, hierbij ging het vooral om onderhoud aan de voetpaden. In de wijk Janskamp in Denekamp is onderhoud gepleegd aan de elementenverharding  in combinatie met groenwerkzaamheden vanuit KOG. 

Bij de vaststelling van MJOP in 2016 is gekozen om wegenonderhoud uit te voeren op basis van door raad vastgestelde kwaliteitsniveaus. Uit analyses van de resultaten van weginspecties blijkt dat het afgesproken niveau ruimschoots wordt bereikt .

Bruggen

In 2022 is op basis van actuele meldingen en waarnemingen onderhoud verricht aan diverse kunstwerken. Daadwerkelijke  vervanging/planmatig groot onderhoud is getemporiseerd in afwachting van nieuwe rekenregels voor draagkrachtberekeningen. De definitieve NEN-normen zijn inmiddels gepubliceerd. De beschikbare resultaten van de inspecties zijn inmiddels gedateerd; we zijn nu gestart met een actualisatie van inspectie op basis van NEN systematiek. Met de resultaten van de inspecties kan worden bezien in hoeverre de gemeentelijke kunstwerken nog voldoen en welke maatregelen noodzakelijk zijn. De verwachting is dat op basis van de nieuwe inspectieresultaten de komende jaren onderhoud noodzakelijk zal zijn.

 

Openbare verlichting.
Regulier onderhoud is uitgevoerd aan de openbare verlichting op basis van inspecties en meldingen. In verschillende straten en buurten zijn de armaturen vervangen. 

 

Rioleringen

In 2022 is gestart met de werkzaamheden voor de rioolvervanging aan de Laagsestraat in Ootmarsum en de voorbereiding voor de Beatrixstraat - Prinsessenstraat in Denekamp. Gelijktijdig met de rioolvervanging wordt er een regenwaterriool aangelegd. Er is in de kernen Denekamp en Ootmarsum ruim 12 km riolering gereinigd en geïnspecteerd. In de kern Weerselo zijn een aantal rioolstrengen gerenoveerd door middel van relining. Verspreid over de gemeente zijn in het buitengebied meerdere rioolgemalen gerenoveerd, waarbij pompen en besturing zijn vervangen. Als uitvloeisel van de inspecties zijn door wegfresen op diverse plaatsen boomwortels en andere obstakels verwijderd.


Het Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie is in 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. De projecten in de Bromeliastraat en Prins Bernhardstraat in Denekamp zijn in voorbereiding. Uitvoering verschoven naar 2023.

 

Groen

In 2020 is het Kwaliteitsplan Openbaar Groen vastgesteld (KOG). Op basis van dat plan en het daarbij horende uitvoeringsprogramma zal de komende jaren worden gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen in onze gemeente. In kader van KOG zijn in Denekamp delen van Janskamp aangepakt. Verder is er gewerkt aan het groen aan de Kardinaal Alferinksweg en Geerdshof in Weerselo en de Kapelaan v Schaikstraat in Noord-Deurningen. 

 

Er zijn overeenkomsten gesloten voor diverse participatieprojecten, waarbij onderhoud aan de openbare ruimte wordt overgedragen aan bewoners. Dit is gebeurd op diverse locaties in  Denekamp aan de Akkermaten en in Ootmarum aan de van Bentheimstraat, hier zijn de plantvakken omgevormd en overgedragen. 

 

Gedurende 2022 is regulier onderhoud uitgevoerd aan het openbaar groen; dit betreft voornamelijk verzorgend onderhoud en is grotendeels uitgevoerd door SPN/buitendienst. Door middel van periodieke inspecties (schouwen) wordt steekproefsgewijs de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden beoordeeld.

 

In onderstaande grafiek is per functioneel onderdeel (verblijfsgebied en buitengebied) de totaalindruk in beeldkwaliteit weergegeven. De totaalindruk is uitgesplitst naar de onderdelen verzorging, verharding, meubilair en groen. Uit de grafiek is af te lezen dat de door raad vastgestelde beeldkwaliteit wordt bereikt.

