Programma Onderwijs

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Alle kinderen en jongeren in de gemeente Dinkelland verdienen het om op te groeien in een kansrijke omgeving met kwalitatief goed onderwijs. In de gemeente Dinkelland hebben we  1.965 leerlingen in het basisonderwijs en in totaal dertien basisscholen. In iedere kern is een basisschool aanwezig, dit vinden we als gemeente erg belangrijk. Naast deze basisscholen telt onze gemeente één school voor voortgezet onderwijs in het dorp Denekamp.

 

Binnen het programma Onderwijs zoeken we de samenwerking met o.a. schoolbestuurders en kinderopvangaanbieders. We bevorderen de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen in onze gemeente door te investeren in het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie in samenwerking met plaatselijke kinderdagverblijven, het basisonderwijs en de GGD/JGZ. We hechten veel belang aan een goede verbinding tussen de gemeentelijke jeugdhulp en het onderwijs, waardoor vroegtijdig gesignaleerd wordt en hulp of ondersteuning zo preventief mogelijk kan worden ingezet.

 

Daarnaast willen we het thuiszitten zoveel mogelijk voorkomen, de RMC-functie en Bureau leerplicht spelen hierin een belangrijke rol. Het niveau van absoluut en relatief verzuim ligt in Dinkelland onder het landelijk gemiddelde, evenals het percentage voortijdige schoolverlaters. Door de inzet van RMC en een adequate uitvoering van de Leerplichtwet, willen we voorkomen dat jeugdigen thuis komen te zitten en/of zonder diploma vroegtijdig het onderwijs verlaten.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Binnen het programma Onderwijs maken we gebruik van de volgende kengetallen:

  • Kinderdagverblijven: 12 (LRKP: 2019)
  • Kindplaatsen kinderdagverblijven: 451 (LRKP: 2019)
  • Buitenschoolse opvang: 9 (LRKP: 9)
  • Kindplaatsen buitenschoolse opvang: 403 (LRKP: 2019)

Wat hebben we in 2020 gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we in 2020 gedaan?

Naar aanleiding van nieuwe landelijke wet- en regelgeving hebben wij, in overleg met de kinderdagverblijven, vorm gegeven aan de invulling en uitwerking van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) voor de komende jaren. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat wij willen dat in onze gemeente alle kinderen gebruik kunnen maken van VVE, zodat leerachterstanden voorkomen worden. In juli 2020 hebben wij op grond van de gewijzigde wet- en regelgeving nieuwe beleidsregels voor de VVE-subsidieverlening vastgesteld.

 

Denkrichtingen ombuigingen

Er zijn geen denkrichtingen die van toepassing zijn op dit programma.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

Gevolgen onderwijs en arbeid jonge mensen

Zoals in de inleiding is aangegeven heeft het jaar 2020 voor een groot deel in het teken gestaan van Corona. In deze inleiding is ook het integrale financiële overzicht betreffende Corona opgenomen. Hier is voor gekozen omdat de financiële gevolgen van de Corona pandemie op meerder plekken in deze jaarverantwoording naar voren komen waardoor het totale beeld ontbreekt.

 

Er worden geen open dagen georganiseerd door het onderwijs. De voornaamste reden waarom jongeren en jongvolwassenen in het onderwijs uitvallen en stoppen met de studie, is dat zij een verkeerde studiekeuze gemaakt hebben. Doordat zij zich nu onvoldoende kunnen oriënteren op de passende studie, neemt de kans op verkeerde keuzes en uitval toe. Daarnaast kunnen jongeren en jongvolwassenen juist door corona andere studiekeuzes maken omdat ze in de logistiek bijvoorbeeld betere baankansen hebben. Het aantal voortijdig schoolverlaters zal kunnen toenemen.

 

Veel jongvolwassenen (t/m 25 jaar) hebben tijdelijke banen in de sectoren horeca, evenementen, schoonmaak en detailhandel. Dit zijn juist de branches die het hardst getroffen worden door corona. De werkeloosheid onder jongeren is het snelst stijgend. In april werden er 74.000 nieuwe werkloosheidsuitkeringen aangevraagd. Dit is de hoogste stijging sinds 2003 en is nog nooit eerder voorgekomen in Nederland.

 

In Dinkelland hebben we een aantal jonge mensen zonder startkwalificatie en met een inkomen tot € 400. Zij hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt en daardoor studierichtingen zullen veranderen. Zo ontstaat er in de ene branche grote tekorten zoals logistiek en zorg, en in de andere branche grote overschotten zoals beschreven. Dit kan vragen om meer ondersteuning en toeleiding om tot de juiste keuze te komen voor onderwijs en arbeid. Dit betekent een toename van caseload en mogelijk opschalen van inzet door consulenten en coaches.

