Vaste Activa
Immateriële vaste activa met een economisch nut
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:
- Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
- De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
- Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert.
- De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar vast te stellen.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:
- Er is sprake van een investering door een derde.
- De investering draagt bij aan de publieke taak.
- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.
Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.
Activum
|
Afschrijvingstermijn in jaren
|
Onderzoek/ontwikkeling
|
5
|
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
|
3 - 4
|
Materiële vaste activa met een economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Jaarlijks wordt de boekwaarde met een vast percentage van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2004 gedaan zijn, in voorgaande jaren soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Activum
|
Afschrijvingstermijn in jaren
|
Onderwijshuisvesting (samen scholen)
|
60
|
Riolering (gemeentelijk rioleringsplan)
|
50
|
Gebouwen van steen, betonwerken m.b.t. riolering en aanleg/renovatie sportterrein (gras)
|
40
|
Liften, wegen met elementenverharding, aanleg/renovatie sportterrein (kunstgras), duurzame activa (materiaal hout/hard), duurzame voorzieningen in schoolgebouwen en aangelegd gronddepot
|
25
|
Gebouwen van ander materiaal, woonwagens, renovatie, verbouw, (vervanging) riolering gebouw, kunstwerken en wegen met asfaltverharding
|
20
|
Hekwerken, noodlokalen, elektrotechnische installaties, werktuigbouwkundige installaties, cv installatie, isolatie/ventilatie/energiebesparing/klimaatbeheersing, 1e inrichting scholen, elektronica en mechanica m.b.t. riolering, grasbetonstenen, verkeersmaatregelen/installaties en openbare verlichting
|
15
|
Halteplaatsen openbaar vervoer
|
12
|
Beveiliging (alarminstallaties), brandbeveiligings- en brandpreventievoorzieningen, buitenzonwering, stoffering, dranghekken, speeltoestellen, duurzame gebruiksgoederen en bewegwijzering/straatmeubilair
|
10
|
Vervoermiddelen
|
8
|
Luchtfoto’s, grootschalige basiskaart en digitale kadasterkaart
|
4
|
Investeringen met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Laatst genoemden worden altijd geactiveerd.
|
|
Door contractuele, technische of economische redenen of op grond van een afwijkend besluit van de gemeenteraad kan incidenteel afgeweken worden van de tabe.l
|
|
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut worden geactiveerd en jaarlijks lineair afgeschreven. Jaarlijks wordt de boekwaarde met een vast percentage van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd. De afschrijvingstermijn wordt per afzonderlijk activum bekeken. De ondergrond van investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut wordt als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus afgeschreven).
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV´s en BV´s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering tot marktwaarde plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
Vlottende activa
Grond- en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de grond- en hulpstoffen tegen deze lagere marktwaarde gewaardeerd.
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.
De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een afwaardering naar de lagere marktwaarde verantwoord/wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs worden daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.
De disconteringsvoet die is gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties is voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone.
Voor winstneming geldt de percentage of completion-methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst worden genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
- Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat, én
- De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht, én
- De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Verantwoorde uitzettingen korter dan één jaar en overlopende activa hebben overwegend een kortlopend karakter en zullen binnen één jaar na balansdatum worden afgewikkeld. Als gevolg van de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) zijn gemeenten eigenrisicodrager geworden ten aanzien van de bijstandsverlening. Formeel behoren alle gemeentelijke vorderingen reëel gewaardeerd te worden. Gelet op de slechte situatie in de agrarische sector bestaat er de mogelijkheid dat enkele vorderingen toch niet geheel dan wel gedeeltelijk zullen worden geïncasseerd. In dit geval is het echter reëel om slechts 20% van de hoofdsom op te nemen.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste financieringsmiddelen
Reserves
Naast de algemene reserve zijn er diverse reserves gevormd die voor een specifiek doel bestemd zijn. Het muteren van reserves vindt plaats op aangeven van de raad.
Deze mutaties zijn allemaal incidenteel met uitzondering van de mutaties van de reserve dekking afschrijving investering majeure projecten.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De voorziening pensioenverplichtingen ten behoeve van de wethouders is op contante waarde van de (al opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf 'onderhoud kapitaalgoederen' die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van langer dan één jaar.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, zijn deze buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde jaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.