Programma Sociaal domein

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Iedere inwoner moet in staat zijn om zo lang en zo veel mogelijk zelf redzaam te zijn. We hechten veel waarde aan het welzijn van onze inwoners. Daarnaast moeten inwoners  zoveel mogelijk zelf de regie over hun leven kunnen voeren en mee kunnen doen in de samenleving. Waar dat kan op eigen kracht, of anders met hulp van mensen uit hun sociale netwerk. Inwoners die hiertoe niet (volledig) in staat zijn, bieden we ondersteuning om hun zelfregie en participatie te bevorderen. De ondersteuning is bij voorkeur zo licht en zo dichtbij mogelijk en preventief als het kan. Team Ondersteuning & Zorg is ervoor om inwoners hierbij te helpen.

 

In de gemeente Dinkelland werken we samen met verschillende organisaties om de zorg voor onze inwoners zo optimaal mogelijk in te richten. Dit zijn bijvoorbeeld organisaties de re-integratietrajecten begeleiden en organisaties die vrij toegankelijke voorzieningen aanbieden, maar ook Veilig Thuis voor inwoners die te maken hebben met huiselijk geweld. We zetten in op vroeg signalering en het preventief aanpakken van problemen. Daarnaast kennen we verschillende regelingen voor inwoners met (tijdelijke) financiële problemen, bijvoorbeeld bijstand voor zelfstandige ondernemers en kindpakketten.

(Belangrijkste) vastgestelde beleidsnota's en verordeningen

Terug naar navigatie - (Belangrijkste) vastgestelde beleidsnota's en verordeningen

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Binnen het programma Sociaal domein maken we gebruik van de volgende kengetallen:

  • Percentage volledig gevaccineerde inwoners: 97,1% (volgens het RVP vaccinatieschema)
  • Geen enkele vaccinatie: 0,8% (volgens het RVP vaccinatieschema)
  • Huishoudens met bijstandsuitkeringen: 190
  • Werkloosheidspercentage 45-plussers: 1,7%

Wat hebben we in 2021 gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we in 2021 gedaan?

Woonplaatsbeginsel Jeugd 2022 

Het nieuwe woonplaatsbeginsel beoogt een einde te maken aan de onduidelijkheid met betrekking tot welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de benodigde ondersteuning. Het zal voor gemeenten duidelijk worden welke gemeente straks volgens het nieuwe woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is voor de jeugdige. 

 

Het nieuwe woonplaatsbeginsel wordt per 1 januari 2022 ingevoerd. In 2021 moet worden uitgezocht welke van de huidige populatie jeugdigen in jeugdzorg vanaf 1 januari 2022 overgedragen moeten worden naar een andere gemeente. In het eerste kwartaal van 2021 is gestart met de voorbereidingen daarvan. In het laatste kwartaal van 2021 ontbrak er nog steeds informatie van andere gemeenten in Nederland bestemd voor gemeente Dinkelland. Deze onzekerheid in aantallen kinderen en bijhorende zorgkosten gaf geen volledig beeld ten behoeve van de prognoses. Helaas bleek niet iedere gemeente in Nederland in staat tijdig cliëntgegevens  over te dragen.

 

Voor Dinkelland is in kwartaal vier ingeschat dat er zo'n 33 kinderen onder de migratiegroep vallen; er werd verwacht dat de verantwoordelijkheid (inclusief de financiële) over 29 kinderen naar andere gemeenten zouden gaan verhuizen en van 4 kinderen gemeente Dinkelland de verantwoordelijkheid over zou nemen. De financiële consequenties worden in 2022 bekend.

 

POH ggz jeugd

In de begroting 2021 is een voorstel gedaan voor structurele borging van de POH ggz jeugd, echter er waren geen structurele middelen beschikbaar om in dekking te voorzien. Besloten is daarom de POH ggz jeugd voor twee jaar van incidentele dekking te voorzien en daarbij op zoek te gaan naar structurele ruimte.

