Programma Sociaal domein

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Iedere inwoner moet in staat zijn om zo lang en zo veel mogelijk zelf redzaam te zijn. We hechten veel waarde aan het welzijn van onze inwoners. Daarnaast moeten inwoners  zoveel mogelijk zelf de regie over hun leven kunnen voeren en mee kunnen doen in de samenleving. Waar dat kan op eigen kracht, of anders met hulp van mensen uit hun sociale netwerk. Inwoners die hiertoe niet (volledig) in staat zijn, bieden we ondersteuning om hun zelfregie en participatie te bevorderen. De ondersteuning is bij voorkeur zo licht en zo dichtbij mogelijk en preventief als het kan. Team Ondersteuning & Zorg is ervoor om inwoners hierbij te helpen.

 

In de gemeente Dinkelland werken we samen met verschillende organisaties om de zorg voor onze inwoners zo optimaal mogelijk in te richten. Dit zijn bijvoorbeeld organisaties de re-integratietrajecten begeleiden en organisaties die vrij toegankelijke voorzieningen aanbieden, maar ook Veilig Thuis voor inwoners die te maken hebben met huiselijk geweld. We zetten in op vroeg signalering en het preventief aanpakken van problemen. Daarnaast kennen we verschillende regelingen voor inwoners met (tijdelijke) financiële problemen, bijvoorbeeld bijstand voor zelfstandige ondernemers en kindpakketten.

(Belangrijkste) vastgestelde beleidsnota's en verordeningen

Terug naar navigatie - (Belangrijkste) vastgestelde beleidsnota's en verordeningen

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Binnen het programma Sociaal domein maken we gebruik van de volgende kengetallen:

  • Percentage volledig gevaccineerde inwoners: 97,1%
  • Geen enkele vaccinatie: 0,8%
  • Huishoudens met bijstandsuitkeringen: 190
  • Werkloosheidspercentage: 2,5%

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Onder het programma Sociaal domein vallen de volgende verbonden partijen:

  • Regio Twente: Informatie is te vinden via de volgende link: Regio Twente
  • Crematoria Twente: Informatie is te vinden via de volgende link: Crematoria Twente.
  • Stadsbank Oost Nederland: Informatie is te vinden via de volgende link:  Stadsbank Oost Nederland.
  • Stichting Participatie Dinkelland (SPD): Informatie is te vinden via de volgende link:  SPD.

Wat hebben we in 2020 gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we in 2020 gedaan?

CAK (Centraal Administratie Kantoor)

Als gevolg van vertraging in de implementatie van het nieuwe systeem voor gegevensuitwisseling tussen gemeenten en het CAK, is voor de maanden januari t/m september 2020 geen eigen bijdrage geïnd voor inwoners uit de gemeente Dinkelland. Cliënten hebben de eerste facturen in het vierde kwartaal pas ontvangen en zullen in 2021 nog steeds facturen ontvangen en moeten betalen over 2020. De gemeente heeft hier geen invloed op.

 

Overgang GGZ-cliënten naar de Wet langdurige zorg (Wlz)

Inwoners die hun leven lang intensieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nodig hebben, kunnen vanaf 2021 toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz). Wel moeten zij voldoen aan de bestaande Wlz-toegangscriteria. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is gestart met het afgeven van indicaties. Dit betekent dat cliënten die nu nog onder de Wmo vallen, met ingang van 2021 onder de Wlz kunnen vallen.

 

Woonplaatsbeginsel Jeugd 2022

Het bepalen van het woonplaatsbeginsel van een jeugdige is in de huidige vorm altijd ingewikkeld en tijdrovend geweest, omdat hierin wordt uitgegaan van het woonadres van de gezagsdrager. Het nieuwe uitgangspunt is dat bij ambulante zorg, de gemeente waarin de jeugdige zelf staat ingeschreven verantwoordelijk is voor de zorg. Bij zorg met verblijf geldt dat de gemeente waarin de jeugdige direct voorafgaand aan het verblijfstraject stond ingeschreven, verantwoordelijk is.


Het nieuwe woonplaatsbeginsel maakt een einde aan de onduidelijkheid die er nu soms voor zorgt dat jongeren lang op zorg moeten wachten of dat gemeenten achteraf financieel worden ‘verrast’. Het zal voor gemeenten duidelijk worden welke gemeente straks volgens het nieuwe woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is voor de jeugdige.

 

Armoedebeleid

Er heeft door Bureau KWIZ in 2019 over de periode van 2015-2018 een evaluatie van het armoedebeleid plaatsgevonden. De basis hiervoor was het rapport dat in 2015 is uitgebracht door Bureau KWIZ. Dit rapport heeft als 0-meting gediend voor de evaluatie. Het doel van het onderzoek over de hierboven genoemde periode was het in beeld krijgen wat het effect is van het gewijzigd armoedebeleid. Op basis van dit onderzoek zijn aanbevelingen en conclusies geformuleerd. Door het college is een besluit genomen om op basis van dit onderzoek een project te starten om te komen tot actualisering van het armoedebeleid. De focus ligt daarin niet alleen op de regelingen maar ook op het voorkomen van armoede.

 

Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

De invoering van de verbeterde meldcode heeft geleid tot 30% meer meldingen van vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit betekent niet automatisch dat er ook meer geweld voorkomt, maar zou ook kunnen betekenen dat er sneller en beter gemeld wordt door familie, netwerk en professionals. Veilig Thuis Twente (VTT) was niet ingericht op deze forse toename en er ontstond een wachtlijst. Om dit op te lossen is er ingezet op de personeelsformatie en een onderzoek gestart. Dit heeft geresulteerd in het aanpassen van interne werkprocessen bij VTT en een verbetering in de samenwerking met andere samenwerkingspartners op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierbij valt te denken aan partners zoals de consulenten van de gemeente, politie en het Zorg- en Veiligheidshuis. In nauwe samenwerking tussen VTT en gemeente zijn er afspraken gemaakt over taak- en rolverdeling. Dit is vastgelegd in de zogenoemde producten en diensten catalogus. Hierdoor weet iedereen die een rol heeft in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling beter wat zij wanneer moeten doen. Verder is de extra personeelsformatie structureel geworden.