 

Gevolgen onderwijs

In 2020 heeft de kinderopvang, het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs twee periodes meegemaakt waarin de kinderopvang en de scholen gesloten waren. Kinderopvang en scholen waren in die periodes alleen geopend voor noodopvang van kinderen van ouders met cruciale beroepen en voor kwetsbare kinderen. Tussen gemeente en kinderopvang/onderwijs is gezamenlijk naar oplossingen gezocht  om de periodes voor de kwetsbare kinderen draaglijker te maken. In veel gevallen was dat door gebruik te maken van noodopvang, waardoor de thuissituatie ontlast werd.

 

De periodes thuisonderwijs kunnen voor leerlingen leiden tot (onderwijs)achterstanden. Het is mogelijk dat een groter beroep wordt gedaan op leerkrachten, schoolmaatschappelijk werk, jeugdwerk en jeugdhulp om kinderen en jongeren extra ondersteuning te bieden. Dit zal vragen om extra/andere inzet van de verschillende organisaties.

Aangenomen moties en amendementen

Terug naar navigatie - Aangenomen moties en amendementen

Moties

Verduurzaming schoolgebouwen

Middels de motie Verduurzaming schoolgebouwen draagt de raad het college op:

  1. In samenwerking met de schoolbesturen, de energiecoach van de Provincie Overijssel en de Schooldakrevolutie, in Dinkelland actief te ondersteunen een duurzaamheidsplan te maken voor de scholen in Dinkelland, waar in elk geval deel van uitmaakt:
    1. Een technische inventarisatie per school;
    2. Een formulering van de technische duurzaamheidsambities per school;
    3. Een financiële onderbouwing per school;
  2. De markt (marktconsultatie) te betrekken bij de uitvoering van de acties in sub 1;
  3. In het voorjaar van 2019 aan de raad verslag uit te brengen over dit duurzaamheidsplan, zodat de raad kan overwegen om substantiële bedragen beschikbaar te stellen uit het duurzaamheidsfonds om de uit het duurzaamheidsplan voortvloeiende duurzaamheidsambities/-projecten uit te kunnen gaan voeren.

Stand van zaken: De motie is afgehandeld.

 

De motie is te raadplegen via de volgende link: Moties 2018

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De effecten van ons lokale beleid worden toegelicht aan de hand van een vaste set (verplichte) beleidsindicatoren.

 

Indicator

2018

2019

2020

Absoluut verzuim (aantal per 1.000 leerlingen) 0,0 0,0 nnb
Relatief verzuim (aantal per 1.000 leerlingen) 20,0 29,0 nnb
Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) (percentage deelnemers aan het VO en MBO onderwijs) 0,3 0,7 nnb

Bron: https://noaberkracht.incijfers.nl/dashboard/onderwijs-2 - Deze cijfers worden periodiek geactualiseerd. Voor de meest actuele cijfers raadpleeg de website. Een vergelijking met landelijke cijfers is ook te vinden op deze website.

Overzicht baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten
Raming begrotingsjaar voor wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Verschil realisatie versus begr. na wijz.
(Bedragen x € 1.000)
Baten 93 135 70 -65
Lasten 1.639 1.723 1.682 40
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten -1.546 -1.588 -1.612 -25
Onttrekkingen aan reserves 0 0 0 0
Toevoegingen aan reserves 0 0 0 0
Gerealiseerde totaal resultaat van baten en lasten -1.546 -1.588 -1.612 -25

Hieronder wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de begrote bedragen na wijziging zijn ontstaan.

 

Leerlingenvervoer (nadeel €40.000)

Het leerlingenvervoer bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Aangepast vervoer: zowel schoolvervoer (groep) als individueel vervoer per besloten (school)bus, taxi(bus) (inclusief compensatie vervoer corona periode);
  • Eigen vervoer: per motorvoertuig, bromfiets, e-bike of fiets;
  • Openbaar vervoer.

 

Afhankelijk van het inkomen van de ouders, wordt een eigen bijdrage gevraagd in het leerlingenvervoer. Voor het jaar 2020 zijn per saldo de uitgaven geraamd op €761.000, de werkelijke kosten zijn €801.000. De begrote en werkelijke uitgaven en inkomsten kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Leerlingenvervoer (bedragen x €1.000) Begroot Werkelijk Verschil
Groepsvervoer 595 586 9
Individueel vervoer 158 196 -38
OV/Fiets/Eigen vervoer 17 24 -7
Eigen bijdrage ouders -9 -5 -4
Totaal 762 801 -40

 

Er is ten opzichte van 2019 een toename in de kosten van het individueel vervoer. Daarnaast is vanaf het nieuwe schooljaar (september 2020) een stijging gesignaleerd op het gebied van individueel vervoer. Er is een toenemend aantal leerlingen dat individueel vervoerd moet worden. Dit komt met name door de zwaardere problematiek. Hierdoor zijn de individuele vervoerslasten gestegen.

 

Een gedetailleerde toelichting op de verschillen tussen gerealiseerde bedragen en begrote bedragen na wijziging is te vinden in de Jaarrekening 2020 onder "Toelichting en analyse op de baten en lasten".