 

Doelgroepenvervoer

In 2021 zijn de voorbereidingen, gezamenlijk met andere Twentse gemeenten, gestart voor de aanbesteding van het doelgroepenvervoer in 2023. Hieronder wordt verstaan het vervoer van en naar de dagbesteding en jeugdhulplocaties, leerlingenvervoer en individueel vervoer (regiotaxi).

 

 

Van ambitie naar basis

Met ingang van het begrotingsjaar 2021 is onderstaande inspanning uit de ambitie Inclusieve samenleving overgedragen naar het programma Sociaal domein. Dat betekent dat zowel de financiële als inhoudelijke verantwoording plaatsvindt binnen dit programma.

 

Stimuleringsfonds sociaal domein

In het eerste half jaar van 2021 zijn drie subsidies verstrekt vanuit het stimuleringsfonds sociaal domein:

  • Stichting Epic Youth: Het organiseren van online activiteiten voor en door jongeren in de leeftijd van 10 tot 23 jaar.
  • Theaterschool ZOT: Het organiseren van activiteiten voor kinderen in de vakanties.
  • Stichting Dorpsraad Rossum: De ontwikkeling van een dorpsapp Rossum.
  • Thijs Kemperink: Cabaretavonden in het kader van "Jeugd aan zet".
  • Dorpsraad Weerselo: Weerselo App.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

Wmo

Geconstateerd wordt dat er een toename van aanvragen voor Wmo-maatwerkvoorzieningen als gevolg van corona op ons afkomt. Op dit moment leidt dit tot een toename van het aantal indicaties, met name op de individuele begeleiding. We houden u hiervan op de hoogte.

 

Jeugd

De effecten van de eerste en tweede lockdown worden ook op het gebied van jeugd steeds zichtbaarder. Duidelijk is het belang van in het oog houden van kwetsbare gezinnen, terwijl tegelijkertijd voor iedereen het steunende netwerk gestimuleerd wordt. Hoewel we nog niet precies weten welke emotionele en materiële gevolgen de verscherpte coronamaatregelen hebben op gezinnen, is wel duidelijk dat een veerkrachtig gezin als positieve buffer werkt voor negatieve invloeden van buitenaf. Reflecteren en anticiperen op effecten van de pandemie op jeugdigen vraagt een brede blik op de gevolgen ervan op gezinnen. Dit betekent niet alleen aandacht voor mogelijk toenemend overgewicht onder kinderen of achterstand in schoolprestaties, maar juist ook aandacht voor het welbevinden van kinderen en hun ouders en steunende netwerken voor gezinnen. Een stevige en betrouwbare basis is belangrijk voor het kansrijk opgroeien van kinderen. Daarvoor is een steunende omgeving van groot belang.

 

Kijken we naar de eerste analyses tot en het tweede kwartaal van 2021 dan zien we dat consulenten signaleren dat reeds bekende jeugdigen en diens ouder(s)/verzorger(s) complexere vraagstukken hebben. Er is meer sprake van multi-problematiek. Daarnaast zien we ook dat vanuit het voorliggende veld activiteiten voor deze jeugdigen worden aangeboden ter voorkoming van escalatie. De jeugdconsulent voert daarmee niet meer uitsluitend regie over maatwerkvraagstukken, maar wordt ook regievoerder voor jeugdigen in het voorliggende veld ter voorkoming van (verdere) escalatie naar maatwerk.

 

Huiselijk geweld en kindermishandeling

Door corona is de aanpak tegen geweld alleen nog maar urgenter geworden. De huidige intelligente lockdown en de ‘1,5 meter maatschappij’ versterken de oorzaken van huiselijk geweld, terwijl het vragen om hulp en het aanbieden van hulp lastiger geworden is. In he laatste kwartaal van 2021 zijn forse stijgingen waargenomen in de regio bij Veilig Thuis Twente en de politie; soms zelfs met 10%. Experts schatten in dat er een na-ijleffect zal plaatsvinden. Meldingen nemen mogelijk toe en komen later (2022 en verder) binnen bij Team Ondersteuning en Zorg.