 

Sinds december 2020 is er geen sprake meer van een wachtlijst en kan VTT weer binnen de wettelijke termijn (en vaak sneller) nieuwe meldingen en verzoeken om advies oppakken. Dit heeft voor onze gemeente geleidt tot een efficiënte samenwerking tussen de consulenten van de gemeente en VTT. Hierdoor kunnen onze inwoners die te maken krijgen met deze vormen van geweld, sneller en beter worden geholpen.

 

Van ambitie naar basis

Stimuleringsfonds

Begin 2020 bedraagt de stand van het stimuleringsfonds sociaal domein € 223.000. In 2020 is € 40.000 besteed, hiermee zijn de volgende initiatieven ondersteund:

  • Beweegtuin Denekamp: Bijdrage voor het realiseren van een beweegtuin voor jong en oud in Denekamp.
  • “Samen fit en Vitaal”: Bijdrage voor het realiseren van een ruimte waar mensen zelfstandig of onder begeleiding kunnen werken aan hun lichaam om fit en vitaal te blijven in Tilligte.
  • Het gebouwtje: Opknappen gebouwtje naast Stiftskerk om ervoor te zorgen dat dit voor diverse activiteiten kan worden gebruikt (vertrekpunt voor diverse (sportieve) activiteiten, met educatieve mogelijkheden). Er is ook een boekenkast namens de Stichting Dorpsbieb Weerselo te vinden en een ruimte voor kleine exposities.
  • Jeugdvrijwilligerswerk: een plan om jeugd tegen een kleine vergoeding in te zetten bij verenigingen om enerzijds betrokkenheid te houden en anderzijds de jeugd te trainen op diverse vlakken, o.a. klantgerichtheid, sociale vaardigheden en BHV.
  • Sociale activiteiten Rossum, Lemselo en Volthe: Bijdrage in kosten voor het opstarten van een kookclub, handwerkclub, koersbal en samenwerking met de school ten behoeve van ontmoeting.
  • Stichting kunstfestival Ratjetjoe Denekamp, voor het organiseren van een kunstfestival, met specifieke aandacht voor het stimuleren van ontmoeting van mensen met een beperking en/of statushouders met de samenleving

 

Integrale aanpak GGZ tussen wet- en regelgeving

Op te leveren: Een geïmplementeerd plan van aanpak GGZ waarvan onder andere de aanpak personen met verward gedrag een onderdeel is.

 

De Wet Verplichte GGZ is een bevoegdheid van de Burgemeester. Voor 2020 viel deze bevoegdheid onder de wet BOPZ. Daarmee konden mensen gedwongen worden opgenomen in geval van ernstig en acute verwardheid. Deze wet BOPZ is veranderd en ten dele ondergebracht in de wet Verplichte GGZ voor acute, psychiatrische en verslavingsproblematiek. Men krijg dan een crisismaatregel opgelegd. Voor verwardheid door o.a. dementie is er de wet Zorg en Dwang., die verloopt echter niet via de bevoegdheid van de burgemeester.


De invoering van de Wet Verplichte GGZ is regionaal gecoördineerd en lokaal succesvol ingevoerd. Onderdeel van de nieuwe wet is het uitvoeren van hoorplicht. De hoorplicht houdt in dat een betrokken cliënt voor wie een mogelijke crisismaatregel (gedwongen opname GGZ) wordt opgelegd, het recht heeft gehoord te worden door de burgemeester over de bejegening en afhandeling. Er bestond de mogelijkheid voor de burgemeester om deze rol elders te beleggen (dus niet door de burgemeester zelf). Inmiddels hebben alle Twentse burgemeesters daarvoor gekozen. Het ‘horen’ wordt uitgevoerd door het regionale meldpunt verward gedrag dat door de 14 gemeenten gezamenlijk is ingesteld en bij de GGD Twente is ondergebracht.

 

Voor Dinkelland is tot op heden 1 keer gebruik gemaakt van het ‘horen’.

 

Denkrichtingen / ombuigingen

Uitvoeringsplan sociaal domein

De oplopende opbrengsten van het uitvoeringsplan sociaal domein zijn verwerkt in het herziene meerjarige saldo. Deze opbrengsten lopen op van een bedrag van €126.000 in 2019 naar een structureel bedrag van €582.000 in 2022. Wij zijn van mening dat het behalen van deze opbrengsten een stevige opgave is vandaar dat we bij het benoemen van aanvullende denkrichtingen het sociaal domein in eerste instantie buiten beschouwing hebben gelaten. 

 

Nieuw beleid

Er is geen nieuw beleid uit de begroting 2020 met betrekking tot dit programma.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

Zoals in de inleiding is aangegeven heeft het jaar 2020 voor een groot deel in het teken gestaan van Corona. In deze inleiding is ook het integrale financiële overzicht betreffende Corona opgenomen. Hier is voor gekozen omdat de financiële gevolgen van de Corona pandemie op meerder plekken in deze jaarverantwoording naar voren komen waardoor het totale beeld ontbreekt.