Schouwresultaten 2022

 

Gebouwen

Om de kwaliteit van de gemeentelijke gebouwen te bepalen wordt gebruik gemaakt van de NEN 2767. NEN 2767 is een norm om de technische kwaliteit van bouw- en installatiedelen van gebouwen op een objectieve en eenduidige manier te bepalen en wordt gebruikt voor conditiemetingen die als doel hebben meer inzicht krijgen in de bouw- en technische staat van gebouwen. Door gebruik te maken van conditiescores kan makkelijk de staat van de gemeentelijke gebouwen worden vastgesteld. Dit biedt inzicht in de onderhoudskosten en mogelijke risico's en biedt input voor het opstellen van de meerjarenonderhoudsplanning. Het in 2021 door de raad vastgestelde MJOP 2022-2026 is opgesteld met inachtneming van deze conditiemetingen en de conditiescores die wij voor de verschillende gebouwen ambiëren (het ambitieniveau). 

 

 

Financieel

Structurele financiële onderhoudsgelden gebruiken we in beginsel voor het reguliere en ‘groot’ onderhoud voor wegen en groen. Onderhouds- en vervangingsinvesteringen voor riolering dekken we uit het rioolfonds. Door afstemming van onderhouds- of vervangingsmaatregelen is het mogelijk dat structurele onderhoudsgelden worden aangevuld met incidentele middelen op grond van investeringen of met middelen uit de rioolheffing. Ook andere interne en externe bronnen van financiering zijn mogelijk, bijvoorbeeld middelen uit de reserves of bijdragen van externe partijen.

 

Wegen
Het regulier onderhoud wordt aangepakt, zoals wordt aangegeven door het meerjaren onderhouds programma, die jaarlijks wordt geactualiseerd. Binnen dit programma wordt eveneens rekening gehouden met een percentage  voor onvoorziene omstandigheden en tegenvallers. De reserve 'wegen en kunstwerken' is bedoeld om planmatig groot onderhoud gelijkmatig over de begrotingsjaren te verdelen.

 

Bruggen

In 2022 is geconstateerd dat enkele bruggen constructieve schades vertoonden. Naar aanleiding daarvan is door de raad een krediet beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van reparaties en tevens voor het inspecteren  van alle gemeentelijke bruggen binnen onze gemeente.  De resultaten van de inspectie en een daaruit voortvloeiend maatregelpakket   worden in 2023 verwacht..

Rioleringen 

Er wordt gestreefd naar 100% dekking van de rioleringstaken vanuit de rioolheffing. Investeringen in de riolering voor verbeteringsmaatregelen en rioolvervanging moeten volgens de regels van de BBV worden geactiveerd en langjarig afgeschreven. . Dit is vastgelegd in het GRP 2019-2024.

 

Gebouwen

Voor het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is de reserve Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen gevormd. Jaarlijks wordt de voorziening aangevuld om te kunnen blijven voorzien in groot onderhoud zodat gemeentelijke gebouwen blijven voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau. De jaarlijkse dotatie van € 270.215 (peildatum 2022) voor de periode 2022-2026 is vastgesteld door de raad en gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan die samen met een deskundige op het gebied van huisvesting is opgesteld. De vastgestelde dotatie wordt jaarlijks geïndexeerd.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Algemeen

De wet financiering decentrale overheden (fido) bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Het doel hiervan is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering (kasgeldlimiet) en regels voor lange financiering (renterisiconorm). Het onderscheid is gelegd bij 1 jaar.

 

Kasgeldlimiet en korte financiering

De kasgeldlimiet heeft als doel de financiële gevolgen van schommelingen in de rente op korte leningen (< 1 jaar) te beheersen. De limiet is bepaald op 8,5% van de totale begroting.

 

Een kasgeldlimiet van €5,4 miljoen betekent dat Dinkelland in 2022 tot een bedrag van €5,4 miljoen met kort geld ( looptijd < 1 jaar) mag financieren.

 

Kasgeldlimiet

(bedragen x €1 mln)

Begrotingstotaal 2022

  63,3

Vastgesteld percentage

         8,50%

Kasgeldlimiet

5,4

 

Renterisiconorm en lange financiering

De renterisiconorm is een instrument voor de beheersing van het risico van een rentewijziging. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maar 1/5e deel van de totale begroting aan rentegevoeligheid onderhevig zijn.