 

Schulddienstverlening

De coronacrisis heeft tot op heden nog geen invloed gehad op het beroep op schulddienstverlening. Het aantal aanvragen is nog niet toegenomen. Op dit moment is ook nog niet in te schatten wanneer de ombuiging naar een mogelijk te verwachten toename van de schulddienstverlening zal plaatsvinden. Daarnaast heeft de energieproblematiek al wel een lichte stijging laten zien in het kader van vroegsignalering. De verwachting is dat wel veel contracten de komende maanden zullen aflopen. Dan verwachten wij wel dat de stijging groter zal gaan worden.

Aangenomen moties en amendementen

Terug naar navigatie - Aangenomen moties en amendementen

Moties

Ouderen in beweging

In de raadsvergadering van 6 juli 2021 is de motie Ouderen in beweging aangenomen. Middels deze motie roept de raad het college op:

  1. In samenspraak met deskundigen en maatschappelijke organisaties te onderzoeken hoe het onderwerp laagdrempelige sport en beweging door oudere meer betekenis kan krijgen in de Dinkellandse samenleving;
  2. Daarbij de in deze motie genoemde vitaliteitsclub als reële mogelijkheid en voorbeeldinitiatief te betrekken;
  3. Daarbij een mogelijk faciliterende rol van de gemeente te betrekken;
  4. De raad de resultaten van die onderzoek uiterlijk 1 maart 2022 voor te leggen, zodat de raad bij aanvang van de raadsperiode 2022-2026 nadere afwegingen kan maken over een mogelijk gemeentelijke rol bij dit onderwerp.

Stand van zaken: De motie is uitgevoerd middels raadsbrief 2022 nummer 19.

 

Eén loket armoede

In de raadsvergadering van 6 juli 2021 is de motie Eén loket armoede aangenomen. Middels deze motie roept de raad het college op:

  1. Het initiatief te nemen om samen met de bij het onderwerp armoede betrokken instanties (gemeente, Stadsbank, Voedselbank, Stichting Leergeld, Stichting Welzijn Tubbergen Dinkelland, etc.) een stroomlijning aan te brengen in de onderlinge communicatie, inhoudend en met als doel dat aanvragers/cliënten kunnen volstaan met één intake om alle voorzieningen en instanties te ontstluiten;
  2. De raad van de resultaten op de hoogte te houden.

Stand van zaken: De motie is in behandeling.

 

Menstruatie armoede

In de raadsvergadering van 6 juli 2021 is de motie Menstruatiearmoede aangenomen. Middels deze motie verzoekt de raad het college:

  • Menstruatiearmoede en het mogelijk beschikbaar maken van menstruatieproducten op te nemen in het armoedebeleid van de gemeente Dinkelland;
  • Te onderzoeken hoe dit het best in de praktijk kan worden vormgegeven;
  • Te bezien welke rol basis-/middelbare scholen en maatschappelijke instellingen of organisaties bij voorlichting en verstrekking kunnen spelen;
  • Voorlichting over deze nieuwe mogelijkheid breed te verspreiden, en vertrouwenspersonen bij werkgevers daarbij nadrukkelijk te betrekken

Stand van zaken: De motie is in behandeling.

 

De moties zijn te raadplegen via de volgende link: Moties 2021

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De effecten van ons lokale beleid worden toegelicht aan de hand van een vaste set (verplichte) beleidsindicatoren.