 

Taakstelling inburgering statushouders

Ondanks het oponthoud door corona waardoor de huisvesting van statushouders leek te stagneren, is er in het laatste kwartaal van 2020 toch gelukt de mensen uit de missie Libanon te  huisvesten. Dinkelland heeft daarmee voldaan aan de taakstelling en dit is ook door de provinciaal toezichthouder bevestigd

 

Participatiewet
De bijstandsaanvragen nemen toe en zullen ook verder gaan toenemen als gevolg van een noodpakket waarin personeel eenvoudiger ontslagen mag/kan worden en door het wegvallen van functies in bepaalde sectoren zoals horeca, evenementen, theaters etc.. Het zal ook meer problematisch worden om deze mensen aan de slag te krijgen. Doordat er meer inwoners op bijstandsniveau komen te zitten, is de verwachting dat ook door meer inwoners mogelijk een beroep zal worden gedaan op schuldhulpverlening en het minimabeleid.

 

Tozo-regelingen

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. Ondersteuning kan worden aangevraagd in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal. De inkomensondersteuning voor levensonderhoud hoeft later niet terugbetaald te worden, tenzij ondernemers weer inkomsten hebben boven het sociaal minimum. De gemeente Dinkelland heeft een specifieke uitkering ontvangen van het Rijk voor de uitvoering van de Tozo-regelingen. De uitvoering is belegd bij het Regionaal Orgaan Zelfstandigen (ROZ).

 

Eenzaamheid

Inwoners, zowel ouderen als cliënten, hebben minder sociale contacten dan normaal en hierdoor dreigt eenzaamheid. Allerlei activiteiten voor senioren zijn geannuleerd als gevolg van de maatregelen. Cliënten hebben voor een periode geen (of veel minder) gebruik kunnen of willen maken van hun ondersteuning. Denk hierbij aan dagbesteding, individuele ondersteuning, inzet van de huishoudelijke ondersteuning, alleen gebruik kunnen maken van collectief vervoer voor noodzakelijke ritten. Dit kan zowel een een korte- als langetermijneffect hebben op het onderhouden van de sociale contacten. Als er sprake is van minder sociale contacten, kan dit leiden tot een sociaal isolement waarin eenzaamheid naar de voorgrond treedt. 

 

Mantelzorgers

Een van de maatregelen van het kabinet in de bestrijding van het coronavirus is het beperken van bezoek aan ouderen en kwetsbare mensen. Een begrijpelijk advies, maar juist nú zijn mantelzorgers voor ouderen en kwetsbaren extra belangrijk. Het beperken van bezoek is voor mantelzorgers dan ook niet realistisch. Op hun schouders rust in deze tijd een zwaardere taak. Er bestaat een mogelijkheid dat mantelzorgers het niet langer volhouden en uitvallen. Dit kan betekenen dat extra ondersteuning vanuit Wij in de Buurt ingezet moet worden of dat de ondersteuning die normaal gesproken door mantelzorgers wordt geboden, nu door een professional moet worden uitgevoerd. Dit heeft als mogelijk gevolg, extra meldingen voor een indicatie op grond van de Wmo.

 

Zorgcontinuïteit

Aanbieders van Jeugdhulp en Wmo kunnen (een deel van) de reguliere ondersteuning niet leveren, waardoor de zorgcontinuïteit in gevaar kan komen. Voor de meest kwetsbare inwoners kan dit op korte termijn problemen opleveren, de structuur is weg, behandeling wordt niet doorgezet of de begeleiding wordt niet geboden. Dit kan tot gevolg hebben dan mantelzorgers of andere naasten overbelast raken. Op de lange termijn kan dit betekenen dat er meer inzet van zorgaanbieders vereist is, om de opgelopen ‘schade’ te herstellen of te stabiliseren. Ook zijn er mogelijk consequenties op de lange termijn. Tot 1 juli konden aanbieders een beroep doen op een zogenoemde continuïteitsbijdrage, waardoor zij niet in liquiditeitsproblemen raakten. 

 

Huishoudelijke ondersteuning

De aanbieders van huishoudelijke ondersteuning kunnen een belangrijk deel van de zorg nog steeds leveren. Echter zijn er cliënten die zelf afspraken afzeggen omdat zij bijvoorbeeld tot de kwetsbare doelgroep behoren. Circa 10 tot 15% van de cliënten heeft op enig moment geen huishoudelijke ondersteuning gehad van een HO-aanbieder. Tot 1 juli konden aanbieders een beroep doen op een zogenoemde continuïteitsbijdrage, waardoor zij niet in liquiditeitsproblemen raakten. 

 

Vervoer

De vervoersstromen hebben geruime tijd zo goed als stilgelegen. Er heeft een enkele taxirit plaatsgevonden. Als gevolg van het zoveel mogelijk naleven van de 1,5 meter afstand tijdens de vervoersbeweging (regiotaxi, dagbestedingsvervoer en leerlingenvervoer boven de 12 jaar) kunnen per bus/taxi minder inwoners tegelijkertijd vervoerd worden (40%). Tot 1 juli kon de vervoerder een beroep doen op een zogenoemde continuïteitsbijdrage, waardoor zij niet in liquiditeitsproblemen raakten. 

 

Beschermd Wonen

De wetgeving om het Beschermd Wonen te decentraliseren naar de individuele gemeenten is met een jaar uitgesteld en zal pas in 2023 ingevoerd worden. Afspraak met de centrumgemeente Enschede is dat de lopende afspraken ter voorbereiding op de decentralisatie  van kracht blijven. 

 

Gevolgen gespannen thuissituaties en onveilige situaties

Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn de meest omvangrijke geweldproblemen in Nederland. Deze complexe problematiek speelt zich in alle lagen van de bevolking af, veelal in onzichtbaarheid door schaamte en loyaliteit. In de aantallen hebben we te maken met een ‘dark number’, oftewel; we kennen de cijfers in onze gemeenten, maar het daadwerkelijke aantal mensen die te maken krijgt met deze vormen van geweld ligt vermoedelijk hoger.