 

Renterisiconorm

(bedragen x €1 mln)

Begrotingstotaal 2022

 63,3

Vastgesteld percentage

       20%

Renterisiconorm

    12,7

Renterisico: herfinanciering + renteherziening

                      3,9

Ruimte

                     8,8

In 2022 wordt geen renterisico gelopen volgens de renterisiconorm.

 

Leningen

Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de geldleningen in 2022:

 

Leningen (opgenomen)

(bedragen x €1 mln)

Beginstand per 1 januari 2022

 29,5

Bij:

nieuwe leningen t.b.v. investeringen

                 0,0

Af:

reguliere aflossingen

                   3,9

 

vervroegde aflossingen

              0,0

Eindstand per 31 december 2022

25,6

 

Algemene ontwikkelingen

Geldleningen

In 2022 hebben geen renteherzieningen plaatsvinden. De reguliere aflossingen in 2022 zijn € 3,9 miljoen en de rentelasten €538.000.

 

Rentevisie, liquiditeit en schatkistbankieren

De gemeente Dinkelland heeft gekozen voor spreiding in de financieringsmogelijkheden.  Door een actuele liquiditeitsplanning kan worden ingespeeld op eventuele tekorten of overschotten in de toekomst. Zo wordt door het aantrekken van langlopende geldleningen ingespeeld op eventuele liquiditeitstekorten voor de lange termijn. 

 

Rente: 1-maands euribor

Het 1-maands euribor rentetarief is in 2022 is  van een negatief percentage naar een positief percentage gestegen. Per 1 januari 2022 bedroeg het percentage -0,576%. Eind december was dit percentage 1,883%. 

 

EMU Saldo

Het EMU saldo is in grote lijnen het exploitatiesaldo voor bestemming plus de afschrijvingen min de investeringen over een bepaald jaar. Voor 2022 is het EMU-saldo €2,4  mln.   

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Algemeen
Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is, of waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het aangaan van banden met verbonden derde partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren.

 

Op 26 februari 2019 heeft uw raad het Beleidskader verbonden partijen 2019 vastgesteld. In dit beleidskader zijn de volgende punten verder uitgewerkt:
1. Afwegingskader deelname verbonden partijen
2. Bestuurlijke rollen (eigenaar en opdrachtgever)
3. Toezicht op verbonden partijen
4. Informatievoorziening aan de raad

 

Door het vaststellen van het Beleidskader verbonden partijen 2019 beschikt de gemeente over een afwegingskader voor toekomstige besluitvorming over toe- en uittreden bij verbonden partijen. Daarnaast geeft dit beleidskader aan hoe de gemeente grip op verbonden partijen wil vormgeven en welke rollen de gemeente daarbij heeft.

 

Deze paragraaf is om twee redenen voor u van belang. Op de eerste plaats voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft dus voor u nog steeds een kader stellende en controlerende taak over bij die programma’s. De tweede reden betreft de kosten – het budgettaire beslag- en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.

 

De verbonden partijen van de gemeente Dinkelland worden hieronder beschreven.

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan in 2021?

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Recreatieschap Twente

Per 1 januari 2022 is de bedrijfsvoeringsorganisatie Recreatieschap Twente ontstaan als zelfstandige organisatie. Hiervoor maakte het recreatieschap nog deel uit van de Regio Twente. Het recreatieschap heeft ten doel het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van recreatieve voorzieningen in Twente. De belangrijkste taken bestaan uit het beheer en onderhoud van een aantal recreatieve routes en van een drietal recreatieparken (Het Rutbeek in Enschede, Het Hulsbeek in Oldenzaal en Het Lageveld in Wierden).

 

Centrumregeling Beschermd Wonen

Deze regeling heeft tot doel om de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van Beschermd Wonen zoals bedoeld in de Wmo 2015. De uitvoering is belegd bij centrumgemeente Enschede en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO).  De DVO is in werking getreden per 1 januari 2022. De financiële bepalingen zullen pas in 2024 in werking treden.

 

Regionaal Energiebedrijf Noord Oost Twente

Op 8 maart 2022 heeft de gemeenteraad besloten om in te stemmen met de oprichting van een Regionaal Energiebedrijf Noord Oost Twente samen met andere gemeenten en een aantal Lokale Energie Initiatieven (LEI's). Ook de gemeenten Tubbergen en Losser hebben dit besluit genomen. 