Indicator

2019

2020

2021

Banen (per 1.000 inwoners van 15-64 jaar) 708,3 715,6 nnb
Jongeren met een delict voor de rechter (percentage 12 t/m 21 jaar) 0,0% 0,0% nnb
Kinderen in uitkeringsgezin (percentage tot 18 jaar) 3,0% 3,0% nnb
Werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar als werkzoekend ingeschreven) 0,0% 1,0% nnb
Netto arbeidsparticipatie (percentage werkzame beroepsbevolking  t.o.v. beroepsbevolking) 71,8% 71,1% nnb
Personen met een bijstandsuitkering (aantal per 10.000 inwoners 18+) 102,5 158,7 nnb
Lopende re-integratievoorzieningen (aantal per 10.000 inwoners van 15-64 jaar) 126,3 132,1 nnb
Jongeren met jeugdhulp (percentage van alle jongeren tot 18 jaar) 7,0 7,5 nnb
Jongeren met jeugdbescherming (percentage van alle jongeren tot 18 jaar) 1,3 1,2 nnb
Jongeren met jeugdreclassering (percentage van alle jongeren van 12 t/m 23 jaar) Niet bekend Niet bekend nnb
Clienten met een maatwerkarrangement WMO (aantal per 10.000 inwoners) 610 630 650

Bron: https://noaberkracht.incijfers.nl/dashboard/sociaal-domein - Deze cijfers worden periodiek geactualiseerd. Voor de meest actuele cijfers raadpleeg de website. Een vergelijking met landelijke cijfers is ook te vinden op deze website.

Overzicht baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten
Raming begrotingsjaar voor wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Verschil realisatie versus begr. na wijz.
(Bedragen x € 1.000)
Baten 3.657 5.317 5.049 -268
Lasten 23.037 24.511 24.414 98
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten -19.379 -19.194 -19.364 -170
Onttrekkingen aan reserves 0 162 149 -13
Toevoegingen aan reserves 0 0 0 0
Gerealiseerde totaal resultaat van baten en lasten -19.379 -19.032 -19.215 -183

Hieronder wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de begrote bedragen na wijziging zijn ontstaan.

Beleid en uitvoering Samenkracht en burgerparticipatie (nadeel €25.000)

De totale besparingsopdracht uitvoeringsplan sociaal domein bedroeg voor het jaar 2021 oorspronkelijk € 557.000.  Een deel van de openstaande besparingsopdracht uitvoeringsplan van € 35.000  is niet behaald in het jaar 2021.  Zoals eerder aangegeven, zijn als gevolg van corona een aantal projecten vertraagd en/of op een alternatieve wijze uitgevoerd. Dit heeft een nadelig effect op het kunnen realiseren van de besparingsopdracht. Financieel gezien hebben we rekening gehouden met faseringsverschillen in het behalen van de beoogde besparing binnen het sociaal domein. Hiervoor hebben we extra weerstandsvermogen gereserveerd. De openstaande besparingsopdracht van €35.000 wordt via resultaatbestemming bij deze jaarstukken 2021 ten laste van dit extra weerstandsvermogen gebracht.

 

Wet inburgering  (voordeel €49.000)

Dit betreffen de voorbereidingskosten voor de invoering van de nieuwe wet inburgering. Hiervoor is een incidenteel bedrag beschikbaar van € 55.000, waarvan in 2021 € 6.000 is besteed. Het restantbudget van € 49.000 wordt overgeheveld naar 2022 i.v.m. de verdere voorbereiding op invoering van de nieuwe wet. 

 

Vluchtelingen/Statushouders (nadeel €35.000)

Het nadeel op de post statushouders ontstaat door een hogere subsidie aan Impuls. De gerealiseerde werkzaamheden door Impuls zijn in 2021 hoger dan begroot in verband met de begeleiding van meer statushouders dan geprognotiseerd. 

 

Bijstandsuitkeringen (nadeel €235.000)

Als gemeente ontvangen we een gebundelde uitkering (BUIG) van het Rijk voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Loonkostensubsidie wordt verstrekt voor inwoners met een garantiebaan en inwoners met een indicatie nieuw beschut werken. 