 

Kinderen konden/kunnen langere tijd niet naar school en ouders moeten zoveel mogelijk vanuit huis werken. De combinatie thuisonderwijs, thuis werken en eventuele al aanwezige spanningen kunnen uit de hand lopen. Dit hoeft zich niet direct te uiten, maar kan ook een na-ijleffect hebben. Dit kan leiden tot een toenemende mate aan meldingen bij Veilig Thuis Twente en uiteindelijk bij de consulenten van de gemeenten. Mogelijk leidt dit ook tot extra inzet van Wmo en/of jeugdhulp met daarmee gepaarde kosten.

 

De onzekere tijd door corona is een voedingsbodem voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Men zit elkaar de hele dag op de lip, kinderen kunnen hun energie niet kwijt, er ontstaan mogelijk financiële problemen door verlies van inkomsten, mantelzorgers raken overbelast en meer alcoholgebruik; het leidt allemaal tot een grotere kans op geweld, met name tegen vrouwen en kinderen. Mensen kunnen zich hieraan niet onttrekken omdat veilige plekken en uitlaatkleppen zoals werk, school, dagbesteding en sportclub gemist worden. Op dit moment is er (nog) geen toename zichtbaar in het aantal meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Experts schatten in dat dit nog kan gaan komen. Meldingen nemen mogelijk toe en komen later binnen bij Team Ondersteuning en Zorg, politie en Veilig Thuis Twente. Met landelijke en regionale campagnes roepen we de samenleving op en wijzen we op eigen verantwoordelijkheid om anderen te helpen waar huiselijk geweld wordt vermoed.

 

Regionale samenwerking

In deze periode is de meerwaarde van regionale samenwerking duidelijk geworden. Vanuit de Veiligheidsregio is goede sturing gegeven aan de uitvoering met betrekking tot de virusuitbraak. Er zijn wellicht gemeenten die met dezelfde materie worstelen. Daar waar lokaal wellicht de focus verandert op de ambities, is het raadzaam om ook meer inzet te leveren naar regionale projecten/initiatieven die de veertien regiogemeenten, Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT)/Samen14 en de "coalition of the willing" gezamenlijk aan consequenties willen aanpakken. Daarnaast vraagt een snel opschaling in de regio om veelvuldig oefenen en voorbereiden op een volgende virusuitbraak in de (nabije) toekomst in samenwerking met de Veiligheidsregio Twente.

 

Publieke Gezondheid

Corona heeft een zware wissel getrokken op de GGD Twente. Veel medewerkers zijn uit het reguliere proces gehaald ten behoeve van de coronacrisis. Ze zijn ingezet voor alle vragen, testen en verdere consequenties. Het rijksvaccinatieprogramma (inentingen van kinderen) heeft weliswaar doorgang gevonden maar de inzet van de jeugdgezondheidszorg is beperkt gebleven. De consequenties moeten in beeld gebracht worden. Dit geldt ook voor de financiële consequenties (voor de veertien gemeenten).

Aangenomen moties en amendementen

Terug naar navigatie - Aangenomen moties en amendementen

Moties

Borstonderzoek vrouwen

In de raadsvergadering van 15 december 2020 is de motie Borstonderzoek vrouwen aangenomen. Middels deze motie roept de raad het college op:

  • Er bij de staatssecretaris, door toezending van deze motie, op aan te dringen dat hij zijn maatregel intrekt en er alles aan doet om te realiseren dat de tweejarentermijn zo consequent mogelijk wordt toegepast.
  • Deze motie bij de gemeenteraden in Nederland en de leden van de Tweede Kamer bekend te maken.

Stand van zaken: De motie is in behandeling.

De motie is te raadplegen via de volgende link: Moties 2020

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De effecten van ons lokale beleid worden toegelicht aan de hand van een vaste set (verplichte) beleidsindicatoren.

Indicator

2018

2019

2020

Banen (per 1.000 inwoners van 15-64 jaar) 695,7 710,7 nnb
Jongeren met een delict voor de rechter (percentage 12 t/m 21 jaar) 0,0 0,0 nnb
Kinderen in uitkeringsgezin (percentage tot 18 jaar) 3,0 3,0 nnb
Werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar als werkzoekend ingeschreven) 1,0 0,0 nnb
Netto arbeidsparticipatie (percentage werkzame beroepsbevolking  t.o.v. beroepsbevolking) 70,8 71,8 nnb
Personen met een bijstandsuitkering (aantal per 10.000 inwoners 18+) 143,4 127,9 nnb
Lopende re-integratievoorzieningen (aantal per 10.000 inwoners van 15-64 jaar) 145,1 126,3 nnb
Jongeren met jeugdhulp (percentage van alle jongeren tot 18 jaar) 6,0 7,0 6,8
Jongeren met jeugdbescherming (percentage van alle jongeren tot 18 jaar) 1,0 1,3 1,2
Jongeren met jeugdreclassering (percentage van alle jongeren van 12 t/m 23 jaar) Niet bekend Niet bekend Niet bekend
Clienten met een maatwerkarrangement WMO (aantal per 10.000 inwoners) 600 610 600

Bron: https://noaberkracht.incijfers.nl/dashboard/sociaal-domein - Deze cijfers worden periodiek geactualiseerd. Voor de meest actuele cijfers raadpleeg de website. Een vergelijking met landelijke cijfers is ook te vinden op deze website.