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Inleiding

De oververhitte woningmarkt uit 2021 heeft in de eerste helft van 2022 nog een vervolg gekregen. Door het uitbreken van een oorlog en fors stijgende prijzen voor energie, bouwmaterialen en levensmiddelen is de inflatie veel te hoog geworden.

Door de hoge inflatie is de rente in de tweede helft van 2022 met enkele procentpunten gestegen. Daardoor ontstond eind 2022 een voorzichtige afvlakking van de vraag naar woningen. Vooral de betaalbaarheid van een nieuwbouwwoning, door de gestegen bouwkosten en een verdubbeling van de hypotheekrente, is verder afgenomen. 

In deze paragraaf treft u de stand van zaken en de voortgang van de verschillende grondexploitaties over het jaar 2022 aan. De belangrijkste ontwikkelingen in 2022 waren:

  1. Verkoop van 47 woningbouwkavels.
  2. Verkoop van 0,8 ha bedrijfsgrond.
  3. Start van de gronduitgifte in het plan Spikkert 3e fase (37 kavels).
  4. Instellen van de grondcomplexen Rossum Noord 2e fase en De Mors V en het vaststellen van de bijbehorende grondexploitaties.

Grondbeleid

De Raad heeft op 12 juli 2016 de Nota Grondbeleid vastgesteld:

  • Conform het provinciaal beleid mag Dinkelland bouwen voor lokale (eigen) behoefte en zijn definitieve afspraken gemaakt over een verschuiving van uitbreiding naar inbreiding.
  • In het kader van de prestatieafspraken met de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over het aantal woningen dat Dinkelland tot 2026 mag realiseren.
  • Het grondbeleid is ondersteunend aan de behoeftes uit de prestatieafspraken op de terreinen van volkshuisvesting en bedrijventerreinen.

Het grondbeleid van de gemeente is een instrument om (ruimtelijke) doelstellingen te bereiken. De nota Grondbeleid is een kader, waarmee sturing wordt gegeven aan de beleidsdoelstellingen volkshuisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en economie.

De complexen in 2022

Kosten bouw- en woonrijp maken

De complexen zijn doorgerekend op basis van kostenramingen bouw- en woonrijp maken van de afdeling Openbare ruimte op prijsniveau 2023.
Inflatie: De ramingen bouw- en woonrijp maken zijn voor 2023 geïndexeerd op basis van een gemiddelde cbs index voor de gww sector van ruim 13%, voor na 2023 wordt een stijging van 3% aangehouden.

Opbrengsten

De bouwcapaciteit in de grondcomplexen (aantallen kavels en/of te bouwen woningen alsmede de hectares uitgeefbaar bedrijventerrein) zijn overeenkomstig de woonvisie respectievelijk bedrijventerreinenvisie. De nog te verkopen bouwkavels zijn doorgerekend met de grondprijzen uit de grondprijsbrief 2023. In het kader van het voorzichtigheidsprincipe zijn de opbrengsten niet geïndexeerd.

Winstnemingen

De winstnemingen zijn tot stand gekomen op basis van de verplichte poc methode uit het Besluit Begroting en Verantwoording (afgekort BBV) Dit betreft de verhouding reeds gerealiseerde kosten ten opzichte van de totaal te verwachten en gerealiseerde kosten enerzijds en de verhouding reeds gerealiseerde opbrengsten ten opzichte van de totaal te verwachten en gerealiseerde opbrengsten. Dit percentage mag van het te verwachten eindresultaat als winst worden genomen.