Zie onderstaande tabel voor een specificatie van de begrote en werkelijke lasten en baten in 2021:

Lasten (bedragen x € 1.000) begroot werkelijk verschil
Uitkeringen Participatiewet, IOAW en IOAZ 2.814 2.868 -54
Levensonderhoud startende en gevestigde ondernemers 30 64 -34
Loonkostensubsidies garantiebanen 348 405 -57
Loonkostensubsidies nieuw beschut 73 80 -7
Incidentele last mutatie debiteuren 0 58 -58
Totaal lasten 3.265 3.475 -210
Baten      
Gebundelde uitkering 3.251 3.215 -36
Aflossing startende en gevestigde ondernemers 15 26 11
Totaal baten 3.266 3.241 -25
       
Saldo gebundelde uitkering 1 -234 -235

Het nadeel van € 235.000 bestaat uit de volgende componenten:

  1. De raming voor de bijstandsuitkeringen Participatiewet, IOAW en IOAZ is gebaseerd op gemiddeld 187 uitkeringen met een uitkeringslast van € 15.050. Het werkelijke gemiddelde uitkeringsaantal is 187 met een uitkeringslast van ca. € 15.300 per uitkering per jaar. Dit veroorzaakt een nadeel     van € 54.000.
  2. De bijstand die is verleend aan startende en gevestigde ondernemers is € 34.000 hoger dan begroot. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat er sprake is van een versoepelde Bbz regeling als gevolg van het stoppen van de TOZO-regelingen.
  3. De loonkostensubsidies garantiebanen zijn hoger dan begroot, dit levert een nadeel op van ca. € 57.000.
  4. Er is sprake van een incidentele last als gevolg van de mutatie in de debiteurenstand per 31-12-2021 en de actualisatie van de voorziening dubieuze debiteuren van € 58.000. Over het jaar 2021 is overgegaan op een aangepaste wijze van de waardering vorderingen. Voorheen werd per groep debiteuren gekeken naar de waardering. Nu is per debiteur naar alle vorderingen gekeken zodat er een betere inschatting gemaakt kan worden van de waardering.
  5. Daarnaast wordt het negatieve verschil veroorzaakt doordat de baten € 25.000 lager zijn dan begroot. De in oktober 2021 vastgestelde definitieve BUIG-uitkering voor de gemeente Dinkelland is € 36.000 lager dan de geraamde bijdrage. Daarnaast is er een voordeel van € 11.000 met betrekking tot de aflossingen op leningen levensonderhoud van gevestigde en startende ondernemers.

 

 Minimabeleid (voordeel €35.000)

Het voordeel op minimabeleid wordt veroorzaakt door lagere lasten met betrekking tot bijzondere bijstand, individuele inkomenstoeslag en minima-uitkeringen (€ 16.000). Daarnaast vallen in 2021 de subsidie voor de kindpakketten en de subsidie Stichting Leergeld Dinkelland lager uit dan begroot (€ 13.000). Jaarlijks wordt met deze partijen afgestemd wat zij aan subsidie nodig hebben voor het lopende jaar. Op basis daarvan dienen zij hun subsidieaanvraag in.

 

Besluit bijstandverlening zelfstandigen (voordeel €64.000)

De Bbz regeling is een open-eind regeling. Ondernemers in (tijdelijke) financiële problemen of ondernemers die noodzakelijke investeringen moeten doen, kunnen in aanmerking komen voor een bedrijfskrediet of een inkomensaanvulling via deze regeling. Het voordeel op de Bbz kent verschillende componenten:

  1. In het jaar 2021 is één regulier bedrijfskrediet verstrekt is ten bedrage van ca. € 30.000, terwijl in de begroting is rekening gehouden met een bedrag van € 50.000 voor het jaar 2021. Dit levert een voordeel op van € 20.000.
  2. De aflossingen op eerder verstrekte bedrijfskredieten is € 36.000 hoger dan begroot.
  3. Het overige voordeel wordt veroorzaakt door nog te ontvangen bedragen van het Rijk.

 

TONK (voordeel €29.000)

In 2021 is een bedrag van € 53.000 beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de TONK-regeling. De bestedingen in 2021 bedragen € 24.000, waardoor er een voordeel van € 29.000 ontstaat. Dit restant komt te vervallen, gezien de regeling waarvoor het geld beschikbaar is gesteld geheel is uitgevoerd.