Overzicht baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten
Raming begrotingsjaar voor wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Verschil realisatie versus begr. na wijz.
(Bedragen x € 1.000)
Baten 3.945 8.630 7.905 -725
Lasten 22.377 27.257 26.904 352
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten -18.432 -18.627 -18.999 -372
Onttrekkingen aan reserves 0 9 9 0
Toevoegingen aan reserves 0 0 0 0
Gerealiseerde totaal resultaat van baten en lasten -18.432 -18.618 -18.990 -372

Hieronder wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de begrote bedragen na wijziging zijn ontstaan.

 

Beleid en uitvoering Samenkracht en burgerparticipatie (nadeel €114.000)

Dit betreft het uitvoeringsplan sociaal domein waarin meerdere interventies moeten leiden tot een besparing op het gebied van het sociaal domein. Voor het jaar 2020 was de opdracht om een besparing te realiseren van € 282.000 euro boven op de € 126.0000 in 2019 . Middels met name de interventie POH GGZ is een besparing gerealiseerd van € 175.000. Ten opzichte van het tweede programmajournaal is geen extra besparing gerealiseerd. Zoals reeds aangegeven in het tweede programmajournaal, zijn als gevolg van corona een aantal projecten vertraagd en/of op een alternatieve wijze uitgevoerd. Dit heeft een nadelig effect op het kunnen realiseren van de besparingsopdracht. Bij de POH GGZ zien we vanuit de pilot dat meer cliënten niet worden doorverwezen naar maatwerkvoorzieningen. Ook in analyse van de jaarcijfers zien we een lichte daling van het aantal nieuwe indicaties afgegeven door de huisarts en tevens daalt de waarde van het aantal nieuwe indicaties. De daling is alleen op dit moment minimaal waardoor het niet voldoende valide is en we op dit moment geen extra besparing in boeken. Financieel gezien hebben we rekening gehouden met faseringsverschillen in het behalen van de beoogde besparing binnen het sociaal domein. Hiervoor hebben we extra weerstandsvermogen gereserveerd. De openstaande besparingsopdracht van €111.000 wordt via resultaatbestemming bij deze jaarstukken 2020 ten laste van dit extra weerstandsvermogen gebracht.

 

Heroriëntatie vrij toegankelijke voorzieningen (voordeel €54.000)

Voor de vrij toegankelijke voorzieningen is een bedrag geraamd van € 930.000. De werkelijke uitgaven in 2020 zijn € 876.000. Het voordeel van €54.000 wordt veroorzaakt door enerzijds de uitstel van de start van 1-toegang Sociaal Domein (Schakel) en minder subsidieaanvragen preventie-activiteiten door het onderwijs.

 

Bijstandsuitkeringen (voordeel €218.000)

Als gemeente ontvangen we een gebundelde uitkering (BUIG) van het Rijk voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Loonkostensubsidie wordt verstrekt voor inwoners met een garantiebaan en inwoners met een indicatie nieuw beschut werken.


Zie onderstaande tabel voor een specificatie van de begrote en werkelijke uitgaven en inkomsten in 2020:

Lasten (bedragen x € 1.000) Begroot Werkelijk Verschil
Uitkeringen Participatiewet, IOAW en IOAZ 2.863 2.767 96
Levensonderhoud startende en gevestigde ondernemers 90 43 47
Loonkostensubsidies garantiebanen 303 346 -43
Loonkostensubsidies nieuw beschut 58 59 -1
Incidentele last mutatie debiteuren 0 26 -26
Totaal lasten 3.314 3.241 73
Baten      
Gebundelde uitkering 3.188 3.332 144
Aflossing startende en gevestigde ondernemers 10 11 1
Totaal baten 3.198 3.343 145
Saldo gebundelde uitkering 116 -102 218

 

Het voordeel van €218.000 bestaat uit de volgende componenten:

  1. De raming voor de bijstandsuitkeringen Participatiewet, IOAW en IOAZ is gebaseerd op gemiddeld 190 uitkeringen met een uitkeringslast van €15.100. Het werkelijke gemiddelde uitkeringsaantal is 184 met een uitkeringslast van ca. €15.030 per uitkering per jaar. Dit veroorzaakt een voordeel van €96.000, bestaande uit een prijsverschil van €13.000 en een hoeveelheidsverschil van €83.000. De geprognotiseerde instroom als gevolg van het coronavirus heeft zich in 2020 niet voorgedaan.
  2. De bijstand die is verleend aan startende en gevestigde ondernemers is €47.000 lager dan begroot. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat er minder trajecten zijn op gebied van zowel de starters als de gevestigden.
  3. De loonkostensubsidies garantiebanen zijn geraamd op €303.000, de werkelijke verstrekkingen zijn €346.000. Dit betekent een nadeel van €43.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt doordat er in 2020 meer inwoners zijn geweest waarvoor aan de werkgever loonkostensubsidie is verstrekt (47 in 2020 ten opzichte van 41 in 2019). Daarnaast is de gemiddelde verstrekking op jaarbasis per inwoner hoger dan in 2020, dit bedrag is afhankelijk van de loonwaarde van de inwoner en de duur van het arbeidscontract.
  4. Er is sprake van een incidentele last als gevolg van de mutatie in de debiteurenstand per 31-12-2020 en de actualisatie van de voorziening dubieuze debiteuren van €26.000.
  5. Daarnaast wordt het positieve verschil veroorzaakt doordat de baten €144.000 hoger zijn dan begroot. De in oktober 2020 vastgestelde definitieve BUIG-uitkering voor de gemeente Dinkelland is € 144.000 hoger dan de geraamde bijdrage.