Overzicht van de complexen in 2022

A. Woningcomplexen

  1. Pierik: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  2. Brookhuis: De laatste fase Noordwest is in procedure gegaan. Naar verwachting wordt het bestemmingsplan met 24 kavels begin 2023 onherroepelijk en zal medio 2023 worden gestart met het bouwrijp maken en de gronduitgifte.
  3. Deurninger es: Van de 11 kavels zijn er 9 verkocht. De laatste 2 kavels zullen begin 2023 worden verkocht.
  4. Rossum Noord: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  5. Lattrop Kraakenhof: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  6. Spikkert: Het woonrijp maken van fase 1 en 2 is afgerond. Het bestemmingsplan voor fase 3 is onherroepelijk geworden. Deze fase is bouwrijp gemaakt en de kaveluitgifte is opgestart. In 2022 zijn 15 kavels (inclusief 4 kavels tbv sociale huurwoningen) verkocht, begin 2023 zijn reeds 14 kavels verkocht. De verwachting is dat fase 3 in 2023 zal zijn uitverkocht.
  7. Commanderie: De laatste 5 kavels van Erve Molenbeek zijn verkocht. Naar verwachting zullen de kosten van het woonrijp maken door de prijsstijgingen fors hoger uitvallen. Daardoor zal het verlies op de grondexploitatie toenemen. Daarnaast is besloten om de kavel Wheemhof niet te verkopen maar over te dragen aan de Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum. Dit betekent een inkomstenderving van € 250.000 Uiteindelijk verslechtert het eindresultaat met € 577.000
  8. Noord Deurningen: De laatste 4 kavels zijn verkocht.
  9. Tilligte: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  10. Aveskamp: Dit plan is voorlopig uit de verkoop gehaald ivm eventuele ontwikkelingen in het kader van onderwijshuisvesting.
  11. Diezelkamp Noord: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  12. Hopmanstraat: Naar verwachting zal eind 2023 met het woonrijp maken worden gestart.
  13. Denekamp Oost: Het bestemmingsplan (42 kavels) is in procedure gegaan en zal naar verwachting begin 2023 onherroepelijk worden. Daarna zal medio 2023 worden gestart met het bouwrijp maken en de gronduitgifte. Door de bouwkostenstijging vallen de kosten bouw- en woonrijp maken fors hoger uit. Als gevolg daarvan zal de grondexploitatie niet meer sluitend zijn en dient er een voorziening ter grootte van € 219.737 te worden getroffen.
  14. Saasveld De Lenne: In 2022 zijn 14 kavels verkocht. De laatste kavel wordt begin 2023 verkocht.
  15. Rossum Noord 2e fase: In 2022 is een grondcomplex ingesteld en een financieel sluitende grondexploitatie vastgesteld voor 33 kavels. De bestemmingsplanprocedure zal naar verwachting eind 2023 worden opgestart.

B. Bedrijventerreinen

  1. De Mors IV: 1 kavel is verkocht. Momenteel zijn nog 2 kavels vrij beschikbaar. Naar verwachting zal de verliesvoorziening, als gevolg van de hogere grondprijs voor de 2 nog te verkopen bouwkavels, € 170.000 lager uitvallen.
  2. Echelpoel III: De laatste kavel is verkocht. In 2023 zal worden gestart met het woonrijp maken.
  3. Sombeek IV: Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten. Daarmee valt de getroffen verliesvoorziening van € 70.000 vrij.
  4. De Mors V: In 2022 is een grondcomplex ingesteld en een financieel sluitende grondexploitatie vastgesteld.

C. Complex Ruilgronden

  1. In Tilligte is grond aangekocht en geruild ten behoeve van een toekomstig woningbouwplan. De gronden voor de nieuwe grondcomplexen Rossum Noord 2e fase en De Mors V zijn vanuit complex Ruilgronden overgeheveld naar de desbetreffende grondcomplexen.
  2. De grondpositie in Denekamp Oost welke is gewaardeerd als warme grond zal in 2023 in ontwikkeling worden genomen. Hierdoor hoeft deze grondpositie niet afgewaardeerd te worden naar agrarische grond.

Resume

In 2022 zijn in totaal 47 woningbouwkavels en 0,8 hectare bedrijfsgrond verkocht (waarvan de notariële aktes zijn gepasseerd) waar we op begrotingsbasis uitgingen van 28 woningbouwkavels en 1,1 hectare bedrijfsgrond. Ultimo 2022 waren voor nog eens 34 woningbouwkavels en 925 m2 bedrijfsgrond verkoopovereenkomsten gesloten.

De financiële eindresultaten van de grondexploitaties zijn met ongeveer € 1,3 miljoen afgenomen. Dit heeft voor een groot deel te maken met de kostenstijgingen van het bouw- en woonrijp maken in de diverse plannen.
 