 

Sociale werkvoorziening (voordeel €143.000)

Het voordeel op de sociale werkvoorziening wordt veroorzaakt door een hoeveelheidsverschil in het aantal arbeidsjaren Wsw. De term arbeidsjaar geeft de subsidie-eenheid aan die gekoppeld is aan een fte Wsw, waarop mede de hoogte van het Wsw-deel in de rijksvergoeding wordt gebaseerd. Het voordeel van wordt veroorzaakt doordat de raming is gebaseerd op 75,15 arbeidsjaren (conform rijksvergoeding), de werkelijke realisatie in 2021 door de Stichting Participatie Dinkelland (SPD) (per 1 oktober 2021: Stichting Participatie Noaberkracht) is 73,21 arbeidsjaren. Dit zorgt voor een voordeel van € 55.000.

 

Daarnaast is er sprake van een vrijval van de voorziening Topcraft i.v.m. de verkoop van een pand in Oldenzaal. Dit levert een voordeel op van € 89.000.

 

Hulpmiddelen (nadeel €27.000)

Met ingang van 2019 zijn we voor een gedeelte van de hulpmiddelen overgegaan naar een huurconstructie met twee leveranciers. Dit geldt voor rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen. Eenvoudige woonvoorzieningen (o.a. drempelhulpen), trapliften en woningaanpassingen worden in eigendom verstrekt. 

In totaal is een bedrag van € 828.000 geraamd voor hulpmiddelen in 2021, bestaande uit:

  • Een bedrag van € 559.000 voor de voorzieningen in de huurconstructie, en
  • Een bedrag van € 270.000 voor voorzieningen in eigendom (o.a. trapliften, woningaanpassingen, woonvoorzieningen, onderhoud en reparatie). 

De overschrijding op hulpmiddelen van € 27.000 kent een tweetal oorzaken, enerzijds hogere lasten anderzijds hogere baten. De baten zijn ca. € 13.000 hoger dan geraamd. Dit komt met name door de terugkoop van trapliften. Er is in het kader van de Wmo, een overeenkomst afgesloten met een trapliftleverancier, die de in het verleden geplaatste trapliften bij cliënten van de gemeente koopt. 

De lasten zijn € 40.000 hoger dan geraamd, waarvan € 17.000 betrekking heeft op de huurconstructie en € 23.000 op de verstrekkingen in eigendom. Een specificatie van de lasten in 2021, uitgesplitst naar huur en eigendom:

Hulpmiddelen (bedragen x €1.000) Huur Eigendom Totaal
Rolstoelvoorzieningen 233 6 239
Vervoersvoorzieningen 276 11 287
Woonvoorzieningen 66 29 95
Trapliften 0 130 130
Woningaanpassingen 0 118 118
Totaal werkelijke lasten 575 294 869
Begroot 559 270 829
Verschil -16 -24 -40

Met betrekking tot de huurconstructie zijn met name de lasten op vervoersvoorzieningen hoger dan begroot. Met betrekking tot de verstrekkingen in eigendom zijn betreft dit vooral hogere lasten met betrekking tot trapliften. De kostenontwikkeling met betrekking tot de trapliften heeft mogelijk te maken met het feit dat mensen langer thuis blijven wonen.

 

Wmo beleid en uitvoering Maatwerkdienstverlening 18+ (voordeel € 69.000)

Het voordeel op deze post betreft o.a. een incidentele bate a € 100.000. Dit betreft de uitbetaling uit de Beschermd Wonen/Maatschappelijk Opvang van centrumgemeente Enschede. De rijksbijdrage die Enschede als centrumgemeente ontvangt wordt ingezet voor het realiseren van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang voor de gehele sub regio. Er zijn afspraken gemaakt over de maximale hoogte van de bestemmingsreserve van de sub regio Enschede. Het overschot vloeit terug naar de individuele gemeenten.

Hier tegenover staat een nadeel van ca. € 25.000 op de uitvoeringskosten van het OZJT. 