 

Besluit bijstandverlening zelfstandigen (voordeel €35.000)

De Bbz regeling is een open-eind regeling. Ondernemers in (tijdelijke) financiële problemen of ondernemers die noodzakelijke investeringen moeten doen, kunnen in aanmerking komen voor een bedrijfskrediet of een inkomensaanvulling via deze regeling. Het voordeel op de Bbz wordt met name veroorzaakt door dat er in 2020 één regulier bedrijfskrediet verstrekt is ten bedrage van ca. €16.000, terwijl in de begroting is rekening gehouden met een bedrag van €50.000 voor het jaar 2020. De reden is hoogstwaarschijnlijk dat ondernemers aanspraak hebben gemaakt op kredietverstrekking via de Tozo-regelingen en niet via de reguliere bedrijfskredieten Bbz.

 

Wmo beleid en uitvoering Maatwerkdienstverlening 18+ (voordeel €29.000)

Het voordeel op deze post betreft een incidentele bate a € 36.000. Dit betreft de uitbetaling uit de Beschermd Wonen/Maatschappelijk Opvang van centrumgemeente Enschede. De rijksbijdrage die Enschede als centrumgemeente ontvangt wordt ingezet voor het realiseren van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang voor de gehele sub regio. Er zijn afspraken gemaakt over de maximale hoogte van de bestemmingsreserve van de sub regio Enschede. Het overschot vloeit terug naar de individuele gemeenten.

 

Sociale werkvoorziening (nadeel €160.000)

Het nadeel op de sociale werkvoorziening heeft twee oorzaken:

  1. Een voordeel van €6.000 wordt veroorzaakt door een hoeveelheidsverschil in het aantal arbeidsjaren. De term arbeidsjaar geeft de subsidie-eenheid aan die gekoppeld is aan een fte Wsw, waarop mede de hoogte van het Wsw-deel in de rijksvergoeding wordt gebaseerd. Het voordeel van wordt veroorzaakt doordat de raming is gebaseerd op 80,82 arbeidsjaren, de werkelijke realisatie in 2020 door de Stichting Participatie Dinkelland (SPD) is 80,61 arbeidsjaren.
  2. De gemeente Dinkelland heeft van het Rijk middelen ontvangen bestemd voor de compensatie van SW-bedrijven ten tijde van de coronacrisis (€169.000). Op basis van het omzetverlies, de meerkosten en minder kosten bij de SPD heeft de gemeente Dinkelland een bedrag van €159.000 uitgekeerd aan de SPD. Gezien deze extra ontvangen rijksmiddelen zijn opgenomen onder de algemene middelen (programma bestuur & middelen) en de werkelijke kosten worden verantwoord in het sociaal domein, lijkt hiermee een nadeel te ontstaan op de Sociale werkvoorziening. Dit betreft echter geen werkelijk nadeel voor de gemeente Dinkelland.

 

Hulpmiddelen (€49.000 nadeel)

Met ingang van 2019 zijn we voor een gedeelte van de hulpmiddelen overgegaan naar een huurconstructie met twee leveranciers. Dit geldt voor rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen. Eenvoudige woonvoorzieningen (o.a. drempelhulpen), trapliften en woningaanpassingen worden in eigendom verstrekt.

 

In totaal is een bedrag van €799.000 geraamd voor hulpmiddelen in 2020, bestaande uit:

  • Een bedrag van €562.000 voor de voorzieningen in de huurconstructie
  • Een bedrag van €237.000 voor voorzieningen in eigendom (o.a. trapliften, woningaanpassingen, woonvoorzieningen, onderhoud en reparatie).

 

De overschrijding op hulpmiddelen van € 49.000 kent een tweetal oorzaken:

1. De lasten zijn €52.000 hoger dan geraamd, waarvan €17.000 betrekking heeft op de huurconstructie en €35.000 op de verstrekkingen in eigendom.

Een specificatie van de uitgaven in 2020, uitgesplitst naar huur en eigendom:

Hulpmiddelen (bedragen x €1.000) Huur Eigendom Totaal
Rolstoelvoorzieningen 271 9 280
Vervoersvoorzieningen 249 51 300
Woonvoorzieningen 58 63 121
Trapliften 0 110 110
Woningaanpassingen 0 39 39
Totaal werkelijke uitgaven 579 272 851
Begroot 562 237 799
Verschil -17 -35 -52

 

Met betrekking tot de huurconstructie zijn met name de uitgaven op woonvoorzieningen hoger dan begroot. Met betrekking tot de verstrekkingen in eigendom zijn er diverse oorzaken, namelijk lagere uitgaven op woningaanpassingen en hogere uitgaven op woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en trapliften. De toename op de voorzieningen heeft mogelijk te maken met het feit dat mensen langer thuis blijven wonen. Hier tegenover staat een incidenteel voordeel op woningaanpassingen in 2020. Een woningaanpassing kan een grote impact hebben op begrote bedrag, in 2020 is hierdoor een voordeel ontstaan.

 

2. De baten zijn ca. €3.000 hoger dan geraamd. Dit komt met name door de terugkoop van trapliften. Er is in het kader van de Wmo, een overeenkomst afgesloten met een trapliftleverancier, die de in het verleden geplaatste trapliften bij cliënten van de gemeente koopt. 

 

Huishoudelijke ondersteuning (voordeel €116.000)

De huishoudelijke ondersteuning bestaat uit zes modules: basismodule, extra hygiëne, was verzorging, maaltijdverzorging, regie en zorg voor minderjarige kinderen. In totaal is een bedrag begroot van €1.919.000. De werkelijke kosten in het jaar 2020 zijn €1.803.000 (t.o.v. €1.672.000 in 2019), dit betekent een voordelig verschil van €116.000.