Winstnemingen

Omdat de te verwachten eindresultaten voorlopige eindresultaten zijn, kunnen deze jaarlijks variëren: dit heeft invloed op de hoogte van de winstneming. Vooral door de forse stijging van de kosten bouw- en woonrijp maken (bij gelijkblijvende opbrengsten zijn de financiële eindresultaten neerwaarts bijgesteld). Dit betekent dat, conform het BBV, diverse winstnemingen uit het voorgaande jaar gecorrigeerd dienen te worden.

Voor 2022 dient de winst met € 0,128 miljoen gecorrigeerd te worden.

Verliesvoorzieningen

Voor de complexen Commanderie, Denekamp Oost, De Mors IV en Sombeek IV zijn verliesvoorzieningen getroffen. Voor de Commanderie wordt € 250.000 bekostigd uit de RIBAM ivm de uitname van de Wheemhof als gevolg van de privatisering van het Openluchtmuseum Ootmarsum (zie raadsbesluit december 2022). De verliesvoorziening Sombeek IV valt vrij, omdat dit grondcomplex kan worden afgesloten. Uiteindelijk is de totale verliesvoorziening in 2022 van € 1,443 miljoen met € 0,559 miljoen toegenomen tot € 2,002 miljoen.

Financiële resultaat

Voor de winstgevende complexen bedroeg het financiële resultaat € -0,128 miljoen en voor de verlieslatende complexen € -0,559 miljoen. uiteindelijk bedraagt het financiële resultaat  € -0,687 miljoen.

Verloop boekwaarde

In 2022 is voor een bedrag van € 4,3 miljoen aan inkomsten gerealiseerd en  kosten van € 2,0 miljoen (o.a. verwervingen, bouw- en woonrijp maken, plankosten en rente). Daarmee is de boekwaarde van het grondbedrijf uiteindelijk van € 4,6 miljoen gedaald naar € 2,3 miljoen.
 
Risico's
De boekwaardes van de grondexploitaties zijn cumulatief doorgerekend met de kans op een rentestijging van 1%, de stagnatie van grondverkopen voor woningbouwkavels en bedrijfskavels in een periode van 2 jaar, een extra kostenstijging bouw- en woonrijp maken van 5% bovenop de reeds gehanteerde kostenstijging voor een periode van 2 jaar en de kans op tegenvallers in het bouw- en woonrijp maken. Dit betrekken wij bij de berekening van onze benodigde weerstandscapaciteit in relatie tot het beschikbare weerstandsvermogen. Hiervoor verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Verwachtingen
De huidige grondexploitaties zijn behoudend doorgerekend en geactualiseerd.
We verwachten voor 2023 77 woningbouwkavels te verkopen (24 kavels Brookhuis Noordwest, 22 kavels Spikkert, 28 kavels Denekamp Oost, 2 kavels Deurninger es en 1 kavel Saasveld De Lenne)
Ondanks de relatief goede marktomstandigheden en positieve vooruitzichten op de woningmarkt mogen tegenvallende verkoopresultaten niet worden uitgesloten. Mocht zich dit voordoen dan heeft dit gevolgen voor de jaarlijkse winstnemingen; deze kunnen dan aanzienlijk lager uitvallen.
Omdat de voorraad woningbouwkavels op korte termijn opnieuw uitverkocht raakt, zullen we de focus blijven leggen op toekomstige gemeentelijke woningbouwlocaties. Daarnaast wordt in diverse kernen een actieve grondpolitiek gevoerd om toekomstige bouwlocaties te verwerven.
Mochten de forse kostenstijgingen zich gaan doorzetten en geen grondprijsverhogingen worden doorgevoerd (al dan niet in combinatie met eventuele grondprijskortingen) moet rekening worden gehouden met negatieve exploitatieresultaten.

Voor 2023 verwachten we:

  • Kaveluitgiftes op te starten voor Brookhuis Noord West (24 kavels) en Denekamp Oost (42 kavels);
  • Grondcomplexen in te stellen en de bijbehorende grondexploitaties vast te stellen voor de uitbreiding Deurningen en Tilligte Noord;
  • Raadsvoorstel ten behoeve van de toekomstige woningbouwopgave in de kern Denekamp (inclusief de grondpositie warme grond Denekamp Oost);
  • Een verhoging van de rekenrente (bij de begroting 2024), conform BBV, van 1,0% naar 1,5%.