 

Huishoudelijke ondersteuning (voordeel €21.000)

De huishoudelijke ondersteuning bestaat uit zes modules: basismodule, extra hygiëne, was verzorging, maaltijdverzorging, regie en zorg voor minderjarige kinderen. In totaal is een bedrag begroot van € 1.983.000. De werkelijke kosten in het jaar 2021 zijn € 1.962.000 (t.o.v. € 1.803.000 in 2020), dit betekent een voordelig verschil van € 21.000. 

In 2021 zijn we met het nieuwe monitoringssysteem overgegaan op het gebruik van stroomgegevens in plaats van gegevens op peildatum. Voor de gegevens omtrent het aantal cliënten verwijzen we u naar de factsheet sociaal domein. 

De werkelijke kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden: 

Huishoudelijke ondersteuning Werkelijke kosten 2021 (bedragen x €1.000)
Basismodule 1.793
Extra hygiëne 59
Was verzorging 58
Maaltijd verzorging 3
Regie 49
Zorg voor minderjarige kinderen 0
Totaal 1.962

We zien een toename op de basismodule HO en een afname op de andere modules. Dit heeft o.a. te maken met het abonnementstarief CAK dat sinds 2019 niet meer inkomensafhankelijk zijn.

 

Eigen bijdrage/abonnementstarief Wmo (nadeel €46.000)

Cliënten zijn voor het gebruik van Wmo voorzieningen een eigen bijdrage verschuldigd (het abonnementstarief Wmo). Deze bijdrage wordt geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). 

De raming van de inkomsten voor 2021 was € 150.000, de werkelijke inkomsten zijn € 104.000. Dit betekent een nadelig verschil van € 46.000. De werkelijke inkomsten in boekjaar 2021 betreffen afgedragen eigen bijdragen over zowel 2020 als 2021. De oorzaak is dat in 2019 door het CAK een nieuw ICT-systeem in is gebruik genomen. Voor onze gemeente kon deze initiële aanlevering pas in het vierde kwartaal van 2020 plaatsvinden. Dit heeft als gevolg dat de eerste cliënten de eerste facturen eind 2020 hebben ontvangen en dat zij in 2021 nog steeds facturen hebben ontvangen en ook nog steeds moesten betalen over 2020. Dit betekent dat de afdracht van het CAK naar de gemeente ook nog steeds plaats vindt. De gemeente heeft daar geen invloed op.

Uitgangspunt bij de verantwoording van de opbrengsten CAK is het kasstelsel. Om deze reden kan geen ‘nog te ontvangen post’ opgenomen worden. Als de opbrengsten nu toch worden genomen, is er een risico dat de opbrengst te hoog is omdat een deel nooit binnenkomt en wordt afgedragen door het CAK (aldus Commissie BBV).

Het moment van de betaling van de cliënt aan het CAK en daarna de doorbetaling aan de gemeente zorgt ervoor dat er afwijkingen ten opzichte van de begroting ontstaan.

 

 Wmo ondersteuning individueel (voordeel €150.000)

Voor individuele ondersteuning is een bedrag begroot van € 1.303.000. De werkelijke kosten in 2021 zijn afgerond € 1.153.000 (t.o.v. € 1.245.000 in 2020) en kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Ondersteuning individueel Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Ondersteuning 1 individueel 536
Ondersteuning 2 individueel 617
Totaal 1.153

Ten opzichte van de begroting betekent dit een voordelig verschil van € 133.000. Uit de analyse blijkt dat het aantal unieke cliënten hoger dan begroot is. De gemiddelde hoogte van de indicatie is daarentegen gedaald.