 

Voor 2020 zijn we uitgegaan van een gemiddeld aantal unieke cliënten van 624. Het verloop van het aantal unieke cliënten is in 2020 als volgt geweest:

Peildatum 1/1/2020 31/3/2020 30/6/2020 30/9/2020 31/12/2020
Aantal unieke cliënten 608 630 627 636 652

 

Het gemiddeld aantal indicaties is gedurende 2020 631 geweest (2019: 592).

 

De werkelijke kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Huishoudelijke ondersteuning Werkelijke kosten 2020 (bedragen x €1.000)
Basismodule 1.617
Extra hygiëne 65
Was verzorging 52
Maaltijd verzorging 5
Regie 55
Zorg voor minderjarige kinderen 1
Continuïteitsbijdrage i.v.m. corona 8
Totaal 1.803

 

Het voordeel op huishoudelijke ondersteuning heeft verschillende oorzaken:

  • Het aantal cliënten is 7 meer dan begroot, dit zorgt voor een nadeel van ca. €20.000. De toename van  het aantal cliënten in 2020 is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de invoering van het abonnementstarief.
  • De gemiddelde hoogte van de indicatie is op de basismodule en op de module regie lager dan begroot, dit zorgt voor een voordeel van ca. €59.000.
  • De subsidie met betrekking tot de algemene was- en strijkvoorziening is €12.000 lager dan begroot.
  • De gemiddelde verzilvering is iets lager dan begroot, dit zorgt voor een voordeel van ca. €65.000, dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de corona periode.

 

Eigen bijdrage/abonnementstarief Wmo (nadeel €100.000)

Cliënten zijn voor het gebruik van Wmo voorzieningen een eigen bijdrage verschuldigd (het abonnementstarief Wmo). Deze bijdrage wordt geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

De raming van de inkomsten voor 2020 was € 130.000, de werkelijke inkomsten zijn € 30.000. Dit betekent een nadelig verschil van € 100.000. De oorzaak is dat in 2019 door het CAK een nieuw ICT-systeem in is gebruik genomen. Gemeenten moeten worden aangesloten op dit nieuwe systeem. Het CAK wil kunnen garanderen dat de gemeente geen problemen ervaart als de initiële aanlevering niet goed verloopt, daarom kent het CAK een implementatie pad dat uitgaat van het geleidelijk aansluiten van gemeenten. Voor onze gemeente kon deze initiële aanlevering pas in het vierde kwartaal van 2020 plaatsvinden. Dit heeft als gevolg dat cliënten de eerste facturen eind 2020 hebben ontvangen en dat zij in 2021 nog steeds facturen ontvangen en moeten betalen over 2020. De gemeente heeft daar geen invloed op.

Uitgangspunt bij de verantwoording van de opbrengsten CAK is het kasstelsel. Om deze reden kan geen ‘nog te ontvangen post’ opgenomen worden. Als de opbrengsten nu toch worden genomen, is er een risico dat de opbrengst te hoog is omdat een deel nooit binnenkomt en wordt afgedragen door het CAK (aldus Commissie BBV).

 

Wmo ondersteuning individueel(voordeel €43.000)

Voor individuele ondersteuning (voorheen: Ondersteuning Zelfstandig Leven) is een bedrag begroot van €1.288.000, gebaseerd op gemiddeld 153 indicaties met een gemiddelde indicatie van 3,8 uur per week.

 

Het verloop van het aantal indicaties is in 2020 als volgt geweest, met een gemiddelde van 158 indicaties:

Peildatum 1/1/2020 31/3/2020 30/6/2020 30/9/2020 31/12/2020
Aantal indicaties 163 153 159 155 159

 

De werkelijke kosten in 2020 zijn afgerond €1.245.000 (t.o.v. €1.170.000 in 2019) en kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Ondersteuning individueel Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Ondersteuning 1 individueel 542
Ondersteuning 2 individueel 703
Totaal 1.245

 

Ten opzichte van de begroting betekent dit een voordelig verschil van €43.000. Dit voordelige verschil bestaat uit een voordeel op ondersteuning 1 individueel van €129.000 en een nadeel op ondersteuning 2 individueel van €86.000.

 

Uit de analyse blijkt dat onderliggende oorzaken het verschil verklaren:

  • Het gemiddelde aantal indicaties is 5 hoger dan begroot, met name op ondersteuning 1. Dit levert een nadeel op van ca. €30.000.
  • De gemiddelde hoogte van de indicatie is voor ondersteuning 1 lager dan begroot (3,4 uur per week in plaats van 3,8 uur per week). De gemiddelde hoogte van de indicatie voor ondersteuning 2 is hoger dan begroot (3,9 uur per week in plaats van 3,8 uur per week). Dit zorgt per saldo voor een voordeel van ca. €68.000.
  • De verzilvering is iets lager dan verwacht. Hierdoor ontstaat een voordelig verschil van € 5.000. Deze lagere verzilvering kan meerdere oorzaken hebben, namelijk de corona periode, ziekte, ziekenhuisbezoek en overgang naar de Wlz gedurende het jaar.

 

Wmo ondersteuning groep (voordeel €14.000)

Voor groepsondersteuning (voorheen: Ondersteuning Maatschappelijke Deelname) is een bedrag begroot van €815.000, gebaseerd op gemiddeld 113 indicaties met een gemiddelde indicatie van 4,2 dagdelen per week.