Meerjarenprogrammering
We zullen bij de Perspectiefnota een inzicht geven in de toekomstige woningbouwopgave in relatie tot onze huidige en eventuele toekomstige grondposities; de prognose grondbedrijf.
Deze prognose geeft een beeld van de kwantitatieve woningbouwopgave die voortvloeit uit het Woonbeleid en de programmering van de woningbouwaantallen (kavels) over een langere termijn over de verschillende kernen.

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Voor de gemeenten Dinkelland en Tubbergen is de bedrijfsvoering binnen Noaberkracht georganiseerd. De jaarstukken 2022 Noaberkracht wordt door beide gemeenteraden vastgesteld. Noaberkracht ondersteunt Dinkelland en Tubbergen in het streven naar een vitale en zelfredzame samenleving. Noaberkracht heeft een focus op resultaat (de goede dingen goed doen). Daarom is het belangrijk dat Noaberkracht een wendbare organisatie blijft, die snel kan inspelen op veranderingen in de samenleving.

Frauderisico's

Terug naar navigatie - Frauderisico's

De gemeente is zelf verantwoordelijk voor fraudebestrijding. Vanwege de maatschappelijke functie is het van belang om dit intern en extern zichtbaar en transparant te maken.

Daarom is er sinds 2018 binnen onze organisatie sprake van een fraude-risicoanalyse. In het kader van de jaarlijkse herijking van deze fraude-risicoanalyse heeft er dit jaar opnieuw een inventarisatie plaatsgevonden van de (mogelijk) aanwezige frauderisico's en de getroffen beheersmaatregelen.

Naar aanleiding van deze inventarisatie is er gekeken naar de opzet, bestaan en werking van beheersing en getroffen bijsturingsmaatregelen van de toprisico's met de risico-inschatting 'hoog' en de toprisico's met een gemiddeld risico. Aan de hand van deze analyse kunnen wij de beheersbaarheid van de frauderisico's binnen onze organisatie vergroten en deze aandacht geven tijdens de controlewerkzaamheden.

De specifieke fraude-risico’s met verhoogde aandacht worden opgenomen in de fraude-risicoanalyse welke jaarlijks ter vaststelling beschikbaar wordt gesteld aan directie en colleges. In de scope van de belangrijkste frauderisico’s vallen onder andere betalingen, inkopen, sociaal domein, uitkeringen, aanbestedingen, M&O etc.

Mochten er gedurende het boekjaar fraude-risico’s opspelen, dan worden deze met een eventuele toelichting verantwoord in de financiële overzichten. Met betrekking tot de recente herijking van de fraude-risicoanalyse kan worden geconcludeerd dat er geen materiële fraudes zijn geconstateerd.

 

Continuïteit
De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. De continuïteit van gemeenten is op grond van artikel 12 van de financiële-verhoudingswet verankerd. Om die reden is de continuïteit van de gemeente in voldoende mate gewaarborgd. Tevens zijn in de begroting 2023 of andere besluiten geen stellige voornemens om majeure aanpassingen te doen in beleid, taken, activiteiten of locaties die mogelijk materiele effecten hebben op vermogen of resultaat.

 

Wet Open Overheid (WOO)

Wet Open Overheid (WOO)

Terug naar navigatie - Wet Open Overheid (WOO)

Inleiding

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo heeft als doel om overheden en semioverheden transparanter te maken, zodat het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en de economische ontwikkeling beter gediend kan worden. De Woo kenmerkt zich daarom door een drietal belangrijke pijlers, te weten:
•    een actieve openbaarmakingsplicht voor 11 categorieën documenten; 
•    een inspanningsverplichting tot openbaarmaking voor andere documenten dan de 11 categorieën;
•    de passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek).

Naast het actief openbaar maken, bevat de Woo een duidelijke andere component; het op orde brengen van de informatiehuishouding en het duurzaam toegankelijk maken van digitale overheidsinformatie. De tweede component sluit aan bij de Archiefwet 1995, waarin opgenomen is dat overheden verplicht zijn om de onder hen berustende bescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren.