 

Wmo ondersteuning groep (nadeel €52.000)

Voor groepsondersteuning is een bedrag begroot van € 793.000. De werkelijke kosten in 2021 zijn € 845.000 (t.o.v. € 801.000 in 2020) en kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Ondersteuning groep Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Ondersteuning 1 groep 683
Ondersteuning 2 groep 136
Meerkosten 2021 26
Totaal 845

 

Ten opzichte van de begroting betekent dit een nadelig verschil van € 52.000. In dit nadeel is een bedrag aan betaalde meerkosten opgenomen van € 26.000 aan Wmo aanbieders. De aanbieders hebben een aanvraag ten behoeve van de compensatie van meerkosten als gevolg van corona kunnen indienen. De extra ontvangen rijksmiddelen zijn opgenomen onder de algemene middelen (programma bestuur & middelen) en de werkelijke kosten worden verantwoord in het sociaal domein. Hiermee lijkt een nadeel te ontstaan op Wmo ondersteuning groep. Dit betreft echter geen werkelijk nadeel voor de gemeente Dinkelland.

Uit de analyse blijkt dat de gemiddelde indicatie en de verzilvering hiervan zijn toegenomen ten opzichte van begroot.

 

Jeugdzorg (€340.000 nadeel)

In totaal is een bedrag begroot van € 5.977.000, de werkelijke kosten in 2021 zijn € 6.317.000 (2020 € 6.898.000), dit betekent een nadeel van € 340.000. De werkelijke kosten met betrekking tot de jeugdzorg kunnen als volgt gespecifieerd worden:

 

Jeugdzorg in Dinkelland 2021 Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Zorgconsumptie in 2021 6.006
Meerkosten i.v.m. corona 27
Bijdrage Regio Twente 2021 (Veilig Thuis Twente) 241
Nog te betalen 2021 (o.b.v. productieverantwoording maart 2022) 24
Prognose zorgconsumptie 6.298
   
Afrekening eerdere jaren  

Nog te betalen 2020, bestaande uit:

1. Verrekening voorschot subsidies

2. Declaraties in 2021 met betrekking tot 2020 en eerder (o.b.v. productieverantwoording maart 2021)

113

70

43

Betaald in 2021 over 2020, 2019, 2018 en 2017 85
Saldo afrekening 2020 (voordeel) 28
   
Saldo werkelijke kosten 2021 6.326

 

Het verschil tussen het begrote bedrag en het werkelijke bedrag jeugdzorg bestaat enerzijds uit een afrekening over eerdere jaren en anderzijds uit een verschil met betrekking tot 2021.

Het verschil van € 340.000 wordt veroorzaakt door:

  1. De afrekening met betrekking tot eerdere jaren is in 2021 een voordeel van € 28.000.
  2. Meerkosten zorgaanbieders ten bedrage van € 27.000. Het bedrag voor de gemeente Dinkelland blijft binnen de ontvangen rijksmiddelen hiervoor. Gezien deze extra ontvangen rijksmiddelen zijn opgenomen onder de algemene middelen (programma bestuur & middelen) en de werkelijke kosten worden verantwoord in het sociaal domein, lijkt hiermee een groter nadeel te ontstaan op Jeugd. Dit betreft echter geen werkelijk nadeel voor de gemeente Dinkelland.
  3. Het resterende verschil van € 341.000 heeft betrekking het verschil in de zorgconsumptie in 2021 ten opzichte van de begroting. De begroting is gebaseerd op de cijfers jeugd in het eerste half jaar 2021. Overall wordt geconstateerd dat bedden langer bezet blijven door wachtlijstproblematiek op wonen & verblijf. Het niet op het juiste moment kunnen doorstromen van zwaarder naar lichtere vormen van verblijf, zorgt ervoor dat cliënten langer dan verwacht op een woonlocatie verblijven. Een van de voorbeelden hiervan is dat cliënten langer op een crisisbed verblijven dan de verwachte 28 dagen. Daarnaast is een toename van het aantal cliënten met betrekking tot individuele vak therapeutische inzet. Er wordt geconstateerd dat deze vak therapeutische inzet ook wordt ingezet voor specialistische begeleiding.

 

Een gedetailleerde toelichting op de verschillen tussen gerealiseerde bedragen en begrote bedragen na wijziging is te vinden in de Jaarrekening 2021 onder "Toelichting en analyse op de baten en lasten".