 

Het verloop van het aantal indicaties is in 2020 als volgt geweest, met een gemiddelde van 113 indicaties:

Peildatum 1/1/2020 31/3/2020 30/6/2020 30/9/2020 31/12/2020
Aantal indicaties 116 113 119 109 108

 

De werkelijke kosten in 2020 zijn €801.000 (t.o.v. €795.000 in 2019) en kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Ondersteuning groep Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Ondersteuning 1 groep 413
Ondersteuning 2 groep 145
Continuïteitsbijdrage Wmo incl. meerkosten 243
Totaal ondersteuning groep 801

 

Ten opzichte van de begroting betekent dit een voordelig verschil van € 14.000. Dit voordelige verschil bestaat uit een voordeel op ondersteuning 1 groep van € 198.000 en een voordeel op ondersteuning 2 groep van € 59.000. . Deze voordelen moeten verrekend worden met de betaalde continuïteitsbijdrage van € 208.000 aan Wmo aanbieders ten tijde van de coronacrisis (maart t/m juni 2020) en met een bedrag aan meerkosten van € 35.000. De continuïteitsbijdrage heeft voor de Wmo met name betrekking gehad op zorgaanbieders die genoodzaakt zijn geweest om hun dagbestedingsvoorziening te sluiten. Daarnaast hebben de zorgaanbieders een aanvraag ten behoeve van de compensatie van meerkosten als gevolg van corona kunnen indienen. De extra ontvangen rijksmiddelen zijn opgenomen onder de algemene middelen (programma bestuur & middelen) en de werkelijke kosten worden verantwoord in het sociaal domein. Hiermee lijkt een nadeel te ontstaan op Wmo ondersteuning groep. Dit betreft echter geen werkelijk nadeel voor de gemeente Dinkelland.

 

Uit de analyse blijkt dat onderliggende oorzaken het verschil verklaren:

  • Het gemiddelde aantal indicaties groepsondersteuning is conform begroot, echter de verdeling tussen niveau 1 en 2 betekent een voordeel van ca. €7.000.
  • De gemiddelde hoogte van de indicatie is voor ondersteuning 1A en 2A groep hoger dan begroot (resp. 4,3 dagdelen per week en 4,7 dagdelen per week in plaats van 4,2 dagdelen per week). Dit zorgt per saldo voor een nadeel van ca. €29.000.
  • De verzilvering is lager dan verwacht. Hierdoor ontstaat een voordelig verschil van €71.000. Deze lagere verzilvering kan meerdere oorzaken hebben, namelijk de corona periode, ziekte, ziekenhuisbezoek en overgang naar de Wlz gedurende het jaar. We verwachten dat de corona periode het grootste effect heeft gehad op de lagere verzilvering.
  • Meerkosten zorgaanbieders ten bedrage van € 35.000.

 

Jeugdzorg (€488.000 nadeel)

In totaal is een bedrag begroot van € 6.409.000, de werkelijke kosten in 2020 zijn €6.898.000 (2019 €6.018.000), dit betekent een nadeel van €488.000. De werkelijke kosten met betrekking tot de jeugdzorg kunnen als volgt gespecifieerd worden:

Jeugdzorg Dinkelland 2020 Werkelijke kosten (bedragen x €1.000)
Zorgconsumptie in 2020

6.195

Continuïteitsbijdrage Jeugd incl. meerkosten 231
Bijdrage Regio Twente 2020 166
Nog te betalen 2020, bestaande uit: 113

1. Verrekening voorschot subsidies beschikbaarheidsvoorzieningen en maatregelhulp (o.b.v. werkelijk gebruik).

2. Nog te verwachten declaraties over 2020 (o.b.v. productieverantwoording maart 2021)

70                                 

43                                 

Prognose zorgconsumptie 2020 6.705
   
Afrekening eerdere jaren  
Nog te betalen 2019, bestaande uit: 534

1. Verrekening voorschot subsidies

2. Declaraties in 2020 met betrekking tot 2019 en eerder (o.b.v. productieverantwoording maart 2020)

308                         

226                         

Betaald in 2020 over eerdere jaren

712

Saldo afrekening 2019 (nadeel)

193

 

 

Saldo werkelijke kosten 2020

6.898

 

Het verschil tussen het begrote bedrag en het werkelijke bedrag jeugdzorg bestaat enerzijds uit een afrekening over eerdere jaren en anderzijds uit een verschil met betrekking tot 2020.

 

Het verschil van € 488.000 wordt veroorzaakt door:

  1. De afrekening met betrekking tot eerdere jaren is in 2020 een nadeel van €193.000, hiervan was €76.000 niet voorzien. Deze betalingen hebben betrekking op indicaties afgegeven met een terugwerkende kracht.
  2. De kosten met betrekking tot beschikbaarheidsvoorzieningen en maatregelhulp zijn €77.000 hoger dan begroot.
  3. Meerkosten zorgaanbieders ten bedrage van € 36.000. Het bedrag voor de gemeente Dinkelland blijft binnen de ontvangen rijksmiddelen hiervoor. Gezien deze extra ontvangen rijksmiddelen zijn opgenomen onder de algemene middelen (programma bestuur & middelen) en de werkelijke kosten worden verantwoord in het sociaal domein, lijkt hiermee een groter nadeel te ontstaan op Jeugd. Dit betreft echter geen werkelijk nadeel voor de gemeente Dinkelland.
  4. Het resterende verschil van €300.000 heeft betrekking op de zorgconsumptie in 2020. De uitgekeerde continuïteitsbijdrage van €196.000 is hiervan onderdeel, deze compenserende bijdrages zijn toegekend aan zorgaanbieders zonder koppeling aan een zorgvorm. Van €104.000 zien we financieel enerzijds een afname van de individuele begeleidingsvormen en anderzijds een toename met betrekking tot individuele vak therapeutische en jeugd ggz behandelingen.

 

Een gedetailleerde toelichting op de verschillen tussen gerealiseerde bedragen en begrote bedragen na wijziging is te vinden in de Jaarrekening 2020 onder "Toelichting en analyse op de baten en lasten".