De Woo introduceert een meerjarenplan en bepaalt dat overheden met behulp van een meerjarenplan hun overheidsinformatiehuishouding op orde brengen.

Verplichtingen per 1 mei 2022
De Woo heeft tot doel een transparante overheid te bevorderen en de informatiehuishouding van de overheid op orde te brengen. Voor gemeenten gelden de volgende verplichtingen uit de Woo die direct in werking treden: 

  • Een of meer contactperso(o)n(en) aanwijzen om vragen van inwoners te beantwoorden.
  • De bepalingen omtrent openbaarmaking op verzoek. Ook moet een Wob-verzoek elektronisch kunnen worden ingediend.
  • Maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen als randvoorwaarde om uitvoering te geven aan openbaarheid.
  • De inspanningsverplichting om informatie over beleid actief openbaar te maken.

Actieve openbaarheid op termijn verplicht
De verplichtingen uit de Woo om documenten behorende tot 11 informatiecategorieën binnen 14 dagen actief openbaar te maken via PLOOI, treden nog niet in werking. De ontwikkeling van PLOOI is door het Rijk stopgezet en overheden kunnen dit dus (nog) niet gebruiken om documenten te publiceren. De komende jaren zal deze verplichting gefaseerd in werking treden. 

Realisatie in 2022

In 2022 hebben we 28 Woo-verzoeken (inclusief Wob) afgehandeld. De Woo-verzoeken hadden betrekking op diverse onderwerpen.

Het college heeft in 2022 twee contactpersonen benoemd. Ook hebben we inmiddels een aninimiseringstool aangeschaft, die het mogelijk maakt om de te openbaren documenten te anonimiseren.  Daarnaast hebben we een passage op de gemeentelijke website opgenomen over de Wet open overheid. Via deze website is het mogelijk een digitaal Woo-verzoek in te dienen (inwoners via Digid en organisaties via e-Herkenning).  Natuurlijk blijft het ook mogelijk om een Woo verzoek schriftelijk, via de mail of telefonisch door te geven.

Met betrekking tot de inspanningsverplichting om informatie over beleid actief openbaar te maken, geven wij veel informatie over projecten en anderen ontwikkelingen via onze gemeentelijke website, nieuwsberichten, social media en gemeentepagina in de Dinkelland Visie.  Daarnaast staat veel informatie op de website van de gemeenteraad . Bijvoorbeeld over welke onderwerpen zij vergaderen (agenda), de vragen die de gemeenteraad aan het college stelt, of de brieven die het college aan de gemeenteraad stuurt (onderwerpen). 

Voor wat betreft de actieve informatieplicht voor de 11 verplichte categorieën, is de status als volgt:

1.    wet- en regelgeving:  de door de gemeenteraad  en/of college vastgestelde beleidsregels, nadere regels en verordeningen worden bekendgemaakt op www.officielebekendmakingen.nl en zijn terug te vinden op www.overheid.nl.
2.    organisatiegegevens: deze staan op de gemeentelijke website
3.    vergaderstukken en verslagen:  de stukken voor de raadsvergaderingen (inclusief de geluidsopnames) staan op de gemeentelijke website
4.    bestuursstukken; de besluitenlijsten van het college staan op de gemeentelijke website
5.    stukken adviescollege: nog geen actie op ondernomen in 2022
6.    convenanten: nog geen actie op ondernomen in 2022
7.    jaarplannen en jaarverslagen: de documenten m.b.t. de P&C-cyclus zijn opgenomen op de gemeentelijke website en in de begrotingsapp
8.    Woo-verzoeken en de daarbij verstrekte informatie: het openbaar maken van gevraagde documenten bij Woo-verzoeken via de gemeentelijke website staat op de planning voor 2023. In 2022 zijn de gevraagde documenten alleen nog verstrekt aan de indiener van het Woo-verzoek.
9.    onderzoeken:  nog geen actie op ondernomen in 2022
10.    beschikkingen: nog geen actie op ondernomen in 2022
11.    klachten: het jaarverslag klachten 2021 inclusief toelichting is opgenomen op de gemeentelijke website